Hij is er. De opvolger van de mythe, de legende, het icoon; de McLaren F1. Maar is zijn opvolger Speedtail de link ook echt waard?
Dat het maar liefst 20 jaar geduurd heeft vooraleer McLaren met een opvolger van de F1 is gekomen heeft meerdere redenen. Enerzijds omdat het het huidige McLaren niet het McLaren is van twee decennia geleden, anderzijds omdat de F1 intussen zo’n mythische status bereikt heeft dat opvolging verzekeren lang niet evident is.
Maar nu heeft McLaren naar eigen zeggen dus echt een opvolger klaar. De Speedtail, tot voor kort Besproke Project 2 – 3 seat lay-out (BP23) heeft net zoals de F1 een driezitsconfiguratie die meteen ook de grootste link is tussen beide auto’s.
Andere raakpunten zijn zijn hoge topsnelheid van 403 km/h (hoewel dat nooit een doel op zich was bij de F1), carbon monocoque, een flink prijskaartje (1,75 miljoen pond, plus lokale taksen) en een gelimiteerde oplage van 106 exemplaren. Hetzelfde aantal als alle F1’s gecombineerd.
In zowat alle andere opzichten heeft de Speedtail weinig of niets te maken met het origineel. Geen atmosferische V12 dus acheterin, maar een hybride combinatie van een 4.0-liter V8 twin turbo met batterijpakket en elektromotor die hun vermogen via een 7-traps DCT naar de achterwielen sturen. Hoeveel vermogen? Maar liefst 1.050 pk. Daarmee sprint de Speedtail in 12,8 s naar de… 300 km/h. Ter vergelijking, daar had de P1 maar liefst 16,5 s voor nodig.
In vergelijking met het origineel is de Speedtail met zijn droog gewicht van 1.430 kg aan de zware kant. Maar McLaren heeft niettemin ingezet op lichtgewichtoplossingen. Zo is de carbon carrosserie dunner en lichter dan ooit, zijn onderdleen zoals de voorsplitter, zijschorten en diffusor gemaakt van Thin-Ply Technology Carbon (TPTC) en worden er het in totaal maar vier glaspanelen gebruikt. De Britten zien de Speeedtail als een ‘hyper GT’ waardoor absolute gewichtsbesparing geen doel op zich was. Daarvoor heeft het naar eigen zeggen de Senna gebouwd. Benieuwd hoe Gordon Murray, bezieler van het origineel, erover denkt.
Waar het bij de Speedtail wél om draait is aerodynamica. En wat dat betreft innoveert de pijlstaart met trucjes zoals camera’s die dienst doen als zijspiegels, statische wielcovers voor de voorwielen en twee hydraulische gestuurde vleugeltjes van flexibel carbon die dienst doen als achterspoiler, en à la Pagani Huayra, onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen.
In het interieur is het niet alle de driezitsconfiguratie die opvalt, maar ook het dashboard met maar liefst vijf schermen (waarvan twee voor de zijspiegels). Het centrale scherm wordt daarbij gebruikt voor de meest relevante informatie, terwijl de schermen links en rechts gebruikt woorden voor bijzaken zoals het infotainment. Net als in de F1 is Speedtail gezegend met een superlicht geluidssysteem dat dit keer niet afkomst is van Kenwood, maar van McLaren’s thuisleverancier Bowers & Wilkins.