RWD ShootOut:
Subaru BRZ vs Hyundai Genesis vs Toyota GT86

Was het de tegenstander? Het feit dat de boxer nauwelijks 1000km op de klok had? Of toch de testroute die eerder snel en vloeiend was dan bochtig en haaks? Wat er ook van zij: de Toyota GT86 wist ons medio 2012 niet van onze sokken te blazen, althans niet zoals hij dat bij de meeste andere publicaties deed. Tijd voor een rematch in compleet andere testomstandigheden, en – als we dan toch bezig zijn – het gezelschap van een bloedverwant én een kersverse uitdager…

Dat van die uitdager hebben wij trouwens niet verzonnen. Wanneer de knalrode Hyundai Genesis Coupé bij ons arriveert, ligt er nog een fiche in van het lanceringsevenement twee dagen eerder. Daarop in het vet: «De 2.0 Turbo Sport met Limited-Slip Differential neemt de tweeling Toyota GT86/Subaru BRZ recht in het vizier vanaf 30.999€». Alleen puurt Hyundai geen 200pk uit de geblazen tweeliter zoals Toyobaru, maar 275 oftewel 63 meer dan de vorige 2.0T. Voornamelijk dankzij de toevoeging van een twinscroll turbo met efficiëntere intercooler, en dat bij een quasi identiek normverbruik van 9,4l/100km (vroeger 9,2).

Moet Japan het op de vermogensbank afleggen tegen Zuid-Korea, dan is de koppelvergelijking een regelrechte pandoering voor de atmosferische tweeling; de Subaru flat four met directe én indirecte inspuiting van huize Toyota produceert 205 magere Nm’s bij 6.700tpm, de tweeliter turbo 372 koppelmomenten tussen 2.000 en 4.500 toeren. En toch slaagt de Genesis er niet in om dat -euhm- overgewicht te verzilveren; daarvoor is de kas te zwaar (1.515kg), de turbo te piekerig en de tractiecontrole nog altijd te intrusief. Met als gevolg dat ze alledrie ongeveer gelijk de 100 halen, en slechts 10km/h schelen qua topsnelheid.

En dat laatste is nu een leugentje om tekstwil. De bestickerde GT86 is namelijk geen handgeschakeld exemplaar, maar een klassieke automaat met zes verzetten die het gewicht 23kg omhoog duwt naar 1228, en het acceleratiecijfer van 7,6s naar 8,3 keldert. Genoeg voor puristen om het in Keulen te horen donderen, maar in de praktijk niet zo dramatisch als het lijkt; de schakellepels reageren immers goed op vingercommando, terwijl de snelheid van de enkele koppeling best meevalt. De kwaliteit van de handbak in de Toyobaru is ook niet van die aard dat het een sine qua non wordt, al hoort bij dit type wagen natuurlijk een stick shift – zeker als je wil driften en het koppelingspedaal al eens gebruikt om de achterkant te lossen.

Verder verschillen de BRZ en GT86 toch meer van elkaar dan verwacht. Om te beginnen klinkt de GT86 zoemerig waar de(ze) BRZ intenser overkomt, ondanks gelijkaardige kilometerstand. Het zilveren exemplaar pikt ook gretiger op bij lage toeren, en hangt beduidend beter aan het gas dan de manuele GT86 uit onze vorige test. «Typisch voor Subaru-boxers» aldus de PR-verantwoordelijke die haar perswagens altijd vinniger (én zuiniger) ziet worden met wat kilometers onder de wielen. En nu we het toch over de contactpunten hebben: dat zijn nog altijd Michelin HP Primacy’s oftewel ecorubber dat gemakkelijk schuift maar minder vertrouwen geeft op de rem. Geven en nemen dus.

Het grootste onderscheid zit hem evenwel in de setup. Want waar de BRZ gedefinieerd wordt door zijn scherpe voortrein, is het de mobiele achterkant die de GT86 – in dit soort omstandigheden – typeert. Een heel verschil met de sterielere reacties op droge zomertarmac (toen we de Toyota nog verweten helemaal niet zo speels te zijn), en een duidelijke indicatie dat beide wat hulp nodig hebben van moeder natuur om echt te kunnen schitteren. Tenzij er Keiichi Tsuchiya op je stuurkaart prijkt, welteverstaan.

Of je de versie van Subaru dan wel die van Toyota verkiest, hangt af van je beoogde doel. Is dat zonder veel zelfstudie gecontroleerd dwars gaan, dan is de GT86 je man vrouw. De Subaru verbergt zijn danstalent iets beter, en vraagt meer commitment om dezelfde hoeken te scoren – maar is met gevorderde drifttechnieken als gewichtstransfer, een rukje handrem en wat linkervoetgegoochel zeker zo entertainend. Je moet er alleen harder voor werken, en dat zou wel eens kunnen betekenen dat er op droog minder te beleven valt. Uitsluitsel in de zomer dus, toch wat de BRZ betreft.

Van de Genesis Coupé zijn we nu al zeker: die hoort niet in dezelfde schuif als de andere twee, en ziet zich op elk rijdynamisch vlak gepasseerd ondanks gelijkaardige ingrediënten. Hyundai doet er dan ook goed aan zijn topmodel als prima uitgeruste én comfortabele tweedeurs te positioneren beter dan als heet scheurijzer, want noch de sper (diens werking eigenlijk te zwak is om gecontroleerd te driften) noch het chassis (dat nooit lijkt te settelen onder het geweld van de turbo) maken er een DRIVR‘s car van. Eerder een hot-rod naar Amerikaans model, en dan opteren wij liever voor de lineaire 3.8 V6 met zijn nieuwe achttrapsautomaat en waftability à volonté. Ieder zijn verdienste.

[Foto’s: Jeroen Peeters & Ken Divjak]

SUBARU BRZ

HYUNDAI Genesis Coupé 2.0T

TOYOTA GT86 automaat

Weggecijferd

Verdict

Subaru BRZ
Hyundai Genesis Coupé 2.0T
Toyota GT86 auto