Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Autobahn-test: Met de Alpina B3 GT Touring naar The Loh Collection

De Alpina B3 GT is het laatste volumemodel van het ‘oude’ Alpina. DRIVR trok met de Touring-variant naar een museum waar de nicheconstructeur niet zou misstaan en verifieerde terloops de topsnelheid op de Autobahn.

Na 60 jaar komt er helaas een einde aan het merk dat Burkard Bovensiepen in 1965 uit de grond stampte. De nichemodellen uit het Zuid-Duitse Buchloe waren decennialang uniek, hoewel dat er niet altijd aan te zien was. Je moest ermee rijden om ze te begrijpen. Wijlen Paul Frère noemde de B10 BiTurbo van de E34 5-Reeks in 1991 al de beste vierdeurs te wereld en klokte er pardoes 290 km/u mee, wat er meteen ook de snelste sedan ter wereld van maakte.

Toch was de tuner die constructeur werd geen one-trick pony. De exclusieve modellen werden uitvoerig ontwikkeld en getest om naast snel ook dagelijks bruikbaar te zijn. Eigenschappen die het uitdovende gamma vandaag nog heeft, zoals we al eerder schreven in onze vergelijkende test tussen de Alpina B3 GT Touring en de BMW M3 Competition Touring.

De magische grens

In deze reportage focussen we op een Alpina-USP dat vooral Duitse klanten naar waarde weten te schatten: de verhoogde topsnelheid. Waar BMW zijn sportmodellen nog altijd volgens het oude Gentleman’s Agreement op 250 km/u begrenst (of meer centen vraagt voor het Driver’s Package met verhoogde limiter), is Alpina altijd voor de magische 300 km/u-grens blijven gaan.

Anno 2025 is dat in principe een kwestie van enkele lijntjes code, maar daar denken de Duitsers natuurlijk anders over. Alpina’s moeten de 300 km/u niet gewon halen, maar ook langdurig kunnen aanhouden zonder dat de boel heet loopt. Een prestatie die de huidige CEO Andreas Bovensiepen ooit kundig illustreerde door Joe Achilles in de B7 te woord te staan op de Autobahn… aan 300 km/u.

Hoewel 300 km/u niet zoveel sneller is dan 250 km/u, moet er toch heel wat voor aangepast worden. Om te beginnen zijn standaard aero-onderdelen zoals bumpers en spiegels niet op dergelijke snelheden voorzien, terwijl de olie- en waterkoeling navenant opgewaardeerd moet worden. Daarnaast zijn er nog de banden, de velgen en de remmen die dergelijke stress-situaties langdurig moeten uithouden, wat samen een waslijst met aanpassingen impliceert.

Dat Alpina’s doorgaans als dagelijkse auto’s gebruikt worden, maakt de uitdaging alleen maar groter. Klanten verwachten immers dat al die performance ook nog bij 150.000 of 200.000 km voorhanden is, waardoor het niet ongebruikelijk is om Alpina’s met zeer hoge kilometerstanden in de zoekertjes aan te treffen.

Een echte uit Buchloe

Ons testexemplaar in de knappe Individual-tint Special Orinoco Pearl Effect (kleurcode 406) is een demowagen van Alpina-importeur Jean-Michel Martin en staat momenteel te koop bij BMW Pautric in Drogenbos met 8.000 kilometer op de klok. Voor de liefhebbers: in België zijn er momenteel dertien quasi nieuwe Alpina’s voorradig, wetende dat het submerk onder de vleugels van BMW gaat transformeren tot een concurrent van Bentley en Mercedes-Maybach. Wie dus nog een echte Alpina uit Buchloe zoekt, die weet waar hij moet aankloppen.

