Twee sportcoupés uit hetzelfde land die tezelfdertijd niet verschillender konden zijn: de Nissan GT-R, alias Godzilla, en de Lexus LC500, oftewel de eerste grote GT van Toyota’s luxedochter. We namen beiden mee op roadtrip naar La Lorraine, de Bourgogne en de Champagne-Ardenne om hun verborgen talenten te ontdekken.
Het avontuur begint nog voor de sluiter een eerste keer geklikt heeft, want bij aankomst in Vresse-sur-Semois ligt er zomaar even vijf centimeter sneeuw. Een kleinigheidje voor de locals, maar genoeg om heel België te blokkeren en zelfs de nationale luchthaven te sluiten. En toch moeten we erdoor. Aan het stuur van de GT-R (die voor de gelegenheid op semi-slicks staat) is voorzichtigheid vereist. De LC500 staat gelukkig op all-seasons, wat al iets beter past bij de sprookjesachtige setting waar snapper J ons in staat op te wachten.
Landgenoten
Jullie vervoegen de actie op weg naar een warm bed in de Bourgogne. Ons traject vertrekt vanuit Vresse-sur-Semois en doorkruist Lotharingen via Verdun en Nancy om uiteindelijk via Neufchâteau in Langres te arriveren. Vervolgens gaat het westwaarts naar het kleine dorpje Savoisy, in de buurt van Châtillon-sur-Seine. De Champagne-Ardennen zullen moeten wachten tot morgen, wanneer we de spitse neuzen terug naar België wijzen voor een changement de décor én van asfaltlint.
Waarom we trouwens deze twee tegenover elkaar zetten? Heel eenvoudig: beide zijn Japans, zijn ongeveer even duur en koppelen hoge prestaties aan een opvallend exterieur. Akkoord, de manier waarop zou niet anders kunnen zijn. De Nissan GT-R gaat intussen al 11 jaar mee, werd bijna al even veel keer bijgeslepen en is uitgegroeid tot hét symbool van de bang for your buck-supercar. Met zijn 570 pk sterke twin-turbo V6 en vierwielaandrijving gaat Godzilla intussen in 2,7 s van 0 naar 100.
Sinds de komst van de Nismo-versie is de standaard GT-R echter meer GT dan R geworden. De upgrade van 2017 heeft voor een nieuwe, comfortabelere cabine gezorgd waarin extra aandacht is besteed aan het geluid en de trillingen, onder meer door noise cancellation-technologie toe te passen.
De Lexus is dan weer een GT in de puurste zin van de afkorting. De eerste poging van Toyota’s luxemerk in het segment van grote sportcoupés is weliswaar een stuk beschaafder dan zijn landgenoot. De LC500-versie die we hier aan de tand voelen interesseert het eigenlijk niet wie de snelste of de krachtigste is. De LC wil zijn inzittenden vooral verwennen met absolute luxe, maar die tegelijk toch ook wat betrokkenheid bieden. En bovendien: zonder het h’tje in zijn typebenaming schuilt er nog steeds een atmosferische V8 onder die lange kap, met twee cilinders meer dan de geblazen V6 van de Nissan.
Hoektanden
Wanneer de Verdun en de kronkelende wegen van de Lorraine onder de karrenwielen passeren, waarderen we meteen de verbeteringen aan de GT-R. Het is natuurlijk nog steeds geen Rolls-Royce, maar het ooit zo rauwe beest heeft zijn hoektanden duidelijk laten polijsten. De karakteristieke transmissiegeluiden zijn bijna onhoorbaar, de instelbare Bilstein-ophanging is flexibeler dan ooit en het nieuwe dashboard biedt zowaar een vleugje luxe terwijl het geheel overzichtelijker en gebruiksvriendelijker werd.
Kortom: zoals aangekondigd is de GT-R comfortabeler dan ooit tevoren, maar denk daarom nog niet dat de GT-R zijn innerlijke vlam gedoofd is. Eén druk op het gaspedaal is nog steeds genoeg om de 3,8-liter grote V6 tot leven te wekken, de twee turbo’s aan te zwengelen en er zonder veel moeite 570 pk uit te persen. Bij momenten lijken het er zelfs 600, zo hard sleurt de GT-R je tegenwoordig naar de horizon.
“Ongeacht hoeveel tijd je achter het stuur van de GT-R besteedt, het geweld waarmee hij je naar de horizon katapulteert went nooit”
Route 51
Zelfs op glibberige wegen biedt dit tweetal zoveel rijplezier dat we bijna vergeten te eten. Terwijl de klok naarstig doortikt zijn het onze borrelende magen die ons doet bij restaurant Route 51 doen belanden, gelegen in een vervallen fabriek. Na een gezonde maaltijd met hamburgers en frisdrank ruilen we de GT-R in voor de Lexus. De eerste indrukken zijn positief, zeer positief zelfs. Lexus is altijd een concurrent van Mercedes geweest, maar is er tot nu toe eigenlijk niet in geslaagd om bepaalde Toyota-onderdelen uit zijn interieurs te weren.
Met de LC is dit niet langer het geval. De luxueuze cabine wordt gekenmerkt door een hoog niveau van kwaliteit en afwerking. Afgezien van het frustrerende navigatiesysteem zou de binnenkant van de LC zelfs niet misstaan in een premium Duitser, wat een hele prestaties is. Maar we zijn natuurlijk niet naar hier gekomen om louter over de afwerking te praten.
