Rijtest: BMW X4 xDrive30i (G02) (2018)

Met meer dan 200.000 orders op nauwelijks vier jaar tijd heeft de eerste generatie X4 het lang niet slecht gedaan. Toch staat zijn opvolger al klaar. Weliswaar minstens zo controversieel als het origineel. Maar met het gloednieuw chassis van de X3 en dus minstens zoveel gangbare technische- en veiligheidssnufjes. Of hij er ook als DRIVR is op vooruit gegaan?

De controverse rond ‘even’ genummerde X-modellen is nooit ver weg en dat is ook bij deze nieuwe X4 het geval. Waar het uitgaande model een weinig inspirerend ontwerp had dat losjes gebaseerd was op dat van grote broer X6, is dat bij deze nieuwkomer al een stuk minder het geval. Vooral dan de achterkant met zijn nogal dunne, en voor BMW atypische lichtblokken, zorgen voor een zucht van identiteit. Ook al roepen ze ongewild ook associaties op met enkele modellen van de concullega’s uit Stuttgart. Voorts zal ook deze X4 – wat ons betreft – geen aanspraak maken op designawards. Eigen aan het genre zeg maar. Want de concurrentie doet het zeker niet (veel) beter.

Langer, breder en lager

Net zoals zijn donor X3 maakt ook de X4 gebruik van het OKL-platform en groeide hij daardoor in quasi alle richtingen. Zo werd hij 370 mm breder en 810 mm langer, maar wel 3 mm lager waardoor zijn luchtweerstandscoëfficiënt er met 10% op vooruit is gegaan. De wielbasis steeg zelfs met 540 mm. Iets waar vooral de achterste inzittenden van kunnen profiteren. En ook de kofferruimte steeg met een extra 25 liter om voortaan tussen de 525 en 1.430 liter bagage te slikken. Hoge(re) voorwerpen zijn evenwel nog steeds uit den boze.

Ook op het vlak van motoren leunt de X4 nauw aan bij zijn meer praktische broer X3. Zij het dan de iets meer krachtigere versies. Op het vlak van benzines zijn dat twee geblazen viercilinders, namelijk de 184 pk sterke 20i en de door ons geteste 252 pk sterke 30i. En één 354 pk sterke 3.0-liter zes-in-lijn die als M40i door het leven gaat. Telkens zijn ze gekoppeld aan een performante 8-trapsautomaat en xDrive-vierwielaandrijving. Bij de diesels is er de keuze uit een 190 pk sterke 20d (al dan niet met een fiscaal vriendelijke 163 pk) en een 231 (of 211 pk) sterke 25d, terwijl de 326 pk sterke M40d de zescilinderhonneurs mag waarnemen. Al plant BMW later nog een full fat M versie die vermoedelijk de twin-turbo S55 zes-in-lijn krijgt en krachtpatsers als de AMG GLC Coupé 63 te lijf mag gaan.

Te vlakke koppelcurve (?)

Maar nu dus terug naar onze xDrive30i. Een nomenclatuur die niet langer garant staat voor zes perfect gebalanceerde zuigers in rechte lijn, maar een extra krachtige viercilinder turbobenzine. Goed voor 252 pk (tussen 5.200 en 6.500 tpm) en een extreem vlakke koppelcurve van 350 Nm (tussen 1.450 en 4.800 tpm). Daarmee sprint je in 6,3 s naar de 100 km/h en naar een aerodynamisch begrensde top van 240 km/h. En dat bij een opgegeven gemiddeld verbruik van slechts 7,3 l/100 km. Lang niet slecht voor een crossover, of SAV zoals München hem zo graag noemt, die, ondanks een kleine gewichtsdaling tegenover zijn voorganger, toch nog vlot 1,8 ton (en meer) op de weegschaal zet. In de praktijk doe je er echter makkelijk 3 l/100 km bij.

