Pieter AmeyeDe stand van Alfa Romeo op Genève stond dit jaar pal tegenover die van Ferrari. Al dan niet een (on)gelukkige keuze omdat die laatste traditioneel een van de drukste is. Maar wie de Alfa-stand overschouwde zag een pak sportiefs, met naast de 4C en 4C Spider, ook de geüpdate MiTo QV en Giulietta QV. Volgens Head of Brand (Europa/Midden-Oosten/Afrika) Louis-Carl Vignon zien we hiermee het begin van de wederopstanding. Maar, wie gelooft die Italianen, of beter gezegd Fransman, nog?
Het is niet de eerste (en vast niet laatste) keer dat Alfa Romeo de definitieve relance nabij lijkt. Maar na het verdwijnen van de 159, het keer op keer uitstellen van de opvolger Giulia, en de mislukte wederopstanding na de 8C in de Verenigde Staten, zijn de dealers stilaan radeloos met enkel de MiTo en Giulietta als uithangbord. En de 4C dan? Daarvan is de productie te beperkt, met als gevolg dat showroommodellen – laat staat testmodellen – momenteel niet aan de orde zijn.
Vignon belooft opnieuw verbetering, en kijkt daarvoor naar de 4C Spider: “Dankzij de overname van Chrysler en de pijnlijke beslissing omtrent Lancia, heeft Alfa extra financiële ademruimte gekregen om zich verder te ontwikkelen. Zie daarvoor naar de nieuwe koplampunits of de nieuwe splitter achteraan met dubbele centrale uitlaat. Al is het nog niet helemaal zeker of de uitlaat het productiestadium haalt”, aldus Vignon.
Over de kritiek op de 4C, met name wat betreft de ophanging en bij wijlen vage niet-geassisteerde besturing, blijft de Fransman op de vlakte. “Het is duidelijk dat de servoloze besturing van de 4C gewenning vergt.” Maar op eventuele wijzigingen voor de 4C Spider kan, of wil, Vignon niet ingaan aangezien het showmodel in Genève nog niet de officiële productieversie betreft. Afwachten dus.
Wel is hij lovend over de resultaten van de 4C: “In Europa hebben we reeds 1.700 orderbonnen ontvangen, terwijl de jaarlijkse maximumproductie voor Europa slechts 1.000 exemplaren telt”. Niet slecht voor een auto die je tot naderhand nauwelijks bij de dealers aantreft, laat staan kunt testrijden. “De 4C bewijst dat Alfa nog steeds relevant is in de autosector, en een groot potentieel heeft naar de toekomst toe. De klemtoon ligt in ieder geval op technologische innovaties, prestaties, efficiëntie en design”, aldus Vignon.
Niet alleen de 4C huist die eigenschappen, maar ook de nieuwe QV’s waarmee Alfa een stapje hoger wil klimmen. Zo wil de Giulietta QV zich duidelijk hoger positioneren in het segment dankzij de nieuwe motor die nu rechtstreeks uit de 4C komt, en voor het eerst volledig uit aluminium bestaat. Nu standaard gekoppeld aan Alfa’s TCT versnellingsbak met dubbele koppeling, levert dat betere prestaties bij een lager verbruik. Daarnaast werd ook rekening gehouden met feedback van klanten, waardoor de neofiet nu uitpakt met beduidend betere sportstoelen, afwerkingsmaterialen en infotainmentsysteem.
Ook werkten de Italianen aan de soundtrack die volgens Vignon “sportiever en meer uitgesproken is, terwijl een systeem met actieve kleppen de dagdagelijkse bruikbaarheid garandeert.” Op de vraag of er dan nog plaats is voor modellen met GTA-badge is Vignon duidelijk: “De naam GTA is van grote waarde binnen de Alfa-wereld en zal voor altijd aan het merk verbonden zijn. Maar toekomstige GTA-modellen moeten hun race-geïnspireerde naam waardig zijn, en zich duidelijk distantiëren van de reguliere standaardmodellen. Daar is absoluut nog ruimte voor. Alleen moet de inkadering ervan nog worden ingevuld.”
Minder eenduidig is Vignon’s antwoord op de vraag hoe het met de nabije toekomst gesteld is. Dat er een opvolger voor de 159 komt is geweten, en ook een SUV, Giulietta Cross en een nieuwe Duetto op basis van de volgende generatie Mazda MX5, zouden de line-up vervoegen – Al gaat het gerucht dat Fiat/Chrysler opperhoofd Marchionne er sterk aan twijfelt om die laatste eventueel nog onder FIAT- of Abarth-badge te commercialiseren. Marchionne zal pas duidelijkheid schaffen op 6 mei, wanneer hij de nabije toekomst van de groep uit de doeken doet. Tot dan blijft het voor iedereen koffiedik kijken. Tenzij voor Vignon zelf tenminste, want die weet ongetwijfeld meer. Afspraak op 6 mei aanstaande.
[Foto’s: Bert Claes]