Ken Divjak
Omdat de Belgische betonkust niet bepaald een uitdaging vormt voor de Land Cruiser, trokken we naar de overkant van het kanaal om de Toyota’s oer-4×4 wat gevarieerder terrein voor de wielen te gooien.
Het is een vreemde evolutie. Hoewel de SUV’s en de crossovers als champignons uit de grond schieten, kruipen de echte 4×4’s almaar dieper in de grond. Getuige daarvan de Nissan Patrol (die niet meer aangeboden wordt in Europa) en de Mitsubishi Pajero (die op zijn laatste benen loopt). De enige Japanse constructeur die zijn offroader nog gestaag doorontwikkeld, is Toyota. Al is dat ook vreemd als je bedenkt dat het merk ‘volledig’ gekapt heeft met dieselmotoren, maar daar is een uitleg voor.
Contradictie
Op het laatste Salon van Frankfurt had ik de gelegenheid om Sadayoshi Koyari te interviewen, de man die al een paar decennia aan het hoofd van het Land Cruiser-programma staat. Gevraagd naar de contradictie die zijn product in het huidige Toyota-gamma vormt, antwoordde hij: “Mijn afdeling staat min of meer los van de personenwagens, omdat wij totaal andere doelstellingen hebben.”
En die zijn? “De inzittenden van de Land Cruiser zowat overal naartoe brengen waar je maar met een auto kan geraken, én weer terug.” Dat geëlektrificeerde aandrijflijnen daar (nog) niet de oplossing voor zijn, spreekt voor zich. Dat de 2.8 turbodiesel van de J150 moet blijven draaien als er een kogel door de radiator gaat, allicht niet.
Desolatere gebieden
Een trip met de Land Cruiser ondernemen, heeft dan ook iets geruststellends. Je voelt gewoon dat dit model op veel meer voorzien is dan België qua topografie en klimaat te bieden heeft. Maar ook dat het 5-deurs LWB-model met zijn lengte van bijna 5 meter en net geen 2 meter breedte op desolatere gebieden afgestemd is.
Tussen de dranghekken van de paspoortcontrole aan de Eurotunnel houdt het niet over, net als in de trein naar Engeland zelf. Goed dat de Land Cruiser in zijn Premium-uitvoering een offroadcamera heeft, die ook in krappe situaties helpt om schade te vermijden.
“Met het gaspedaal tegen de plank gaat het geheel net genoeg vooruit om met wat goede wil van ‘vlot’ te kunnen spreken, maar dan vraag je wel een inspanning van de viercilinder die de rust aan boord echt niet ten goede komt.”
Korrel zout
Achter het stuur waan je je echt een King of the Road, vooral dankzij de gewelfde motorkap die in het midden uitgehold is om een beter zicht bij afdalingen te bieden. Er zijn maar weinig personenwagens die zoveel wegprésence hebben als deze oerklassieker, zeker in zijn nieuwste vorm die niet bepaald subtiel te noemen valt.
Vanbinnen oogt alles nochtans netjes, met prima lederfauteuils die van lange ritten een eitje maken. De 177 pk sterke DiD wordt altijd aan een zestrapsautomaat gekoppeld, waardoor je alleen gas moet geven en sturen. Al moet je die twee basisprincipes wel met een korrel zou nemen.
Inspanning
Met een leeggewicht van minimaal 2.130 kilo en een motorblok dat op pure trekkracht is geconfigureerd (450 Nm bij 1.600 tpm), mag je geen blits prestaties verwachten. Met het gaspedaal tegen de plank gaat het geheel net genoeg vooruit om met wat goede wil van ‘vlot’ te kunnen spreken, maar dan vraag je wel een inspanning van de viercilinder die de rust aan boord echt niet ten goede komt.
Opteer liever voor de aangehaalde King of the Road-filosofie, die een gezapigere rij- én stuurstijl impliceert. Want met bijna drie omwentelingen van nok tot nok, kan je het stuur evenmin snel noemen. Beide hebben evenwel hun charmes, omdat je van de omgeving kan genieten en eender welk achterafweggetje zonder zorgen kan induiken. De Land Cruiser trekt je er geheid weer uit, zelfs op de standaard gemonteerde Bridgestone straatbanden.
Gezwinde tegenliggers
Laat de Engelse snelwegen –euhm– links liggen en je belandt verrassend snel op pittoreske B-wegen die de mooie kustplaatsjes rond Dover met elkaar verbinden. Wegen die vaak erg smal zijn, met hoge heggen aan de ene kant en gezwinde tegenliggers aan de andere. Het gebeurt je dus meer dan eens dat je met de linkerwielen door kuilen en plassen moet, wat de look van de Cruiser alleen maar ten goede komt.
De strandwegeltjes onderaan de kliffen liggen logischerwijs tientallen meters lager, waardoor de afrijhoek van 25 graden prima van pas komt. De remmen bieden tot slot ook veel vertrouwen, want het lijken wel ankers die de 4×4 met zijn snoet steil naar benden moeiteloos in het gareel houden.
Klein compromis
Met offroadfuncties als Multi-Terrain Select (MTS) en een Torsen-sperdifferentieel is de Land Cruiser 150 uitgerust om de zwaarste 4×4-parcours ter wereld te bedwingen. Want of het nu glibberige modder dan wel mul zand is, de opper-Toyota blijft dé keuze qua offroadvoertuig onder de kenners.
En wat dan nog als die focus een klein compromis voor op de weg inhoudt; als je echt met je leven op een auto moet vertrouwen, dan kies je niet voor een merk dat slecht scoort in de betrouwbaarheidsstatistieken. Nope, dan kies je voor de King of the Road, die in zijn basisvorm al voor 40.000 euro te hebben is.
[Met dank aan Torkel Uggla voor de rijbeelden!]
TOYOTA Land Cruiser 150 5d LWB Premium
MOTOR: vier-in-lijn, biturbodiesel, CILINDERINHOUD: 2.755 cc, MAX. VERMOGEN: 177 pk bij 3400 tpm, MAX. KOPPEL: 450 Nm bij 1600-2400 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,84/1,88/1,83 m, LEEGGEWICHT: 2.130 kg, VERSNELLINGEN: 6, automaat, AANDRIJVING: vierwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 7,8 l/100 km (212 g CO2/km), BANDEN: 265/55 R10, TOPSNELHEID: 175 km/u, 0-100 KM/H: 12,7 s, VANAFPRIJS: 70.150 euro, SCORE: 4/5