Na het neerpennen van mijn eerste stukje, zeg maar liefdesbrief, over de Goodwood Revival vorig jaar, spookt er anno 2016 slechts één gedachte door mijn hoofd: wordt het dit jaar ook zo memorabel? Gaat een tweede trip geen afbraak doen aan het gevestigde droombeeld? Het weer twijfelt alvast tussen top en flop, maar of dat ook de toon zet voor het volledige evenement…
‘Been there done that’. Het is vaak een gevoel dat komt opborrelen wanneer je iets voor de tweede keer meemaakt. Een gedachte, die ook in mijn achterhoofd blijft dwalen wanneer ik op vrijdag 9 september de terreinen van Goodwood betreed. En ja, de sfeer en de randanimatie voelen alvast erg gelijkaardig aan, maar een onderdompeling in de swinging sixties-sfeer is te verwachten en eigenlijk ook een bezoekreden voor de meesten hier. Net als de zee van ‘e-types’ op de klassiekerparking trouwens, niet dat je ons daarover hoort klagen.
Een eerste spoor van teleurstelling begint met een rammelende maag. Het Tesco-supermarktje Tesco is helaas niet meer. De superette, geheel in jaren ’60 stijl of wat had u gedacht, zorgde er namelijk voor dat je snel een snack of broodje kon bemachtigen tegen een aanvaardbare prijs. Maar helaas ben ik dit jaar op een van de eetstandjes met lange wachtrijen en trage bediening aangewezen. Toestanden die aan evenementen genre ‘Le Mans Classic’ doen denken, waar je vaak ellenlang onder een loden zon moet staan schuiven om je dorst te lessen. Gelukkig legt de Revival meeting een limiet op het aantal toeschouwers en zorgt het Britse klimaat zelden voor tropische omstandigheden in september.
Het buikje rond gegeten, kuier ik verder langs het circuit, waar alle bekommernissen als sneeuw voor de zon smelten. Het is in tijden van overdreven veiligheidsmaatregelen nog steeds erg verfrissend om zo kort bij de actie te kunnen komen. Enkel afgescheiden door een laag hekje, sta je op een goede handvol meters van de meest spectaculaire, soms kostelijke, racemomenten denkbaar.
Diezelfde vrijdagavond zorgt de Kinrara Trophy nog voor grommende Astons en gillende 250’s, die vlak voor je neus furieus in duel gaan. Haast elke bocht wordt met een kwispelende staart bij het aanremmen ingezet en met met een fraaie drift richting uitgang afgewerkt. Over 250’s gesproken: tijdens die race waren er maar liefst negen dergelijke Ferrari’s aanwezig. Zeven GT SWB’s, één 250 GTO en één unieke ‘Breadvan’. En als kers op de taart deed er zelfs een 330 GTO mee. Deze raspaardjes met DB4 GT’s, E-types, Austin Healey’s, Cobra’s en een Corvette C1 zien duelleren, blijft keer op keer verwonderen. Instant kippenvel!
Dat deze race spectaculair zou worden, maakt het opwarmingsrondje achter een 250 GTO, met daarin een wijvende Stirling Moss, meteen duidelijk. Al zou het onvergetelijke karakter van de race dit keer aan de slotfase te danken zijn. Tom Kristensen zal vanaf nu niet meer gekend zijn als de man die negen keer Le Mans won, maar als diegene die op de Goodwood Revival van 2016 het stuur van een zilveren 250 GT SWB overnam en daarmee bij valavond door het deelnemersveld stormde. Kristensen heeft er talent voor, zeker als je weet dat hij voor die bewuste dag nog nooit met dergelijke wagens had gereden en ’s ochtends ook al meteen de pole had behaald. Faut le faire.
Zo aangenaam als vrijdag eindigt, zo triestig kondigt de zaterdag zich aan. De hemelsluizen zetten zich open om ons te trakteren op een dagje typisch Engels weer. Ironisch genoeg was het in de rest van Engeland, en bij uitbreiding West-Europa, een stralende zomerdag. Nog even houden we een regendans met Cobra’s vol, maar vroeg of laat zoeken we toch drogere oorden op. Daarvoor biedt de Goodwood Revival trouwens genoeg alternatieve naan. Van een autosalonnetje tot een chauffeursopleiding door Rolls-Royce en zelfs een cursus taartenbakken.
Zondag rustdag. De zon vindt de weg terug naar het circuit, alsook het bier naar onze handen. We besluiten deze editie bovenop een grasheuvel, waarbij D-types en tijdsgenoten het festival afsluiten. Net als vorig jaar is de eindbalans van de driedaagse erg positief. Zo positief dat we niet alleen besluiten volgend jaar opnieuw terug te keren, maar ook de Meeting in maart reeds in de agenda wordt genoteerd. Careful, it’s addictive!