De Stelvio breekt zo hard met het Alfa-verleden dat onze testredacteur meteen alle taalkundige conventies overboord gooit.
Is het gepermitteerd om één keer in de ik-vorm te schrijven, als Alfa-liefhebber die ik al sinds mijn vijftiende ben? Schrijver dezes was namelijk helemaal klaar om de grootste anti-Alfa aller tijden – een SUV op de brandstof van de duivel nog wel – met een goed gemikte pennentrek neer te sabelen en naast de Alfa Romeo Arna te catalogeren. Maar dat blijkt na een intensieve week testrijden niet meteen aan de orde. Integendeel, zelfs.
In het metaal
in 3D maakt de Stelvio een verrassend forse indruk. Aangezien er op termijn nog een compactere variant volgt, richt de Stelvio zijn pijlen (en bijgevolg ook zijn dimensies) op de succesvolle BMW X3 en Audi Q5. Het merendeel van die spieren zijn gestileerde carrosserie, waardoor de binnenruimte en de koffer eerder correct zijn dan royaal bemeten.
Maar toch: je hoeft maar naar de bandenmaat te kijken (225/55 R19) om te weten dat je met een hele berg Alfa onderweg bent. Vandaar ook dat Arese momenteel alleen ‘dikke’ motoren met vierwielaandrijving commercialiseert, genre 200 op 280 pk in benzinetrim en 180 of 210 als diesel. Al is er recent ook een fiscaal interessantere 2.2d met achterwielaandrijving en 150 paarden bijgekomen, 60 minder dan de vierwielaangedreven Q4-versie die wij hier quoteren.
Vloeken in de kerk
Als de Giulia een indicatie mag zijn, dan zorgen met name de diesels voor pittige prestaties bij het gereïncarneerde Alfa. De viercilinder benzine blijkt eerder vlak en karakterloos, wat onderstreept wordt door zijn lage begrenzer bij nauwelijks 6000 toeren. In dat geval kan je al evengoed gaan dieselen voor nog meer koppel bij een lager verbruik, tenminste zolang het nog kan (en mag).
De nieuwe Alfa-diesel hoort immers bij de betere van de klas, met zijn aluminium constructie en puike cijfers – zowel wat de prestaties als het normverbruik betreft: 0 tot 100 in 6,6 seconden en 215 km/h voluit bij minimaal 4,8 l/100 km. Starten doe je de 2.2 – zoals alle nieuwe Alfa’s – met een knop links onderaan het stuurwiel. Bij koudstart hoor je de diesel duidelijk, maar dat betert wanneer de temperaturen oplopen. Aan sound-engineering of ander gefoefel doen ze in Arese niet mee, maar dat hoeft ook niet als de versnellingsbak zo slim en zo responsief is als de ZF-achtbak tussen de voorstoelen.
Akkoord: merken die al langer met de topautomaat werken, hebben de programmering aan stadssnelheden nog beter onder de knie. Maar zet de DNA-knop in Dynamic voor meer gasrespons en iets meer stuurweerstand en de Stelvio is prima bij de les. Helemaal op zijn Italiaans trouwens, door je constant te motiveren om harder te gaan en feller op de Goodyear’s te leunen.
Hoogpoter
Zelfs op banden met een forse wang is de grip indrukwekkend hoog, ongeacht of het nu droog of nat ligt. Combineer dat met een ultradirect stuurhuis (iets meer dan 2 omwentelingen van nok tot nok) en je bent binnen de kortste keren bochten aan het pakken alsof je met een veel kleinere auto onderweg bent.
En daarmee is de aap uit de mouw: de Stelvio is één van die zeldzame wagens die zijn omvang kundig maskeert en bij momenten minimaliseert. Zelfs in die mate dat je de 4,68 m en 1.734 kilo tijdens een geïnspireerde rit helemaal vergeet en met een compactere Giulia onderweg denkt te zijn. Maar omdat de Stelvio (onmerkbaar) vierwielaangedreven is, ervaar je het gebrek aan ESP-uitknop nooit als het issue. En dat is in de Giulia wel eens anders.
Verschoning
‘Met een goed gemikte pennentrek neersabelen en naast de Alfa Romeo Arna catalogeren’ is bijgevolg echt niet aan de orde bij de Stelvio. Sterker nog: je gaat haast een Porsche Macan moeten charteren om een midsize crossover te vinden die even strak stuurt en zo pittig presteert als de Stelvio 2.2d 210.
Zelfs de afwerking, die bij de eerste batch Giulia’s niet meteen om over naar huis te schrijven was, blijkt beter onder controle op de SUV-versie. Het enige wat ons tijdens de testweek echt gestoord heeft, was de eenvoud van de stoelen. Mochten die iets meer instelmogelijkheden hebben – met name om de zitting te kantelen voor steun onder je dijen – dan zouden we met plezier op jacht gaan naar nietsvermoedende pendelaars die de atypische Alfa nooit zoveel dynamiek toedichten. Je gaat je haast afvragen waarom Maserati nog een beduidend duurdere Levante diesel bouwt.
Alfa Romeo Stelvio Q4 2.2d
MOTOR: 4 cilinder turbo, CILINDERINHOUD: 2.143 cc, MAX. VERMOGEN: 210 pk bij 3.750 tpm, MAX. KOPPEL: 470 Nm bij 1.750 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,68/1,90/1,67 m, GEWICHT: 1.734 kg, VERSNELLINGEN: 8, automaat, AANDRIJVING: vierwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 4,8 l/100 km, BANDEN: 225/55 R19 – 225/55 R19 – Goodyear Eagle F1 Asymmetric 3, TOPSNELHEID: 215 km/u, 0-100 KM/H: 6,6 s, VANAFPRIJS: 48.350 euro, SCORE: 4,5/5