OPGELET: Aan deze gastbijdrage hangt een disclaimer vast!
Tegenstanders van dit oermodel onder de sportwagens zullen beweren dat er nooit een nieuwe 911 is geweest na de voorstelling in 1963. Of zo mogelijk nog oneerbiediger: dat er elke week een nieuwe versie van de 911 komt. Toch staat een geheel nieuwe generatie 911 steevast in de kijker; niet enkel omwille van het aanhoudend succes van de ongekroonde koning der sportwagens, maar tevens omdat een dergelijk introductie (in de recente geschiedenis) slechts om de zeven (vette) jaren op de agenda staat…
Om meteen een open deur in te trappen: het is waar, Porsche lijkt er vandaag de dag een sport van te maken om nieuwe varianten en speciale ‘Exclusive’-modellen te lanceren ter differentiatie. En het lijkt ze nog te lukken ook. Het orderboekje voor een 911-generatie blijft (relatief) goed gevuld tot het einde van de productie. Toch zijn die vele varianten geen teken van deze tijd: begin jaren ’90 waren er onder andere diverse varianten van de (964) Carrera RS, een goede handvol (964) Speedsters met attributen van de Turbo en zelfs 14 exemplaren van een heuse 911 Turbo cabrio op basis van de 964 Turbo 3.6 maar met het koetswerk van de (toen) gloednieuwe 993. Van het bestaan van die laatste, op vraag van OPC Fritz Haberl, zou zelfs toenmalig CEO Wiedeking niet op de hoogte zijn geweest. Enig verschil is dat dergelijke buitenbeentjes destijds niet zo breed uitgesmeerd werden in de pers. Bovendien kwam het initiatief meer dan eens van de kopers, waar Porsche – onder impuls van een crisis die het verderbestaan grondig bedreigde – graag gehoor aan gaf. Varianten zijn dus van alle tijden maar een geheel nieuwe generatie, dat is steeds wat bijzonders.
Maar waar zitten dan die esthetische wijzigingen, en druisen ze tegen tegen de bloedlijn in? De nieuwe 911 heeft opnieuw een groeischeut gekend (+ 10cm), waar vooral de wielbasis van profiteert. De overhangen werden korter waardoor de 991 een gespierder uiterlijk krijgt. Dit wordt nog verder in de verf gezet door de meer uitgesproken welvingen en bredere sporen, wat de Porsche-aanhangers die fan zijn van het wellustige zandloperfiguur (oftewel Turbo-look) niet onberoerd laten. Vraag is dan ook of – net als bij de 997-generatie – de vierwielaangedreven modellen en krachtpatsers met circuitambities nog bredere heupen zullen krijgen.
De atletische uitstraling wordt nog verder doorgetrokken door een combinatie van een opgetrokken gordellijn en lagere daklijn (de hoogte daalde ongeveer met 1,5 cm). De B-stijl lijkt tevens meer achteruit te leunen, wat allemaal bijdraagt tot een snellere en aggresievere uitstraling. Leek de 911 het laatste decennia steeds vaker visueel richting een GT te evolueren, dan hebben we nu weer vanaf de eerste aanblik met een rasechte sportwagen te maken. Door bovenstaande ingrepen geeft de beroemde rug ook opnieuw een gestrektere indruk. Net als de smallere lichtblokken achteraan zorgt dit voor een veel dynamischer en tegelijk elegant voorkomen. Hier en daar volgde snel de opmerking dat deze achterlichten meer dan een snuifje Aston Martin hebben, maar historisch gezien zijn smalle lichtblokken achteraan eveneens een terugkeer naar de bron. Toch is dit niet de grootste wijzing aan het achtersteven. De beroemde achterkant lijkt veel vlakker en opnieuw hoger te zijn geworden. Ook loopt de motorklep nu ook wat over de welgevormde billen, en zit er een breuklijn in deze klep net onder het koelingsrooster.
Dit zorgt ervoor dat de beweegbare achterspoiler (die sinds modeljaar ’89 met de komst van de 964 gemeengoed is geworden op Carrera-modellen) gereduceerd wordt tot een smallere strook achteraan de motorklep. Toch is het voornamelijk de typeaanduiding die onmiddellijk in het oog springt. In het recente verleden gaf de achterkant van de 911 alleen nog de variantnaam weer; noch ‘Porsche’ (tussen ’74 en ’97 verborgen in de reflector) noch ‘911’ (tenzij op een Black Edition of verjaardagsmodel) waren erop terug te vinden. Dit omdat het model zo beroemd zou geworden zijn dat een dergelijke naamgeving overbodig werd. Nu zijn er weer diverse combinaties met de tekens ‘Porsche 911 Carrera (S)’ mogelijk – sommige combinaties tegen betaling, dat spreekt voor zich… Tot grote ontgoocheling van de liefhebbers valt er slechts weinig te zien onder die motorkap. Maar de boxer heeft nooit veel prijsgegeven achter dat luikje, de echte sleutelaar kreeg een mooier beeld langs onderen.
