Niet alleen de Duitse automobielindustrie kent moeilijke dagen, ook speelgoedfabrikant Playmobil uit ‘Die Heimat’ zit in de hoek waar de klappen vallen. En dat terwijl eeuwenoude (speelgoed)concurrent Lego net floreert. Kunnen een dozijn klassiekers het tij keren?
Velen onder ons zullen het dilemma uit hun jonge jaren nog kennen: spelen we vandaag met Lego of Playmobil. Waarbij in mijn geval Lego ook synoniem stond voor Matchbox, want tezamen met mijn broer had ik een miniatuurstadje gebouwd uit de Deense blokjes. Eentje die uiteraard meer wagens dan inwoners telde. Ook bij mij was dus Playmobil -ondanks klassiekers als het piratenschip en verrassend leuke racemotorfietsen- vaak tweede keuze.
Sociale onrust
De omzet van Playmobil is al enige tijd krimpende (tot een goede 600 miljoen euro op jaarbasis) en een jaar geleden diende het eerste verlies te worden aangekondigd. Dat staat in schril contrast met de 4 miljard euro omzet en 800 miljoen euro winst die Lego tijdens het eerste half (!) jaar van 2024 liet optekenen. Resultaat: sociale onrust en nakende ontslagrondes bij Playmobil.
Pretparken, film, het toevoegen van een digitaal luik, Playmobil probeerde Lego te volgen maar arriveerde altijd te laat, met een te zwak afkooksel en werd zo finaal steeds minder succesvol. Idem met betrekking tot franchises rond populaire films of tv-figuren, die bij Lego niet enkel de allerkleinsten maar ook de volwassen verzamelaar moeten lokken. Immers, ouders zullen hun oogappels niet snel iets weigeren maar de markt van verzamelaars is pas echt lucratief.
Bond en co
En zo kwam het dat de generieke wagens ook bij Playmobil tijdens de laatste jaren -eindelijk- steeds vaker werden bijgestaan door kopijen van echte klassiekers of sportwagens. Denk aan Porsche 911 991 Targa of Cup (inclusief dealership of pitcrew), 911 2.7 RS, Ferrari SF90, VW T1 busje of zelfs Mercedes-Benz 300 SL Gullwing. Nog een versnelling hoger gaat het met de James Bond Aston Martin DB5, GMC A-Team busje of deze Magnum PI Ferrari 308. Waarmee dus erg duidelijk wordt ingespeeld op het jeugdsentiment én de portemonnee van een generatie volwassenen.
Zo wist Playmobil ook mij te overhalen, onder het mom van speelgoed voor mijn dochtertje uiteraard. En dit zowel uit liefde voor de 308 als nostalgie voor de eighties-serie Magnum PI. Een reeks die vrij innovatief was door ook de traumatische zijde van de Vietnamoorlog zo duidelijk te belichten. It wasn’t all boys and toys. Maar fijn speelgoed was de 308 met nummerplaat ‘Robin 1′ -met uitzondering van de pilootaflevering toen ’56E-478’ werd gebruikt- duidelijk wel.
(Bouw)plezier
Voor mij persoonlijk is deze 308 ook het best geslaagd stukje speelgoed dat Playmobil momenteel wenst aan te bieden, realistischer dan bijvoorbeeld de 300SL of 2.7 RS. Niet alleen de verhoudingen kloppen wonderwel, ook details in het interieur en zelfs opklappende lichten zijn van de partij. Meer nog, net als in het echte leven past Magnum PI er zelf enkel met open dakje in. De boomlange acteur Tom Selleck -die onlangs 80(!) werd- stak normaliter zelfs boven de vooruit uit, waardoor zijn stoel lager moest worden geplaatst.
Niet enkel Magnum PI zelf, maar ook zijn vrienden T.C., Rick en Higgins zijn van de partij alsook de nodige addenda in de vorm van items zoals een walkie talkie, verrekijker tot zelfs het blauwe petje van de Detroit Tigers toe. Alleen een iconisch horloge ontbreekt er nog rond de pols van Magnum, zijnde diens Rolex GMT-Master uit de latere seizoenen of de Chronosport Sea Quartz 30 uit de eerste twee seizoenen (die trouwens vandaag de dag nog te koop is via volgende link).
Kortom een pakketje dat plezier uitademt voor zowel jong als oud. En daarbij hoort ook wat bouwplezier, want van het plaatsen van de verlichting, tot het in elkaar steken van de velgen wordt overgelaten aan de blije ontvanger van dit fijn stuk speelgoed. Nu maar hopen dat het Playmobil mee uit het slop kan trekken, want voor een leuk item als dit zal niettemin zowel voor licentierechten aan tv-producenten als Ferrari moeten worden betaald…