Met meer dan 400 Citroëns in zijn actieve collectie is de verzameling van het Conservatoire Citroën de natte droom van elke Citrofiel. De bijzondere afdeling, die sinds haar ontstaan in 2001 onder de verantwoordelijkheid valt van Denis Huille, is van onschatbare waarde voor het Franse culturele erfgoed, en houdt zich daarnaast bezig met het documenteren van alle modellen. DRIVR mocht een exclusief kijkje nemen en charterde gelijk Citroëns jongste C4 Picasso.
Achter het stuur van de nieuwe C4 Picasso glijden we in Franse sferen naar PSA Peugeot/Citroëns site in Aulnay-sous-Bois nabij Parijs. De strak getrokken kleine MPV toont zich daarbij de ideale reisgezel, met comfortabel meubilair, goede geluidsisolatie en voldoende gadgets om ons de volgende drie uur zoet te houden. Grote aandachttrekker is het nieuwe dashboard, dat met zijn centrale aanraakscherm plus daarboven een nog groter statisch scherm zorgt voor een moderne ambiance en de nodige Créative Technologie.
Net als bij Jaguar Land Rover-producten bedien je er niet alleen de multimedia en navigatie mee, maar ook de temperatuur en/of settings van de talrijke (veiligheid)opties, die al dan niet standaard zijn op de Exclusive-uitvoering. En hoewel de tactiliteit van het aanraakscherm zich niet op iPhone-niveau bevindt, verslaat het met gemak dat van dure Range Rovers en Jaguars. Verder is het interieur in de mate van het mogelijke ontdaan van knopjes en schakelaars, domineert Citroëns ViseoSpace-glaspartij en leunt de afwerking en bouwkwaliteit dicht aan bij die van de duurdere DS-lijn.
De 115 pk sterke 1.6 e-HDI doet zijn werk stil op de achtergrond en is standaard gekoppeld aan een manuele zesbak met zoals gewoonlijk vrij lange verzetten. Die dragen in de eerste plaats bij tot een laag verbruik. Zelf kwamen we daarbij op een respectabele 5,2 l/100 km, zonder echt ons best te doen. Dynamisch breekt de nieuwe C4 Picasso nog steeds geen potten, maar de merkbaar stijvere koets geeft wel extra vertrouwen, zorgt voor minder trillingen en bovenal een kwalitatiever gevoel.
Niet dat we dat de nieuwe Picasso kwalijk nemen. In ware Citroën-traditie primeert immers comfort. Zo beschikken de stoelen niet alleen over uitgebreide verstelmogelijkheden en massagefunctie, maar ook over ergonomisch hoofdsteunen, en bovendien heeft de passagiersstoel een lendensteun die we eerder associëren met de achterbank van een Maybach dan met een bescheiden Citroën. Opdracht volbracht.
Aangekomen in Aulnay-sous-Bois rijden we de indrukwekkende PSA-fabrieksterreinen op, en gaat het linea recta naar het Conservatoire. Weinig aan de buitenkant laat vermoeden wat er zich aan de andere kant van het gebouw afspeelt. Met 6.500 vierkante meter, waarvan 5.500 specifiek voor auto’s, is het de thuis van meer dan 400 productiemodellen, prototypes, concepts en bijzondere one-offs – al dan niet in rechtstreeks bezit van het Conservatoire, die er de vloer sieren.
Opgesteld in chronologische volgorde begint de collectie bij André Citroëns eerste productiewagen: de Type A uit 1919. Het was een auto die een uitgebreide uitrusting, met onder andere elektrische startmotor, elektrische verlichting en reservewiel, combineerde met degelijke prestaties en een gunstig prijskaartje. Met dank aan het lopendeband-productieproces, waardoor Citroën maar liefst 100 Type A’s per dag kon bouwen. Andere speciallekes zijn een B2 Caddy Sport, B14 Faux Cabriolet, C6 Faux Cabriolet 4 Places, C4 G Roadster, Rosalie 14 CV Familiale, een DS E(tude)L(aboratoire)V(éhicule) 21 (oftewel de oudste DS ter wereld) en vier verloren gewaande prototypes van de Deux Chevaux.
