Koning winter is in het land en dat gaat niet alleen verminderde grip maar ook zout op de wegen betekenen. Geen ideale omstandigheden om onze pride and joy op pad te sturen. Nogal wat van onze liefhebberswagens gaan dan ook op winterstalling, maar hoe pak je zoiets best aan?
Uiteraard kan je ook gewoon met een wagen de hele winter door blijven kachelen en ervoor opteren om deze regelmatig onderaan schoon te spuiten. (PS remember, alleen bij carburatoren moet je bij lage temperaturen de motor even te laten draaien alvorens op pad te gaan, bij elektronisch geregelde injectie zorgt dit net voor meer slijtage) Toch nemen velen dit risico met hun ‘zondagswagen’ niet en zetten deze weg voor betere en vooral mooiere (lente)tijden.
Allereerst, een youngtimer of klassieker (in wording) wegzetten doe je uiteraard best in een droge omgeving. Die vrees voor roestvorming gaat verder dan alleen de buitenzijde van de wagen. Ze is ook voer voor de eeuwige discussie omtrent het wegzetten van een wagen met een volle dan wel eerder lege tank. Beweegreden voor het eerste is de kans op corrosie te verminderen (condensvorming geen ruimte laten) maar met een kunststof tank is de tweede optie dan weer interessant om met niet teveel verouderde brandstof in de lente te zitten.
Een seizoen op dezelfde plek staan is ook nefast voor banden (en lagers). Wil je niet de winter uitkomen met het gevoel op vierkante wielen te rijden, dan doe je er goed aan de bandendruk enerzijds wat te verhogen en anderzijds de wagen zo nu en dan een klein stukje vooruit of achteruit te duwen. De batterij is het volgend probleemkind, zeker bij youngtimers die nogal wat sluipverbruik kennen door onder andere een geactiveerd alarm. Een druppellader kan hier soelaas bieden of, indien het alarm geen hinderpaal vormt, het simpelweg loskoppelen van de batterij (de minpool) of het plaatsen van een kill switch op deze pool. Bij de keuze voor het loskoppelen van de batterij maak je best voor de winterstalling nog eens een lange rit zodat de batterij geheel opgeladen is.
Een netjes gepoetste wagen in winterstalling zetten heeft ook zo zijn voordelen. Je kan er enerzijds een doek over leggen, wat beschadiging door bijvoorbeeld een onoplettende passage met een fiets kan voorkomen. Maar anderzijds is de wagen dan ook klaar om als winters klusje een detailing te ondergaan. Het ideale moment om de buiten- en binnenzijde onder handen te nemen Wil je trouwens ruimte besparen, dan kan je bij de winterstalling je liefhebberswagen ook een hoekje induwen door zogenaamde ‘automovers’ die bijvoorbeeld te plaatsen zijn onder de wielen. Zo kan je jouw vierwieler op makkelijke wijze net dat beetje dichter tegen de muur of zelfs dwars in de garage duwen om ruimte te besparen.
Tot slot is stilstaan achteruitgaan, als het even kan is het daarom niet slecht om toch eens te rijden. Belgische winters kennen vaak dipjes die gevolgd worden door opflakkeringen met temperaturen van meer dan 10 graden. Eenmaal het zout van de wegen is (na goede regenbuien) kan je dan gewoon even opnieuw rijden. Zeker een aanrader omdat we in België, in tegenstelling tot buurlanden als Nederland of Duitsland, niet de mogelijkheid kennen om een wagen eenvoudigweg te schrappen tijdens de wintermaanden zodat er geen onnodige verkeersbelasting wordt betaald…
Nog tips? Deel ze in de comments!