Stijn Braes
Elektrische Porsches met het opschrift Turbo hebben de magie dan misschien wel wat weggenomen, een 911 met het suffix Turbo is altijd iets bijzonders gebleven zoals dit overzicht van vijf deciennia illustreert.
Anno 1989 liep het storm voor de 911 G 3.3 Turbo, oftewel the “widowmaker”. Immers, met de komst van de nieuwe 911 964 en het gerucht van een 965 supercar, als klein broertje van de 959, leken de dagen van de aloude Turbo geteld. Maar toen die 965 werd geannuleerd greep Porsche opnieuw naar het vertrouwde recept van de die 3.3 turbomotor achterin een bredere, achterwielaangedreven 911. Met de komst van de 993 verloor de Turbo vervolgens niettemin een groot deel van zijn wilde haren, met dank aan een meerarmige achteras, vierwielaandrijving en twee turbo’s (eentje onderin om de plotse klap te verzachten). Voor de echte liefhebbers van pure sensaties kwam er de GT(2) afgeleide, zodat je ook 50 jaar later nog kan kiezen tussen Dr Jekyll and Mr Hyde…