Wie bij de titel van deze test spontaan aan het kwijlen slaat, moet meteen weer met de voetjes op de grond. Het achtervoegsel Evo refereert hier immers niet naar een gehomologeerde Evoluzione-versie maar gewoon naar de opvolger van de Grande Punto. En toch stapten we met plezier op de TGV richting Nantes om van Fiat te vernemen waarom ze de evocatieve afkorting op hun Punto hebben geschroefd en – nog belangrijker – waarom één van de knapste hatchbacks op de markt al na vier jaar op de operatietafel moet voor wat plastische chirurgie…
Nauwelijks gearriveerd krijgen we te horen dat de Evo zoveel meer is dan een facelift van de Grande Punto. In Turijn rijdt immers ook al eens een Fiesta rond, waardoor Fiat zich moeilijk tot een stel verse koplampen kan beperken. Met de Evo maakt ook het gepatenteerde MultiAir zijn intrede, een technologie bedoeld om benzinemotoren efficiënter te laten draaien. Of MultiAir gebakken lucht is, hebben we niet kunnen achterhalen (ook al zijn de eerste berichten uiterst veelbelovend), want eenmaal in Nantes krijgen we enkel MultiJet-diesels in handen beter dan de nieuwe 77/105/135 pk sterke benzines. Maar niet getreurd, want ook die common-railblokken zijn grondig herwerkt met een hogere inspuitdruk en nieuwe verstuivers. Daarnaast hebben ook de ophanging en het interieur van de Punto een opfrisbeurt gekregen, zodat er toch genoeg voer is voor een korte DRIVR-test.
Tijdens dit uitstapje beschikken we over de 1.3 turbodiesel met 70 paarden (dankzij start-stop goed voor 104g CO2/km en dus 15% overheidskorting) en zijn grotere broer met 95 pk. Wat de prestaties betreft is het verschil tussen beide niet wereldschokkend; het koppel is vrijwel identiek (190 vs. 200Nm bij 1.500 t/m) en levert voldoende oempf voor een wagen van om en bij de 1100 kg. Bij stoplichtsprintjes moet de kleinste zich met 14 seconden logischerwijs gewonnen geven waardoor hij niet meteen ideaal is voor mensen met haast. Onder het motto ‘Less is not more’ is de keuze dan ook snel gemaakt: van deze twee is de 95 pk versie degene die je – als het echt een diesel moet zijn – wilt. Meteen ook even aanstippen dat de Evo stukken beter geïsoleerd is dan zijn voorganger, de Grande Punto. Die blijft trouwens in productie als Punto Classic – aan bradeerprijsjes.
Een verbeterde geluidsisolatie is trouwens niet het enige nieuws. FIAT heeft het interieur stevig onder handen genomen en kiest voor een dashboard met zachte kunststoffen die mooi en allesbehalve cheap ogen. Niet zo spannend als het interieur van een Alfa, maar wel inoffensief en dus breder inzetbaar. De juiste zithouding vinden is eveneens kinderspel dankzij stoelen die na een dag sturen nog altijd comfortabel zijn. Onze testwagen is verder uitgerust met het optionele Blue&Me TomTom-systeem dat zich – zoals alle TomToms – makkelijk laat bedienen maar niet echt onder de noemer ‘geïntegreerd’ valt. Eerder ‘opgevezen’.
Over de nieuwe looks zijn de meningen verdeeld. De opgefriste voor- en achterkant ziet er beslist moderner uit, maar naar onze mening is de Grande Punto toch de mooiere auto – zeker als we zijn Maserati-achtig snoetje met dat van de Evo vergelijken. Die is wat meer op de Cinquecento gaan lijken, maar dat levert een vreemde combinatie op met de onaangeroerde flanken; een euvel dat eenvoudig te verhelpen moet zijn op de toekomstige Punto Evo Abarth. Die zou trouwens de vruchten rapen van het hele MultiAir-verhaal, en met meer pk’s voor de dag moeten komen dan de 150/180 die de competente Grande Punto Abarth vandaag heeft. Tijd om te zien of de onderhuidse aanpassingen beter in de smaak vallen…
Nauwelijks onderweg toont de stuurinrichting zich zodanig licht dat de City Mode geactiveerd lijkt, maar dat blijkt bij controle niet het geval. Activeer die ‘City’-parkeerstand en het stuur wordt pas écht zorgwekkend licht, wat dan weer goed is voor mensen met armen als grassprietjes… Eenmaal op snelheid neemt de bekrachtiging gas terug maar veel feedback krijg je er niet voor in de plaats. De vijfbak doet van zijn kant wel alles naar behoren; schakelen gaat vlot en soepel zonder dat er een armsteun in de weg zit. Tenzij dan op het topmodel ‘Sport’, dat standaard met zo’n armsteun is uitgerust (!?). Bij het uitrustingsniveau ‘Dynamic’ (waarmee wij onderweg zijn) kan men zich optioneel ergeren.
Het roadbook van Fiat stuurt ons van Nantes naar La Gacilly langs mooi golvende kustwegen. Daar nodigt de Evo niet meteen uit tot buitensporige snelheden, maar als je dat toch doet, blijven rolneigingen en onderstuur netjes beperkt. Zelfs wanneer we ter hoogte van het feeërieke dorp Rochefort-en-Terre een fikse regenbui te verwerken krijgen, laat de Evo zich niet van de wijs brengen en houdt hij ons op het rechte pad met een gezonde portie grip. De chassisaanpassingen missen hun effect dus niet en – belangrijker nog – blijven altijd comfortabel. Kortom: het is eerder het gebrek aan stuurfeedback dat de bestuurder voor de vraag stelt hoeveel vertrouwen hij zijn Evo wil schenken.
Met sparring partners als de Polo en Fiesta kan de nieuwe dus zeker niet op zijn lauweren rusten, ook al maken de aanpassingen aan chassis en motoren heel wat goed. Hadden de Torinezen het lijnenspel met rust gelaten, dan zou de Evo nog een stap dichter bij de klasseleiders staan. Maar zoals de kaarten nu liggen, zijn de dieselaars vooral correcte A-tot-B-trippers die scherp geprijsd, goed uitgerust en toch milieuvriendelijk zijn. Zoek je meer dan dat, probeer dan de 135 pk sterke MultiAir-benzine die volgens Car Magazine vier sterren waard is en absoluut als warme hatch omschreven kan worden. En dan is er natuurlijk nog de geplande update van de Abarth-versie…
[Tekst & foto’s: Jeroen Peeters]
FIAT PUNTO EVO M-JET 1.3 75 & 90
Plus | Min |
+ Technisch sterk geüpdate | – Maar esthetisch? |
Weggecijferd
Motor | 1.3 4-in-lijn turbodiesel |
Aandrijving | voorwielen |
Vermogen | 75 – 90pk |
Koppel | 190 – 201 Nm |
Gewicht | 1.105 – 1.145 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 13,6 – 11,7 s |
Topsnelheid | 165 – 178 km/h |
Gem. testverbruik | 5,3 l/100km |
Basisprijs | 15499 – 16599 euro |
Fiscale PK | 7 |
Verdict