Zelden waren we zo benieuwd en tegelijk bevreesd, als naar/voor de nieuwe Mégane RS. Heeft Renault Sport zijn mojo opnieuw gevonden?
De boosdoener is de huidige generatie Clio RS die bij zijn transformatie naar hot hatch van de 21e eeuw te veel van zijn focus heeft ingeruild voor comfort en dagelijkse bruikbaarheid. Naar het voorbeeld van de Clio RS is ook deze Mégane RS er enkel als vijfdeurs, terwijl ook de zestraps EDC-automaat met dubbele koppeling zijn intrede heeft gemaakt. Al is er gelukkig nog een versie met handgeschakelde zesbak beschikbaar. Op die versie is het evenwel nog enkele maanden wachten want momenteel bouwt Dieppe enkel deze niet-Cup-versie zonder mechanische sper en mét automaat. Op papier misschien wel de minst DRIVR-georienteerde versie van de RS.
Mechanische ingrediënten
We herhalen voor alle duidelijkheid nog eens de mechanische ingrediënten. Ook deze Mégane RS is net zoals zijn voorgangers een pure voorwielaandrijver met extra spoorbreedte op beide assen, maar krijgt met deze derde generatie RS standaard hulp van Renault’s 4Control-vierwielsturing die, afhankelijk van de gekozen stuurhoek en rijsetting, al dan niet enkele graden mee- of tegenstuurt. De motor is de geblazen 1,8-liter vier-in-lijn die onder ander ook in de Alpine A110 ligt, is kleiner en lichter dan de oude 2,0-liter en perst er 280 pk (bij 6.000 tpm) en 390 Nm koppel (tussen 2.400 en 5.000 tpm) uit. Goed voor een sprint naar de 100 in 5,8 s en een onbegrensde top van 255 km/h.
Renault heeft er dus niet voor gekozen om het aantal pk’s sterk te verhogen in vergelijking met zijn voorganger. De Mégane zit daarmee qua vermogen tussen hot hatches zoals de VW Golf GTI (230 pk) en Hyundai i30 N Performance (275 pk), en de SEAT Leon Cupra (300 pk), Honda Civic Type R (310 pk), VW Golf R (310 pk) en Ford Focus RS (350 pk).
Al prijzen die twee laatste zich eerder richting hyper hatches zoals de Audi RS 3 en Mercedes A45 AMG. De Mégane is dan wel weer de enige met vierwielsturing. En die komt al eens van pas. Want de sportiefste Mégane groeide wedrom in alle richtingen en tikt nu, mede door de extra hardware, af op 1.430 kg. Al is dat nauwelijks 35 kg meer dan de oude, handgeschakelde driedeurs.
Hydraulische bumpstops
Wat we vooral willen weten is of de Mégane het pure en speelse, maar tegelijk gefocuste, karakter van zijn voorganger heeft weten te behouden. De ophanging, met koppelstuurwerende PerfoHub-ophanging vooraan en starre as achteraan, is trouw gebleven aan de setup van zijn voorganger. Ze innoveert evenwel met hydraulische bumpstops op alle vier de hoeken. Een setup die de ingenieurs bewust verkiezen boven complexere en zwaardere adaptieve dempers en die we best kunnen smaken. Zeker omdat de rest van het karakter van de auto wel behoorlijk instelbaar is. Maar daarover later meer.
De vering en demping van de RS met Sport-ophanging, beter dan Cup-ophanging, staat in ieder geval op punt. Zelfs op relatief grote 19-duimers (18-duimers zijn standaard) blijft het veer- en dempcomfort zelfs op slecht tarmac overeind. En ook de uitstekend steunende sportkuipen dragen bij tot het rij- en zitcomfort van de RS. De elektronische stuurservo is naar goede Renault Sport-gewoonte aan de zware kant maar werkt feilloos samen met de vierwielsturing die in korte bochten de wielbasis verkleint en het omgekeerde in de snellere curves.