Schrijver dezes zou in ieder geval niet twijfelen om een kleine 120.000 euro op een B3 GT Touring stuk te slaan. Wie nog meer reserves heeft en een Alpina op basis van de 5-Reeks verkiest, kan hetzelfde doen met de zowaar nog machtigere B5 GT Touring die acht in plaats van zes geblazen cilinders heeft. Dan stopt de pret niet bij 529 pk en 305 km/u maar pas bij 634 pk en 330 km/u. Stuk voor stuk snoepjes die met zekerheid ooit klassiekerstatus zullen bereiken…

Eer het zover is, sturen we de B3 GT Touring een laatste keer de Autobahn op voor een welverdiende vaarweltest. Het is natuurlijk een cliché, maar dit zijn de jachtgronden waar Alpina’s op uitblinken. De dubbel geblazen 3.0 in de slow zones beteugelen is zowaar moeilijker dan hem erna los te laten, want trekken doen de Beierse volbloeden al bezeten. Van 120 naar 200 passeert in een oogwenk, maar ook daarna laten de aangepaste turbo’s niet af. De 250 passeert alsof er nooit een begrenzer heeft gezeten, waarna het decor plots erg wazig begint te worden.

290 halen we met de vingers in de neus, maar dan duikt er telkens een vrachtwagen op die het niet zo nauw neemt met de markeringen van de tweevaks-Autobahn. Op zo’n moment is het belangrijk om te herinneren dat je 83 m per seconde aflegt. Ook dat de remweg zelfs met formidabele ankers een paar voetbalvelden bedraagt. Bij 292 km/u houden we het veiligheidshalve voor bekeken, maar geen haar op ons hoofden die eraan twijfelt dat de B3 GT Touring 305 km/u loop. Op GPS, welteverstaan.

De Loh Collection

Hoewel de op 99 exemplaren gelimiteerde B8 GT officieel de allerlaatste Alpina uit Buchloe is, lijken de bezoekers op de parking van het Nationales Automuseum te beseffen dat ze naar een stukje Duitse geschiedenis staan te kijken. De complimenten vliegen ons om de oren, mede dankzij het ALPINA-1 kenteken dat blijkbaar nog altijd moeilijk te vatten valt voor Duitsers en Nederlanders. Voor Belgen vraagt het Nationales Automuseum dan weer een woordje uitleg. Dat is -kort samengevat- de persoonlijke autocollectie van Friedhelm Loh, vandaar ook de ondertitel.

De Duitse industrieel weet al bijna 40 jaar de juiste auto’s op het juiste moment te kopen. Zijn passie voor wielen begon op tienjarige leeftijd, toen hij in de ban geraakte van de Mercedes 190 SL. De jetset-cabrio zou uiteindelijk het startpunt vormen van een collectie die zich initieel vooral op De Ster uit Stuttgart richtte. Gaandeweg kwamen er andere merken bij, aangevuld met vooroorlogse auto’s en competitiewagens. Vandaag is de verzameling dermate uitgebreid dat zowat de hele automobielgeschiedenis van 1895 tot 2023 erin vervat zit.

Sinds 2023 is The Loh Collection toegankelijk voor het grote publiek in Dietzhölztal tussen Keulen en Frankfurt. Met een standaard ticket kan je er de permanente collectie van 150 wagens gaan bewonderen, voor een toeslag krijg je er een thema-expo bij. In 2023 stond die in het teken van 100 jaar Le Mans, in ’24 van Ferrari en dit jaar van 75 jaar Formule 1. Daarvoor leent het Nationales Automuseum soms auto’s van constructeurs, maar vaker ontleent het zelf stukken aan andere musea en expo’s. Zo waren er al auto’s van The Loh Collection te zien in het Le Mans Museum, het Louwman Museum en ook in Autoworld te Brussel.

Met de Alfa Romeo Tipo B (P3) uit 1934 pakte Friedhelm Loh dit jaar zelfs de Best of Show-trofee op het Concorse d’Eleganza Villa d’Este, wat veel zegt over het niveau van zijn verzameling. ’s Mans neus doet het op 79-jarige leeftijd dus nog altijd naar behoren, maar een Alpina heeft hij schijnbaar nog niet. Wat ons betreft mag dat alvast een 3-Reeks zijn, als eerbetoon aan de Neue Klasse waar het voor Alpina in 1965 allemaal mee begon en waar het in 2025 ook mee gaat eindigen.

[Copyright foto’s: Dennis Noten]