Onder de conceptnaam TPV (Toute Petite Voiture) werden de vier in 1994 bij toeval ontdekt nabij de testsite van La Ferté-Vidame. Ze zijn zonder meer uniek, omdat het de enige overgebleven prototypes zijn van wat niet veel later de iconische 2CV zou worden. Verder staan er nog allerhande productiemodellen en proto’s van de DS, Ami 6, GS, GS Birotor (met experimentele wankelmotor) CX, SM, Visa, ZX en XM. Maar ook de rally- en race-afdeling is vertegenwoordigd met unieke rally- en racemachines op basis van DS-, SM- en 2CV-chassis’. Ten slotte vind je er ook Dakarmonsters en de rallymachines van die andere monsieur Citroën; Sebastien Loeb.
Andere bijzonderheden zijn de DS Présidentielle Chapron en Citroën RE 2 uit 1970, oftewel een heuse Citroën-helikopter met experimentele wankelmotor. Een gelijkaardige motor die Citroën later in de 1974 GS Birotor zou monteren, maar die het productiestadium – net als de helikopter – nooit heeft gehaald. Vervolgens is het likkebaarden bij onder meer BX GTi, BX 4TC, een zeldzame TUB (Traction Utilitaire Basse), de allerlaatste Type H, maar ook een doordeweekse C15 bestelwagen.
Onder de talrijke concepts bevinden zich pareltjes zoals de elektrische Citela, Eco 2000, Urbain 1 & 2, AX Electrique, C10 Proto, C-60, M35, Projet L, Activa 1 en de fenomenale driezits-Karin, maar ook recentere concepts zoals de C-Cactus, C-SportLounge, C5 Airscape, C6 Lignage, C3 Air, C-Crosser en DS4 Racing. Afsluiten doet de collectie met de allereerste productiemodellen specifiek bestemd voor de lucratieve Chinese markt en tal van kleimodellen rechtstreeks afkomstig van de ontwerpstudio. Zijn we zaken vergeten? Absoluut. De schier eindeloze hoeveelheid concepts, proto’s en one offs is gewoon teveel om op te noemen. Gelukkig zijn er nog de foto’s…
Toch is ons avontuur nog niet ten einde. We rijden van het Conservatoire naar het bijgelegen kartcircuit, dat zich pal naast de fabriek bevindt. Daar worden we opgewacht door Jean-Claude Lannes en Yannick Billy, de twee technische medewerkers van het Conservatoire die ervoor zorgen dat alle auto’s te allen tijde rijklaar zijn. De twee zullen onze ervaring nog een extra dimensie geven door ons achtereenvolgens achter het stuur te zetten van een Traction Avant, 2CV, Mehari, DS en SM. Alleen de Type A zullen we vanop de passagierszetel beleven vanwege de weinig conventionele bediening. Van standaardisering was er in 1919 immers nog geen sprake.
Het lijkt typisch Citroën, want ook bij de andere modellen is afwijken de norm. Zo is het wennen aan de hydraulische remmen van de DS en SM, maar ook aan de hydraulische servo van die laatste. En ook de bijzondere locatie van de dog leg van de 2CV en Mehari vergen gewenning, net als de niet-gesynchroniseerde bak van de Traction Avant. Hoewel geen van de vijf bijzonder hoog scoort op de DRIVR-teller, scoren ze wel hoog op die andere parameter: eigenzinnigheid. En dat kunnen we bijzonder appreciëren. Als er ons één ding opvalt wanneer we in de C4 Picasso terug naar huis rijden, dan is het dat de C4 een volwaardige automaat verdient. Op de optielijst vind je immers enkel de nog steeds te mijden gerobotiseerde handbak.
De nieuwe C4 Picasso verdient beter, en wel met een boterzachte klassieke automaat. Die past niet alleen perfect bij de filosofie van het merk, maar ook bij het karakter van de auto.
[Foto’s: Pieter Ameye]
CITROËN C4 Picasso 1.6 e-HDI 115
Plus | Min |
+ Een echte Citroën | – …verdient een echte automaat |
Weggecijferd
Motor | 1.6 4-in-lijn turbodiesel |
Aandrijving | Voorwielen |
Vermogen | 115 pk |
Overbrenging | 6-bak, manueel |
Koppel | 270 Nm @ 1.750 tpm |
Gewicht | 1.289 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 11,8 s |
Topsnelheid | 189 km/h |
Gem. testverbruik | 5,2 l/100 km |
Prijs | 21.616 euro |
Verdict