Tot 100 km/h
Opvallend is wel dat de achteras in de meest sportieve racemodus meestuurt tot 100 km/h. Veel sneller dan normaal het geval is. Dat maakt deze Mégane extra scherp en doet de toegenomen afmetingen vaak vergeten. Ook al verslikt het systeem zich in korte bochtencombinaties soms als de elektronisch gesimuleerde sper de pedalen verliest en je via stuurreacties tracht te compenseren.
Van de racemodus zal je overigens frequent gebruik maken want in alle andere modi (Comfort, Neutral en Sport) voelt de RS wel erg braaf aan. Het is bijna alsof je met een gewone Mégane GT onderweg bent. Dat is enerzijds de schuld van de vele modi en hun invloed op het karakter van de auto, maar anderzijds ook omdat de motor, ongeacht de gekozen modus, aan de anonieme kant is.
Vaste kolompeddels
Zowel qua geluid als in karakter en in de afgifte van het vermogen inspireert de achttienhonderd zelden of nooit. Want los van het gesimuleerde uitlaatgeluid tijdens het opschakelen, is de geluidskwaliteit eerder beperkt. En dat ondanks een knoert van een uitlaat met daarin twee grote individuele pijpen. In de toeren ontbreekt het de geblazen viercilinder bovendien aan daadkracht en een echte punch naar de toerenbegrenzer. De koppel- en vermogenscurve zijn misschien wel te vlak waardoor je de echte turbosensatie van de oude tweeliter mist. Ook al presteert de elektronische sper daardoor in veel omstandigheden iets beter dan verwacht. De EDC-automaat doet het dan weer opvallend goed met snelle schakelacties op en neer. En dan vooral wanneer het hard gaat.
In de manuele modus schakel je via twee vaste kolompeddels. Maar die staan nog steeds bijzonder onhandig en hoog gepositioneerd waardoor je regelmatig een gangwissel mist. En ook de schakelactie zelf laat nog steeds te wensen vanwege een vage klikactie. Dat doet ook het ergste vermoeden voor de Alpine A110 die het met dezelfde hardware rooit. Opvallend is nog dat je niet sequentieel kunt schakel via de pook. Je bent dus verplicht de peddels te gebruiken indien je zelf wilt schakelen.
Conclusie
Na een korte maar krachtige kennismaking met de nieuwe Mégane RS kunnen we enkel concluderen dat het wachten is op de handgeschakelde versie met mechanische sper, en dus Cup-chassis. Zonder volwaardige sper en met de automaat is de Mégane gewoon te braaf waardoor je soms al eens vergeet met een echte Renault Sport onderweg te zijn. Dat was in de oude RS gewoonweg niet het geval. De neofiet is completer, comfortabeler, ruimer en net iets luxueuzer afgewerkt en daardoor dagelijks beter inzetbaar.
Of Renault Sport zijn mojo terug heeft? Laat ons stellen dat ze hun huiswerk alvast beter gemaakt hebben dan bij de Clio het geval was. Maar voorlopig staat deze Mégane met EDC niet afgetekend bovenaan het hot hatch-firmament.
RENAULT SPORT Mégane RS 280 EDC 4Control
MOTOR: vier-in-lijn, turbobenzine, CILINDERINHOUD: 1.798 cc, MAX. VERMOGEN: 280 pk bij 6.000 tpm, MAX. KOPPEL: 390 Nm tussen 2.400 – 5.000 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,37/1,87/1,45 m, LEEGGEWICHT: 1.430 kg, VERSNELLINGEN: 6, automaat, dubbele koppeling, AANDRIJVING: voorwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 6,9 l/100 km (155 g CO2/km), BANDEN: 245/35 R19 – 245/35 R19 – Bridgestone Potenza 5001, TOPSNELHEID: 255 km/u, 0-100 KM/H: 5,8 s, VANAFPRIJS: 36.300 euro, SCORE: 4/5