Pieter AmeyeDaarmee neemt Bräck de plaats in van Chris Goodwin die onlangs, en geheel onverwacht, naar de concullega’s van Aston Martin verkaste.
Want hoewel McLaren over en batterij testrijders beschikt, moet er wel eentje aan het hoofd staan om de ontwikkeling van bestaande en nieuwe modellen te stroomlijnen. Een taak die tot voor kort toebehoorde aan de immer sympathieke en welbespraakte Chris Goodwin, die daarmee ook verworven was tot ambassadeur voor het merk.
Ook op testritten met potentiële klanten of op persevenementen was Goodwin steeds van de partij. Zoals hier bijvoorbeeld, bij de lancering van de P1 op het Circuit Yas Marina in Abu Dhabi. Een vervanger vinden zou dus niet evident zijn.
Testrijder voor Lanzante
Goodwin’s vervanger komt er nu in de vorm van Kenny Bräck. Als ex-winnaar van de Indianapolis 500 en Indycar heeft de Zweed zijn rijkunsten al meermaals bewezen. En als testrijder voor Lanzante Motorsport, bouwers van onder andere de P1 GTR LM, kwam hij al eerder in contact met absurd snelle McLarens. Tijdens die periode assisteerde hij bovendien ook het moederhuis bij de ontwikkeling van de 720S en recenter nog Senna (GTR).
Bräck is ook een graag geziene gast op evenementen zoals Goodwood Festival of Speed of Goodwood Revival, waar hij keer op keer het beste van zichzelf laat zien. Zoals in 2013 bijvoorbeeld, achter het stuur van een originele GT40 in de regen. Beelden die je moet gezien hebben.
Zelf had Bräck nog dit te vertellen over zijn nieuwe functie:
“It is a great gift to be able to work with your passion and break new boundaries, and to have the opportunity to work with the highly skilled and determined team at McLaren Automotive is just fantastic. I am driven by a desire to win, to achieve results; for me, the key dynamic traits needed to explore my own limits and those of a vehicle on a race track are predictability and consistency. These elements are also fundamental for a road car to be both safe and satisfying and as a result you’ll find them integral to the McLaren 720S and the McLaren Senna.”