Volgens collega Ken is de Toyota Yaris GRMN de Clio RS die Renault niet langer in de aanbieding heeft. Daarmee refereert hij uiteraard naar zijn briljante en atmosferische voorganger met handbak. Maar is dat wel zo? We zochten het uit.
Toegegeven, ook bij ondergetekende staat de derde generatie Clio RS hoog aangeschreven. Uitgerust met Cup-pakket, een dus cruciale opties zoals de strakkere ophanging en Recaro-kuipstoelen, is de kleine hot hatch immers zowat de essentie van het genre. De meest recente generatie kon echter niet veel anders zijn. Zijn atmosferische 2.0-liter werd ingeruild voor een geblazen 1.6 en de handgeschakelde zesbak werd er eentje van het type ‘automaat met dubbele koppeling’. Het resultaat was een hot hatch die weliswaar toegankelijk was geworden, maar ook een stuk minder spannend. Zelf in ideale omstandigheden.
Blij weerzien
Het weerzien met zijn voorganger doet dus deugd. Ons testexemplaar betreft eentje van de tweede generatie. Esthetisch gezien wat ons betreft dat tikkeltje minder dan de Phase I maar technisch – en als we de kenners mogen geloven – wel een stuk meer solide. Met om en bij de 60.000 km op zijn digitale teller zit het wat dat betreft wel snor met dit exemplaar uit 2011 dat, met uitzondering van zwarte OZ Racing Ultraleggera’s (met dat tikkeltje meer grip achteraan) en Akrapovic-uitlaat, helemaal standaard is.
Voorin de Clio ligt een atmosferische 2.0-liter viercilinder die goed is voor 201 pk bij 7.100 tpm en een 215 Nm koppel bij 5.400 tpm. En dat bij een gewicht van 1.240 kg. Daartegenover zet de op papier 69 kg lichtere GRMN relatief gelijkaardige cijfers neer. Zijn gesuperchargede 1.8 (die je niet toevallig ook achterin de gesuperchargede Lotus Elise zult terugvinden) heeft 212 pk bij 6.800 tpm. Maar door zijn drukvoeding wel 250 Nm koppel bij 4.800 tpm.
Gele stiksels
Tegenover de extraverte Yaris Gazoo Racing Masters of the Nürburgring, om hem maar eens met zijn volledige naam te noemen, lijkt de RS in Gris Asphalte bijna introvert. Het is pas als je op de details begint te letten zoals zijn rode Brembo’s, diffuser met dubbele uitlaat of Recaro’s met gele stiksels, dat de Renault een stuk serieuzer wordt. Daar tegenover staat dan weer dat extraverte Yaris het vooral van zijn rood/zwarte stickerpartij moet hebben. Mocht je ze verwijderen is het immers enkel zijn centrale uitlaat die weggeeft dat dit niet de hybride citadine van de buurvrouw is.
Aan de binnenzijde houden beide hot hatches het relatief sober en zijn het vooral hun kuipstoelen die de aandacht trekken. De Clio charmeert dan weer extra met zijn racey gele toerenteller, terwijl de Yaris het verder vooral moet hebben van de vele GRMN-badges en zijn fijne GT86-stuurtje. Weinig franjes dus. scoort de Fransman heel wat extra punten tegenover zijn Japanse, maar in Duitsland ontwikkelde, tegenpool. De zitpositie van de Clio is immer stukken beter dan die van de Yaris. En dan vooral omdat het GT86-stuurtje op een centimeter of drie na nauwelijks in de diepte verstelbaar is waar dat bij de Renault een stuk royaler is. En ook de kuipen zelf kunnen in de Renault lager dan in de Toyota het geval is.
Natuurlijke zitpositie
Toch zijn we vooral benieuwd hoe de dynamische verhoudingen liggen. De laatste keer dat we de atmosferische Clio bij zijn nekvel grepen is immers al lang geleden. Waar de Yaris dankzij zijn Eaton supercharger bijzonder vlot wegkomt, vergt de Clio duidelijk meer toeren. Daar tegenover staat dan weer dat je je in de Clio een stuk sneller thuisvoelt vanwege de meer natuurlijke zitpositie. Ook al is het stuur opvallend groot en zelfs relatief zwaar afgewogen. Zeker in vergelijking met dat van de Yaris. Al went het snel en merk je al gauw waarom de oude, en minder ‘efficiënte’ techniek, over het algemeen nog zoveel lof oogst.