Een druk op de startknop doet de atmosferische 5,0-liter V8 brullen zoals alleen een Maserati GranTurismo dat kan. Met dank aan de uitlaatkleppen die open blijven tijdens het opstarten, wat voor wat een pak extra drama zorgt. En het moet gezegd worden: de ervaring achter het stuur van de LC500 wordt echt gedomineerd door de V8. Hoewel hij niet veel verder draait dan 7.000 omwenteling, levert hij zijn 471 pk nog steeds helemaal bovenin het toerengebied. En dat gaat gepaard met een fraaie mix van uitlaat- en inductiegeluid, ook al is de coupé soms iets te dik geïsoleerd voor zijn eigen goed. Het blijft tenslotte een Lexus.
Tientraps
De achtpitter is in dit geval gelieerd aan een nogal aparte versnellingsbak met tien verzetten – ja, 10! – wat helpt om zijn (relatieve) gebrek aan koppel te verbergen. Al blijft het in sé natuurlijk een CVT-automaat met gesimuleerde versnellingen, die op zijn beurt nog eens gekoppeld is aan klassieke viertrapsautomaat. Klinkt complex (en dat is het ook) maar de bediening blijft conventioneel, ook al schakel je je soms te pletter in de manuele stand.
Op de winterse wegen van Lotharingen kunnen we de LC evenwel niet tot het uiterste drijven. Maar je voelt wel dat er onder zijn GT-sluier een auto met sportieve inborst schuilt. Ondanks zijn 1.935 kg danst de LC vrij gewillig op de toppen van zijn tenen, zij het zonder dat laatste tikkeltje precisie te communiceren.
Het asfalt richting Langres à Savoisy is van slechte kwaliteit, maar de opvolging van bochten lijkt maar niet te stoppen. Intussen is het zelfs al donker. We springen nog vlug van in de ene protagonist naar de andere om uiteindelijk de Lexus te kiezen om deze dag te beëindigen. Want na 500 km zijn de Recaro’s en de stevige ophangingen van de Nissan niet de beste vrienden van zijn vermoeide bestuurder.
Waaierbochten
Na een aangename avond en een goede nachtrust verlaten we bij zonsopgang het pittoreske dorpje Savoisy. Wederom heeft het deze nacht gesneeuwd – een terugkerend tafereel tijdens deze roadtrip – maar toch hebben we de snelweg tot nu toe nog niet gebruikt. Nee, onze voorkeur gaat steevast uit naar départementales en nationales. In tegenstelling tot de dag ervoor zijn de bochten wel zeldzamer geworden, met eerder lange curves dan haarspeldbochten.
Kortom: het ideale terrein voor een GT, dus daar schittert de Lexus. Het comfort, hoewel aan de stugge kant, gaat gepaard met een voorbeeldige wegligging. Dankzij de tien verzetten die verborgen zitten in de aandrijflijn, is de grote V8 bijna inactief.
In de Nissan is het een ander verhaal. Hoewel de bak al verschillende updates heeft ondergaan, kan hij zijn geboortejaar moeilijk verbergen in de automatische modus. Waar de Lexus te allen tijde ontspannen is, lijkt de Nissan altijd op scherp te staan – als een dier dat klaarstaat om zijn prooi te bespringen. Enige nadeel: met voorbanden in maatje 255 heeft de GT-R iets vaker last van spoorvorming.
Terug bij af
Na meer dan 1000 km op de Franse wegen bevinden we ons uiteindelijk terug op het Ardeense asfalt waar we deze tweedaagse begonnen zijn. Gevoed met de nodige indrukken is het nu iets makkelijker om de twee – nochtans volledig tegenovergestelde – karakters uit elkaar te halen. Beide van Japanse makelij, maar tegelijk zo verschillend.
Toegegeven, de Nissan blijft het brutale en agressieve beest dat we altijd bewonderd hebben, maar zijn ijzeren vuist is nu bedekt met een zijden handschoen. De Lexus is dan weer geknipt voor een trip zoals deze, alsof hij gemaakt is om moeiteloos lange afstanden te verteren.
En toch moet de LC500 zich zeker niet schamen als de eerste bocht zich aandient. De capaciteiten van de GT-R mogen dan nog altijd hallucinant zijn, de LC500 pareert ze op zijn eigen manier. Of hoe Toyota-CEO Akio Toyoda zijn DRIVR-invloed duidelijk ook bij Lexus laat gelden.
Lexus LC500
MOTOR: 8-cil. atmosferisch, CILINDERINHOUD: 4.969 cc, MAX. VERMOGEN: 478 pk bij 7.100 tpm, MAX. KOPPEL: 540 Nm bij 4.800 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,77/1,92/1,34 m, WIELBASIS: 2,870 m, GEWICHT: 1.935 kg, VERSNELLINGEN: 10, automaat, AANDRIJVING: achterwielen: BANDEN: 245/40 R21 – 275/35 R21 – Bridgestone Turanza T005 RFT, TOPSNELHEID: 270 km/u, 0-100 KM/H: 4,7 s, PRIJS: 109.190 euro, SCORE: 4,5/5
Nissan GT-R (MY 2017)
MOTOR: 6-cil. turbo, CILINDERINHOUD: 3.799 cc, MAX. VERMOGEN: 570 pk bij 6.800 tpm, MAX. KOPPEL: 633 Nm tussen 3.300 en 5.800 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,71/1,89/1,37 m, WIELBASIS: 2,780 m, GEWICHT: 1.784 kg, VERSNELLINGEN: 6, twin clutch, AANDRIJVING: vier wielen: BANDEN: 255/40 R20 – 285/35 R20 – Dunlop Sports Maxx GT600, TOPSNELHEID: 315 km/u, 0-100 KM/H: 2,7 s, PRIJS: 99.900 euro, SCORE: 4,5/5