Stijn BraesHet stond eind vorige week in tal van kranten: de regels voor oldtimers worden verstrengd. Doel daarvan is het fiscale misbruik in de klasse van 25 tot 30 jaar aan te pakken, het resultaat dat je pride & joy tegen 2022 effectief drie decennia oud moet zijn om zijn O-plaat te verdienen. En toch was het nog iets anders dat ondergetekende stante pede in zijn pen deed kruipen aan het adres van de verantwoordelijke minister Ben Weyts.
Geachte Minister,
Met interesse las ik op vrijdag 29 september 2017 het artikel in de Tijd over het aanpakken van valse oldtimers. Ik heb er uiteraard niets op tegen dat er wordt opgetreden tegen het misbruik van het oldtimerstatuut; een dergelijk voordeelstatuut mag er enkel zijn voor wagens die effectief louter hobbymatig worden ingezet.
Tegelijkertijd vraag ik me evenwel af of ook het omgekeerde eindelijk eens wordt aangepakt? Al jaar en dag ijver ik ervoor om wagens die nog net geen 25 jaar oud zijn maar wel als oldtimer worden gebruikt, fiscaal te ontzien. Zelf rij ik een 4000 zondagse kilometers per jaar met een wagen uit januari 1994. Alhoewel er identieke exemplaren (dus ook qua verbruik, uitstoot, etc.) zijn die inmiddels kunnen genieten van het oldtimerstatuut, blijf ik de volle jaarlijkse verkeersbelasting (circa 800 euro voor mijn 3.000cc) en de bijbehorende verzekeringspremie betalen tot 2024. Meer nog, door de hervormingen van de laatste jaren zou een volgende eigenaar van mijn wagen jaarlijks 1.600 euro en een eenmalige fikse BIV dienen te betalen. Mijn wagen is dus, in vergelijking met een ouder maar verder identiek exemplaar, op de koop toe ook nog eens flink minder waard in België.
Ik hoop dus nog steeds op de invoering van een eerlijke kilometerheffing of een periode-afhankelijke nummerplaat zoals in Duitsland, waar hobbywagens – ongeacht de leeftijd – een nummerplaat dragen die van april tot en met oktober geldig is. Want de huidige situatie is voor mij, en vele soortgenoten, geheel onhoudbaar. Bovendien stel ik me vragen bij de rechtsgeldigheid om identieke wagens met identiek gebruik dermate verschillend te behandelen. We spreken hier toch over duizenden euro’s over de jaren heen, louter en alleen voor een beperkt verschil in leeftijd.
In de hoop dat u, deze keer, mijn bezorgdheid (eindelijk) ter harte neemt.
Met vriendelijke groet,
Stijn (die nota bene dagelijks gebruik maakt van de fiets en het openbaar vervoer).
Verrassend genoeg bleef het (toegegeven: korte) antwoord van de minister niet lang uit:
Beste,
Aan die km-heffing wordt gewerkt. Ik begrijp verder uw bekommernis maar de leeftijddefinitie van een oldtimer zal anderzijds altijd arbitrair zijn, de lat moet ergens gelegd worden – door Europa. In het andere geval, is er helemaal geen sprake meer van een voorkeursbehandeling.
Met vriendelijke groeten,
Ben Weyts
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse rand, Toerisme en Dierenwelzijn