Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Nu Miss Djivy tot de gemotoriseerde bevolking behoort, zie ik dezelfde irritaties opborrelen als in mijn beginperiode. Zoals er zijn: fietsers zonder licht, bussen zonder empathie en voetgangers met zelfmoordneigingen. Doe er nog de donkerste maand van het jaar bij bij en het is hoog tijd om mijn eega in de wondere wereld van de [(zelf)dimmende] achteruitkijkspiegel te introduceren. En natuurlijk iedereen die er verder oor naar heeft.

De allereerste vermelding van de achteruitkijkspiegel dateert van 1906 en gaat op naam van Dorothy Levitt die in haar boek The Woman & The Car vrouwelijke chauffeurs aanspoort een handspiegeltje te gebruiken om achterliggers in de gaten te houden. Spijtig dat Levitt bij de standaardisatie van de achteruitkijkspiegel in 1914 geen herdruk commissioneerde; het zou ons vandaag een heleboel miserie besparen. Een andere early adopter was Ray Harroun. Die opteerde tijdens de inaugurale Indianapolis 500 voor een vaste achteruitkijkspiegel; enerzijds omdat hij het nut ervan op een oude paardenkoets ontdekt had en anderzijds omdat zijn meerijdende mechanicus straalbezopen onder de coulissen lag…

Snel vooruit naar 2007 en de al dan niet zelfdimmende spiegel. Betreft het de manuele variant, dan laat het knopje onderaan de spiegel toe om de reflectie van autolichten te milderen. Maar hoe werkt dat eigenlijk? Wel heel eenvoudig: achteruitkijkspiegels bestaan uit een wigvormig stuk glas waarbij de voor- en achterkant niet parallel ten opzichte van mekaar staan. In niet-gekantelde toestand is het de reflecterende achterkant die dankzij een zilverkleurige reflectielaag (zoals bij gewone huisspiegels) een christalhelder beeld toont.

In gekantelde toestand is het niet de reflecterende achterkant maar de doorzichtige voorkant (zonder reflectielaag) die zijn werk subtiel doet, net als een glasraam dat van nature een beetje spiegelt. Dat er daarbij soms een stuk dakhemel of zetels te zien is, komt door de sterk reflecterende achterkant die door de glazen voorkant schijnt; een neveneffect dat zich bij zelfdimmende spiegels niet voordoet.

Standaard op premiummodellen en optioneel op de rest is die zelfdimmende binnenspiegel niet alleen veilig maar ook minder vermoeiend bij nachtritten. Zo’n spiegel gebruikt een lichtsensor om het omgevingslicht met het gereflecteerde licht te vergelijken. Is het verschil tussen beide te groot, dan verandert de reflectie van de spiegel middels een elektrische stroom die door een elektrochromisch element gestuurd wordt, net als bij die Casio-horloges van weleer.

Alleen spijtig dat constructeurs deze topoptie vandaag in peperdure licht- en regenpakketten verstoppen terwijl ze eigenlijk standaard zou moeten zijn, of je nu weet hoe ze werkt of niet.