Rest er nog een van de meest typische kenmerken van de 911: de voorkant met die ronde, haast schattige, oogjes. Rond zijn ze bijna niet meer, want door de jaren heen zijn het meer ellipsen geworden die al lang niet meer rechtopstaand de weg tegemoet kijken. Niets opvallends aan deze verdere evoltie, behalve dan dat de lenzen nu plots bol zijn geworden, waardoor het eerder kikkeroogjes lijken. De knipper- en dagrijlichten onderaan wekken de indruk van gefronste wenkbrouwen, en zorgen ook hier weer voor een streepje agressiviteit. Een terugkeer naar de bron zijn de spiegels; deze zijn niet langer terug te vinden aan de A-stijl, maar steunen opnieuw op de deurflank en nemen wederom een druppelvorm aan. Meer dan een knipoog naar de zogenaamde ‘Cup-spiegels’ van 1992 tot 1997 dus.
Uiteraard moeten we ook nog een blik werpen op het interieur. Sommige analyses zijn doodsimpel, of lijken op het eerste zicht toch zo. De sleutel hoort links van het stuur te zitten en er zijn vijf tellers prominent aanwezig. Check, it’s a 911! Verder zien we dat het dashboard nog steeds met een knik omhoog buigt richting de inzittenden. Leuk zo thuiskomen in een vertrouwd nest. De meest opvallende wijziging in het interieur is de oplopende middenconsole; die vertoont sterke gelijkenissen met de Panamera. Vermoedelijk neemt de 911 ook de nieuwe afwerkingsstandaarden die de Panamera introduceerde over. Hierdoor komt wel de lage inplanting van de versnellingspook te vervallen, maar bij de Carrera GT waren hierover alvast geen klachten. De nieuwe middenconsole lijkt plots een omvangrijke stap maar is het historisch gezien eigenlijk niet. Tot de 996 (1997) kwam, en meer dan één zaak voor goed veranderde, beschikte de 911 niet eens over een middenconsole die naam waardig.
De 991 is voorlopig verkrijgbaar in twee smaken; Carrera (3,4 liter, 350 paarden sterk) oftewel Carrera S (3,8 liter en 400 pk) – waarbij de Carrera S zelfs een tijd van 7:40 min zou neerzetten op de Nordschleife. Toch een straf cijfer, zeker als je bedenkt dat de 996 GT3 (MKI, 360 pk) in 1999 de eerste was die (net) onder de acht minuten dook. Evolutie van (onder andere) de banden is hier niet vreemd aan, maar de harde cijfers blijven indruk maken. Zeker in combinatie met een nog lager verbruik, door diverse intelligente energiebesparende maatregelen. Verder blijft Porsche vasthouden een een manuele versnellingsbak, die naast de PDK-optie wordt aangeboden. Toch is het nog even voor de manuele variant leverbaar wordt, wat doet vermoeden dat die initieel misschien zelfs niet op de agenda stond, of pas bij de introductie van de GT3. Weldra volgt nog de cabrio met een verbeterd dakconcept. Volgend jaar zullen dan traditiegetrouw de vierwielaangedreven modellen (Carrera 4 en Carrera 4S) volgen. Niet veel later duiken de GT3/GT3 RS (nog steeds zonder PDK) en Turbo op. Over een Targa-variant is het nog gissen; mogelijk wordt dat niet langer een variant met glazen dak zoals we die sinds 1996 kennen, maar duikt Porsche dieper de in geschiedenisboeken en biedt het ons een manueel verwijderbaar dakje inclusief stoere rolbeugel. Nog wat later staat de GT2 (RS) op stapel. En tegen dan is het alweer tijd voor een facelift…
De 911 verloochent zijn afkomst dus niet en poogt diverse uiterste te combineren om eleganter, comfortabeler, zuiniger en tegelijk sportiever en sneller te worden. De luchtgekoelde 911’s van weleer en GT3’s blijven in ons hart, maar waarom deze uitstekende bijdetijdse sportwagen niet als dagelijks werkpaard aan een garage vol klassiekers toevoegen? Hopelijk denken er velen zo over. De nieuwe 911 staat in de showroom en is leverbaar vanaf dit eigenste moment – net op tijd voor pakjestijd.