Stellen dat ik geen supporter ben van het openbaar vervoer zou hét understatement van het jaar zijn. Bussen stinken immers – zowel errond als erin – en dat is een gemiste kans. Want net nu veelbelovende marketingpoeha als hybrid drive rijp geacht wordt om de roetwolken op te schonen, trekt niet alleen Vadertje Staat zich noodgedwongen terug in crisisbezuinigingen, ook blijkt deodorant voor veel medereizigers nog altijd het eerste slachtoffer van diezelfde besparing. Busgewijze ophaling van een testwagen verliep ten huize DRIVR dan ook nog nooit zo -ahum- gezellig. Maar dat hebben we graag over voor een test met twee van de beste driver’s cars van het moment.
Mijn absolute favoriet in de nieuwprijsklasse rond de 25.000 euro is de Mazda MX-5. Klein, betaalbaar, achterwielaangedreven en absoluut Jinba Ittai! Maar hoewel de eerder gereden 1.8-basisversie ronduit schitterend scoort, voel je het blok schreeuwen om een vitaminekuur: de 175 Nm’s zijn weliswaar voldoende om de lichte kas gezwind rond de kerktoren te manoeuvreren, toch laten de 126 paarden je op je honger zitten wanneer de weg breder wordt en het toerental stijgt. Het onderstel is perfect gebalanceerd en het kleine karretje kan zonder sper nog altijd lichtjes overstuur(d) geraken bij – naar hedendaagse normen – onwijs lage snelheden, wat het legale rijplezier alleen maar onderstreept.
Lepelen we de hoogtoerige 2.0-zestienklepper in het vooronder en trakteren we de achteras op een sper, dan stelt deze Luxemburgse testwagen zich tevreden met een bescheiden vijfbak en zestienduims rubbers en kan de belevenis per euro er alleen maar op vooruit gaan. Want voor een bijna symbolische 2K meer krijg je in de 2.0 net dat tikje extra balls dat je aanspoort om het volle potentieel op te eisen. Anders verwoord: beide motorisaties blijven ‘niet snel’ en laten het chassis slechts op een fractie van haar kunnen presteren, maar bieden niettemin een ongehoorde portie rijplezier. De basis-1.8 doet dat met een eerlijke rijbeleving die zich in geen enkele andere contemporaine sub-25k roadster zo uitgesproken durft te profileren. Grote broer klopt zelfs aan bij het voorportaal van de échte sportroadster. Hierdoor flirt de chauffeur vaker met de begrenzer (in deze recent gefacelifte versie overigens pas bij 7500 t/m), zoekt hij de extra tractie en geneugten van het sperdifferentieel vaker op maar riskeert hij ook dat zijn bredere glimlach af en toe omslaat in onverwachte deceptie…
De reden? Het nog plezantere alternatief voor Mazda’s budgetvriendelijke roadster in de achteruitkijkspiegel. Voor een goede 20k heb je op de occasiemarkt immers ook een correct onderhouden en linksgestuurde Lotus Elise Mk I, ofwel een rechtsgestuurde Mk II. Die laatste heeft ongetwijfeld agressievere looks, maar plaatst daar een goede vijftig evolutionaire kilo’s tegenover. Maar niet gertreurd: de Elise blijft een vedergewicht en zet in 111 ‘S’-variant slechts een goede 750 kg op de weegschaal. Goed voor 4,8 kg/pk en dus nog altijd een dikke 2,5 kg per pk beter dan de hier met hardtop uitgeruste MX-5.
En dat (gebrek aan) gewicht laat zich overal voelen. In sensationele off-the-line starts en nekbelastende acceleratiekicks bijvoorbeeld, waarin de Elise zich duidelijk de meerdere van de Miata toont – vooral tijdens de fenomenale race door zijn een, twee, drie. En terwijl je het korte pookje in de Mazda quasi automatisch in het schakelrooster commandeert, vereist de Elise niet alleen wat meer mechanische voorzichtigheid maar vooral wat meer armschwung.
Ook bij abrupte koerswijzigingen voel je Colin Chapman’s credo doorschemeren in de Lotus. Het erg kleine, onbekrachtigde en (te) hoog geplaatste stuurwiel laat toe om bochten messcherp aan te snijden, waarbij dat beetje body roll nauwelijks stoort. De onderstuurneiging komt in de Elise sneller en meer frappant tot uiting dan in de MX-5, maar kan gemakkelijk vermeden worden door fijngevoeliger stuurwerk of lift-off. Ten slotte zijn het servoloze stuur en rempedaal misschien een toonbeeld van feedback, maar niet van dagelijks gebruiksgemak aangezien de benodigde remdruk niet van de poes is en parkeren zich ook niet als een Godsgeschenk aandient.
En daar wringt nu net het schoentje bij onze hardcore superheld: naast urbane parkeer- en remgewenning vereist het instappen de souplesse van een gymnast, aangezien de chassisbalk waar je overheen moet best wel breed is en het zitje erachter nóg tien centimeter lager. Een habitus, maar met het dak in loser mode even onhandig als een man met een strijkijzer. Een andere giftige angel toont zich in de zetelkuipen die je beter ‘beenharde zetelschalen’ kan noemen. De opblaasbare lendensteun biedt enigszins soelaas, maar creëert niet meteen de behoefte om een gans weekend te gaan cruisen. Nee, in de Lotus moet het hard gaan. De rauwe motorklank moet triomferen, de kooi vibreren. Ruggen worden bezweet en het rempedaal bijna verkracht. Alleen dan vergeet je de gedachte dat er toch minder spartaanse Faraday-kooien bestaan.
Een paar dagen later wacht ik een tweede keer op de bus. Een zweem malse regen wordt door de talrijke windvlagen tegen mijn onderbenen gesmakt. Wat je allemaal niet voor een testweek over hebt… En reken maar niet op één vrij zitje na die tien minuten durende douche, want iedereen wil plots op ‘mijn Lijn’. Zelfs een blik door het venster wordt me niet gegund, met dank aan het nijpende tekort aan drogeluchtstroming aan boord. En net dan dwaalt de gedachte van een slecht ontwasemende Elise-voorruit opnieuw door mijn hoofd en rommelen er kleine uitlaatplofjes in m’n bovenkamer. Hartverwarmend en tegelijk bevestigend dat basic nog altijd in is: ondergetekende heeft zijn nieuwe MX-5 toch het liefst met 1.8-motor, zestienduimers en canvasdak. En zonder airco, for God’s sake!
[Foto’s: Jeroen Peeters & Ken Divjak]
MAZDA MX-5 2.0 ROADSTER-COUPÉ
Plus | Min |
+ Absoluut rijplezier | – Chassis tot meer in staat |
Weggecijferd
Motor | 2.0 4-in-lijn |
Aandrijving | achterwielen |
Vermogen | 160 pk |
Koppel | 188 Nm |
Gewicht | 1165 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 7,9 s |
Topsnelheid | 218 km/h |
Gem. testverbruik | 10,6 l/100 km |
Prijs (omgerekend vanuit Lu) | 28.400 euro |
Fiscale PK | 11 |
Verdict
LOTUS ELISE ‘MK2’ 111S
Plus | Min |
+ meer DRIVR vind je ze niet | – maar geen daily DRIVR |
Weggecijferd
Motor | 1.8 4-in-lijn |
Aandrijving | achterwielen |
Vermogen | 158 pk |
Koppel | 175 Nm |
Gewicht | 750 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 5,1 s |
Topsnelheid | 212 km/h |
Gem. testverbruik | 8,9 l/100 km |
Prijs (gebruikt) | 20.000 euro |
Fiscale PK | 10 |
Verdict