Ken Divjak
Wie vandaag de dag naar Jaguar.co.uk surft, krijgt de indruk dat het oer-Britse merk faliekant met zijn verleden heeft gebroken. Niets is minder waar natuurlijk, vermits de activiteiten van Jaguar én Land Rover Classic onverminderd doorgaan. In Coventry waar de leaping cat is ontstaan, maar ook in Duitsland waar JLR Classic een belangrijke hub heeft geïnstalleerd.
Opgericht in 2018 en volledig operationeel sinds 2019 is de nieuwe vestiging te Essen een geschenk uit de hemel voor liefhebbers die het klassiekeraanbod van Jaguar Land-Rover willen ontdekken. Niet zo lang geleden moest je daarvoor nog naar de Works-afdeling bezuiden Coventry, wat er sinds het Brexit-debacle niet eenvoudiger op is geworden. Door de gunstige ligging in Noordrijn-Westfalen krijgen de Lage Landen er zo een parel van een klassiekerhub bij, die bovendien aangeeft dat de gecontesteerde omschakeling naar EV’s geen dooddoener hoeft te zijn voor ouderwets octaanplezier bij JLR. Een fotoverslag.
Jaguar XJ-S (1975-1996)
De XJ-S is een goed voorbeeld van de verjonging die zich op de klassiekermarkt aan het doorzetten is. Eerst waren vooral de cabriovarianten in trek, maar stilaan winnen ook de coupés aan populariteit. Vooral het kenmerkende design valt daarbij in de smaak, als een soort van gewaagdere versie van de klassieke E-Type rondingen.
Bovendien is de XJ-S qua mechaniek een stuk moderner, wat dagelijks gebruik mogelijk maakt. En dan is er nog de prijs, die een stuk schappelijker is dan die van zijn voorganger met dezelfde V12-motor. Dat er verschillende varianten en motorisaties beschikbaar zijn, maakt het plaatje voor velen af.
Land Rover Series I (1948-1958)
Dat ze in Essen niet om een knipoog verlegen zitten, bewijst deze Land Rover Series I met Oxford and Cambridge Far Eastern Expedition als opschrift. Hoewel het hier duidelijk om een recreatie gaat, blijft het achterliggende verhaal tot de verbeelding spreken.
In 1954 beslisten twee teams van de bekende universiteiten om per auto van Londen naar Singapore te rijden voor wat later The First Overland zou genoemd worden; een tocht die in 2019 in de omgekeerde richting werd overgedaan met een van de twee originele wagens én de kleinzoon van een oorspronkelijk expeditielid achter het stuur.
Jaguar Mark V (1948-1951)
De Mark V dateert van kort na WOII maar heeft nog veel designkenmerken van de vooroorlogse modellen. Het was ook een van de laatste Jaguars die een zes-in-lijn met klepstoters gebruikte, hoewel de modernere variant met dubbele bovenliggende nokkenas toen al in de XK120 werd aangeboden.
Verrassend genoeg doen de oudste Jaguars het in de klassiekerwereld minder goed dan de modellen uit de jaren ’60 en ’70, die op hun beurt concurrentie krijgen van jongere exemplaren uit de jaren 1980. Nieuwe klanten ambiëren kennelijk klassiekers die ze zelf nog zien rondrijden hebben in hun jeugd.
Jaguar Mark X (1961-1970)
De Mark X wordt weleens de eerste XJ genoemd, ofschoon die pas in 1968 aan zijn carrière begon. Met de zes-in-lijn van de XK en de achteras van de E-Type zat de mechaniek in ieder geval snor, ook al is het design zeker zo sprekend. Met name op de achterbank is het genieten van zachte fauteuils met individuele schrijftafeltjes en ingewerkte make-up spiegeltjes.
Dat dit exemplaar er haast nieuw uitziet, komt omdat de eigenaar net 100.000 euro aan de renovatie heeft uitgegeven. Dat zelfs perfecte Mark X’s momenteel maar 50.000 euro opbrengen, hangen we dus best niet aan de grote klok.
