Stijn BraesLonden lijkt op het eerste zicht geen uitgelezen plek voor een zomervakantie, wegens een chronisch gebrek aan palmbomen en bijhorende zee. Niettemin blijft het een aanrader voor iedereen die er eens tussenuit wil, en niet alleen op cultureel vlak. Ook DRIVRs zullen er – ondanks verwoede pogingen van het stadsbestuur om milieuonvriendelijke wagens uit het centrum te weren – hun ogen de kost kunnen geven aan al het fraais dat door de binnenstad rolt. Waarvan hieronder akte.
Vanuit die optiek is de Britse hoofdstad vooral in de zomer een bezoekje waard. Niet alleen omdat het er dan ‘slechts’ om de twee dagen regent, maar ook omwille van de zondvloed aan supercars die Londen tijdens de ‘zonnigste’ maanden te verwerken krijgt. Daarbij hebben we het in de eerste plaats over de uit het Midden-Oosten overgevlogen bolides die de omgeving van Knightsbridge onveilig maken. Als je dus even genoeg hebt van de bezienswaardigheden en uitstekende musea zoals Tate, het Science Museum of het Imperial War Museum, dan biedt de omgeving bezuiden Hyde Park een goede verpozing.
Verwacht er evenwel geen subtiele of klassieke schoonheden te zien, want de Qatarese rial werd duidelijk aangewend om Hotwheels-achtige creaties te financieren. Het beste voorbeeld daarvan moet de groteske AMG G-klasse 6×6 zijn, die compensatiedrang hoog in het vaandel draagt. Verder hou je je zonnebril maar best bij de hand aangezien de blinkende Italianen je in alle kleuren van de regenboog tegemoet knallen. Letterlijk dan, want haantjesgedrag is er schering en inslag. De situatie begint zelfs dermate uit de hand te lopen dat er bij de inwoners van Knightsbridge een consultatie loopt over de aanpak van de supercar-overlast in de stadswijk. Kortom: de ultieme ‘blasé’ luxeziekte van een metropool.
Rustiger en klassevoller gaat het er in de chique wijk Mayfair aan toe. Tussen de vele tophotels en statige gebouwen wordt je ondergedompeld in een wagenpark van Mercedi, Range Rovers, Astons en Porsches. Ook klassiekers loop je hier tegen het lijf, zeker in de buurt van de vele handelaars in oude wagens. Geen dubieuze verkopers met gouden ketting en afgesleten leren jasje die je een gammel Golfje van twintig jaar oud proberen aan te smeren, maar eerder een begroeting in verfijnd Cambridge English temidden een verzorgde showroom met daarin een Miura SV, 275 GTB/4 of Dino.
Klassiekers genre oldschool 911’jes of zelfs een Delta Integrale komen je op zondagmorgen in de fraaiere buitenwijken van Londen tegen. Het is ook daar dat The City me echt wist te verbazen, toen ik oog in oog kwam te staan met een Aston Martin DB (2/4) Mark III. Een soort van schuurvondst temidden van een wereldstad, aangezien er van deze laatste Aston coupé met ‘hunchback‘ slechts 551 exemplaren gebouwd werden tussen 1957 en 1959. De elegante Brit kon – net als het herenhuis waarvoor hij troosteloos was achtergelaten – wel een grondige renovatie gebruiken. Maar dan nog is het een zicht dat je enkel in Londen zal meemaken. En daarom alleen is de stad voor octaanliefhebbers geregeld een bezoekje waard.
[Foto’s: Stijn Braes]