Porsche viert vandaag het twintigjarig bestaan van zijn 911 GT3. Goed voor zes succesvolle generaties van de straatlegale circuitracer.
Hij staat bovenaan mijn lijstje van ‘nog te rijden auto’s, de GT3. Welke generatie dan precies? In feite maakt het weinig uit, want van alle modelwissel valt iets te zeggen. Wat wel zeker is is dat iedere DRIVR ooit eens met een GT3 moet gereden hebben. Echte kenners zweren bij de originele en meest rauwe 996 die wel eens listig uit de hoek kon komen, terwijl andere het meer op de generaties van de 997 begrepen hebben. Maar ook de meest recente 991 heeft zo zijn kwaliteiten. Vooral dan sedert de introductie van de 991.2 met 4,0-liter motor en de terugkeer van de handbak.
De eerste generatie GT3 werd vlak voor het nieuwe millennium ontwikkeld door tweevoudig wereldkampioen rally Walter Röhrl, race-ingenieur Roland Kussmaul en de ingenieurs van Weissach. Sindsdien werd de straatlegale atleet bij elke generatiewissel sneller, nauwkeuriger en dynamischer. Maar twee zaken zijn niettemin gebleven. Zijn atmosferische motor met motorsportcredenties en de achterwielaangedreven lay-out. Ook al zagen de meer recente generaties de komst van heel wat technische hulpmiddelen zoals actieve motorsteunen, PDK en vierwielsturing.
Met de wissel van de 911 generatie 991 naar 992, is Porsche ook druk bezig met een gloednieuwe GT3. Die krijgt naar verluidt opnieuw dezelfde karakteristieken van atmosferische flat six en achterwielaandrijving. Maar wat de Duitsers voor de rest nog voor de nieuwe GT3 in petto hebben is momenteel minder duidelijk. Meer van hetzelfde graag. En hopelijk eens die langverwachte testrit.