“Niet dat deze X4 daardoor traag zou zijn of aanvoelen. Integendeel zelfs. Maar het loont gewoon niet om zélf de teugels in handen te nemen. Ook al omdat het gewicht zich op en richting limiet meer en meer laat voelen en de standaard variabele stuurservo dan soms het noorden kwijtraakt”

Zijn gewicht maskeert hij initieel best voorbeeldig. Mede dankzij de passieve standaard M Sport-ophanging, die opvallend goed afgesteld staat, en veel souplesse kent maar ook precisie communiceert, en zijn bijzonder gewillige en hoogtechnologische aandrijflijn die van meet af aan bij de les is. Die laatste laat daardoor ook meer daadkracht vermoeden dan er uiteindelijk voor handen is. Een medaille die ook een keerzijde heeft.

Want eenmaal je de Sport-knop duimelt, de automaat uit zijn ‘D’ haalt en in de manuele modus mikt, ligt er plots niet zoveel meer extra op de prestatietafel. Een gevolg van een té vlakke vermogenscurve die extra toeren weinig laat opbrengen. Niet dat deze X4 daardoor traag zou zijn of aanvoelen. Integendeel zelfs. Maar het loont gewoon niet om zélf de teugels in handen te nemen. Ook al omdat de xDrive-vierwielaandrijving steeds tractie boven slip verkiest, het gewicht zich op en richting limiet meer en meer laat voelen en de standaard variabele stuurservo op dat moment soms het noorden kwijtraakt.

Ook op het vlak van geluid presteert de 30i anoniem. Fluisterstil, dat wel. En ook op het vlak van technologie indrukwekkend met een snelle respons, een nog snellere start/stop en – zoals reeds gezegd – power over een extreem groot toerengebied. Maar ongeacht de gekozen stand, de positie van de automaatpook of het aantal toeren, is er gewoon weinig of geen geluidssensatie. BMW lijkt ditmaal zelfs de moeite niet te hebben gedaan om veel ‘fake’ geluid door de speakers te sturen. Een beslissing die we aan de ene kant kunnen appreciëren, maar aan de andere kant misschien noodzakelijk had geweest. Een BMW met 30i-badge en 252 pk moet op dat vlak gewoon meer in zijn mars hebben. Punt.

Conclusie

De tweede generatie X4 is er op heel wat vlakken flink op vooruit gegaan. Er is extra ruimte, nieuwe snufjes en veiligheidstechnologieën. En op het vlak van rijdynamiek noteren we een opvallend correcte ophanging die tegelijk scherp en comfortabel weet te zijn. Gebleven is zijn meerprijs van zo’n 3.000 euro bovenop een gelijkaardig gemotoriseerde X3. Diezelfde X3 die – inclusief optionele M Sport-ophanging – niet alleen goedkoper, maar ook praktischer en minstens zo dynamisch voor de dag komt en die toch ook al geen koopje is. ‘Onze’ X4 xDrive30i tikt zelfs af op 82.365 euro. En dat met een vanafprijs van 47.438 euro. Al gelden dergelijke prijzen ook voor de ‘premium’ concurrentie natuurlijk. Toch zijn we nog steeds op zoek naar het echte USP van de X4. Want behalve de looks (die naar ieders smaak zijn) hebben we er niet echt een gevonden.

BMW X4 xDrive30i (G02) (2018)
MOTOR: vier-in-lijn, turbo, CILINDERINHOUD: 1.998 cc, AANDRIJVING: vier wielen, VERMOGEN: 252 pk (tussen 5.200 – 6.500 tpm): KOPPEL: 350 Nm (tussen 1.450 – 4.800 tpm), OVERBRENGING: 8-trapsautomaat, GEWICHT: 1.795 kg, ACCELERATIE: (0-100 km/h): 6,3 s, TOPSNELHEID: 240 km/h, BANDEN: 225/60 R18 (Rondom), OPGEGEVEN VERBRUIK: 7,3 l/100km (168 g CO2/km), VANAFPRIJS: 47.438 euro, SCORE: 4/5