Naar Goodwood Revival trekken kan ernstige gevolgen hebben. Niet alleen geraak je er zo aan verknocht dat je elk jaar blijft terugkomen – tot twee keer per jaar toe zelfs want de Members Meeting in maart blijkt nog meer verslavend – maar je leert er ook fijne mensen kennen boordevol gave ideeën.
Zo zaten we in september 2017 bij pot en pint met ons vast groepje petrolheads na te kaarten, wanneer we in gesprek geraakten met een Engelsman die reeds de halve wereld had rondgereisd op zoek naar het geasfalteerde nirwana. Zijn conclusie was dat de Schotland met de North Coast 500 (NC500) met stip op plaats één prijkt.
Na dat boeiend avondje vol nuttige tips en weetjes ging het snel, in oktober lag niet alleen de route reeds vast maar ook hotels en B&B’s waren reeds geboekt. Vervolgens begon het lange wachten richting juli 2018. We zouden de NC500 in omgekeerde richting rijden, van oost naar west, om zo het uitzicht steevast mooier te laten worden. Als toetje werden nog enkele extra’s aan de route toegevoegd, zoals het magische Isle of Sky, zodat we aan tien goedgevulde dagen roadtrippen zouden komen.
The Old Military Road
Dagen, weken en maanden streken voorbij en eindelijk was die langverwachte en zalige zomer van 2018 daar. Door de nachtboot in het Nederlandse IJmuiden te nemen, werden we in Newcastle, relatief kort bij de Schotse grens, ’s ochtends fris en monter afgedropt. Klaar om de resterende 500 kilometers af te malen richting het officiële startpunt van onze NC500 in Inverness. Deze afstand overbrugden we deels via ‘the Old Military Road’, een bijna 100 kilometer lange en 300 jaar oude weg die steevast bovenaan prijkt in lijstjes van leukste wegen op de Britse eilanden.
En toegegeven, ook al laat de kwaliteit van het asfalt soms enkele steken vallen – maar nog niets in vergelijking met wat ons te wachten zou staan – deze weg kronkelt heerlijk door een ruw en woest landschap met afgevlakte bergtoppen aan weerszijden.
Ook al willen de Schotten zich duidelijk distantiëren van de Engelsen, Inverness op een zaterdagavond doet ons toch sterk denken aan de dronken uitgaansbuurten van hun zuiderburen… Dan maar snel verder naar het rustige en dunbevolkte noorden trekken. Richting Dunnet Head, het meest noordelijke punt van het Britse ‘vasteland’ dat op dezelfde breedtegraad ligt als het beginpunt van Noorwegen.
Whisky
Wie Schotland zegt whisky, dus een bezoek aan een destilleerderij mag niet ontbreken. Echt moeite moet je niet doen om er een te vinden, de bermen van de weg zijn bezaaid met bordjes die je neus en mond richting – met trots gedestilleerde – whisky brengen. Aangezien Glenmorangie net op ons pad lag toen we nood hadden aan een rustpauze, was onze keuze snel gemaakt. Ook al is het één van de grotere destilleerderijen met een eerder neutrale smaak, het is nog steeds gezellig en bescheiden van omvang met circa 20 werknemers.
Terwijl Europa kreunde onder de hittegolf, kloeg men tijdens de rondleiding ook hier over de erg warme temperatuur van… 22 graden. Het voordeel van de NC500 in tegenwijzerzin af te werken is dus dat het landschap steevast mooier wordt. Een eerste absoluut hoogtepunt zijn de fraaie stranden in Durness. En het zou vervolgens nog prachtiger worden op het kleine schiereiland Applecross.
Een piepkleine plek die niettemin alles te bieden heeft; zowel een fraaie kustweg met charmant dorpje als de bergpas Bealach na Ba die je van zeeniveau naar 626m hoogte brengt. Een paradijselijk gevoel dat slechts ’s ochtends bij het vertrek verstoord werd door gemiezer, dichte mist en amper 10 graden bovenop de bergpas.
Gepassioneerde erfgenamen
Schotland bleef ook verder doorheen de tocht kwistig met de clichés strooien, rode oude telefooncellen, kastelen of ruïnes en een massa aan vrij rondlopende schapen. Dat laatste zorgt niet alleen voor idyllische taferelen, telkens je in die typische zee van groen uit de wagen stapt dien je goed op te letten waar je je voeten plaatst. Eilean Donan Castle was een van de befaamde kastelen op de route. Het kasteel uit de film Highlander werd aan het begin van de 18e eeuw opgeblazen en vervolgens in de 20ste eeuw opnieuw zorgvuldig opgebouwd door gepassioneerde erfgenamen.
Het absolute hoogtepunt volgde bij het idyllische, met palmbomen en zeilboten versierde, kustdorpje Plockton aan de oevers van Loch Carron. Hier zouden we twee nachten verblijven om het naburige Isle of Skye te verkennen. Isle of Skye is van ongeziene schoonheid maar daardoor helaas ook erg toeristisch, met vaak Duitse – en verrassend genoeg – ook Italiaanse kampeerwagens.
Single track roads
De enige destilleerderij op het eiland – zijnde Talisker – is een goed voorbeeld van de populariteit van dit gebied. Een omvangrijke en propvolle parkeerplaats en een gigantische giftshop met jassen, potloden en sweaters van het whiskymerk. Echter, eenmaal je kleine, doodlopende wegen neemt richting een van de vele baaien, dan beland je middenin rustige en adembenemend mooie stukjes natuur. Hemel op aarde bij mooi, zonnig weer, al is het asfalt – net als in de rest van Schotland – van deze single track roads vaak niet van de beste kwaliteit. Kom je met een sportwagen, dan zal ook de onderkant van de wagen Schotland zo nu en dan van erg kortbij leren kennen.
Mooie liedjes duren echter nooit lang. Zo was het helaas tijd om de terugweg richting Newcastle aan te vatten, met nog een laatste tussenstop bij Fort William en het beroemde Glennfinnan Viaduct. Dit 120 jaar oud pareltje – dat een perfecte eenheid vormt met zijn schilderachtige omgeving – ontvangt tijdens de zomer nog steeds tweemaal per dag de stoomtreinen die pendelen tussen Fort William en Mallaig. Geen wonder dat ook de makers van Harry Potter deze magische locatie opzochten.
Nachtboot
Met flink wat herinneringen voor het leven op zak reden we opnieuw de nachtboot op in Newcastle. Het finale oordeel over Schotland en de NC500 in het bijzonder is uiteraard positief – maar dat had u ondertussen waarschijnlijk wel door. Idyllische vergezichten met véél groen, pittoreske dorpjes en ruwe natuurpracht op zijn allerbest. Het zomerse toerisme en de staat van de wegen – die niet altijd uitnodigen tot sportief rijden – zijn enigszins dompers op de feestvreugde. Maar laat dit u vooral niet tegenhouden om ook zelf de oversteek te maken en de magie van Schotland te ontdekken.