Ook op tempo zijn de twee aan elkaar gewaagd. Beide viercilinders prefereren weliswaar de hogere toeren, maar zolang er niet te veel haakse bochten in het spel zijn rijdt geen van beide hatches van elkaar weg. Enkel wanneer je in de Yaris noodgedwongen naar het tweede verzet moet, ben je in de Clio bijna verplicht terug naar zijn eerste te gaan wil je de Racing Master niet zien uitlopen. Onderin de F4R 832 zit er immers zo goed als niets, waar de Yaris dan weer volop profiteert van de hulp van zijn drukvoeding. Qua geluid moet de GRMN dan weer de duimen leggen voor de atmosferische en hitsige Clio. Of zou het aan zijn Sloveense uitlaat liggen?
Uitstekende remmen
De twee zijn met andere woorden op tal van vlakken aan elkaar gewaagd. Of het moet met uitzondering van de ophanging zijn die in de Renault beter overweg kan met scherpe en abrupte oneffenheden. Daar stelt de GRMN ons wel wat teleur. Want ondanks de verwachtingen die de Sachs-dempers normaliter scheppen, mist de demping verfijning en diepgang en verkiest ze glad asfalt boven meer getormenteerde stukken.
Gelukkig trekt de voortrein zich met hulp van de Torsen-sper meestal snel en efficiënt uit de slag waardoor je de Yaris erg makkelijk snel rijdt. Goed dus dat hij over uitstekende remmen beschikt die goed communiceren en schijnbaar onvermoeibaar lijken. Hetzelfde geldt overigens voor de Clio die minstens zo krachtig remt, maar misschien met net dat tikkeltje minder gevoel.
De twee zijn dus aan elkaar gewaagd. De Yaris maakt indruk met zijn gesuperchargede 1.8 die uitblinkt door zijn souplesse, lineaire afgifte van vermogen, scherpe handbak, direct stuur en uitstekende remmen. Daar tegenover staat dan weer dat de zitpositie nogal ongelukkig is, de pedalen verre van ideaal staan om vlot en met vertrouwen te kunnen tip/hielen en dat de demping niet altijd even kwalitatief uit de hoek komt. Noem ze gerust schoonheidsfoutjes want de Yaris blijft anno 2018 een analoge verademing tussen de vaak met nutteloze gadgets overladen concurrentie.
Morele winnaar
De Clio is wat ons betreft de morele winnaar. Op cruciale punten zoals de zitpositie en de afstelling van de pedalen scoort de in Dieppe geboren hatch immers hoger dan de Yaris, terwijl hij zo goed als nergens steken laat vallen. Kom je uit de Yaris, dan valt op dat er onderin de toeren inderdaad niets te rapen valt. Maar dat is een kwestie van gewenning, beter dan echte kritiek. De beloning zit ’em immers nabij 7.000 tpm. Klassiekers blijven met andere woorden tijdloos, en daar is deze Clio het beste bewijs van. Ook al komt de Yaris GRMN verdomd dicht in de buurt. Voor een keer is kiezen dus verre van verliezen.
TOYOTA Yaris GRMN
MOTOR: Vier-in-lijn, supercharged, CILINDERINHOUD: 1.800 cc, MAX. VERMOGEN: 212 pk bij 6.800 tpm, MAX. KOPPEL: 250 Nm bij 4.800 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 3,95/1,70/1,51 m, LEEGGEWICHT: 1.135 kg, VERSNELLINGEN: 6, manueel, AANDRIJVING: voorwielaandrijving (met sper), OPGEGEVEN VERBRUIK: 7,5 l/100 km (170 g CO2/km), BANDEN: 205/45 R17, Bridgestone Potenza RE050A (rondom), TOPSNELHEID: 230 km/u, 0-100 KM/H: 6,4 s, VANAFPRIJS: 31.290 euro (maar uitverkocht), SCORE: 4,5/5
RENAULT Clio III RS Cup (Phase 2)
MOTOR: Vier-in-lijn, atmosferisch, CILINDERINHOUD: 1.998 cc, MAX. VERMOGEN: 201 pk bij 7.100 tpm, MAX. KOPPEL: 215 Nm bij 5.400 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,02/1,77/1,48 m, LEEGGEWICHT: 1.204 kg, VERSNELLINGEN: 6, manueel, AANDRIJVING: voorwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 8,2 l/100 km (195 g CO2/km), BANDEN: 215/45 R17 (rondom), TOPSNELHEID: 225 km/u, 0-100 KM/H: 6,9 s, VANAFPRIJS (toen): 22.200 euro, SCORE: 5/5