Nu het mooie najaarsweer het land uit is en de lange periode van donkere winteravonden definitief lijkt aangebroken, raden we jullie wederom aan languit bij de open haard te gaan liggen met een interessant boek in de aaslag. Deze keer komen we met een hardcover op de proppen die afgelopen lente van de pers rolde en de Porsche 911 eens van een andere zijde belicht: de summier genaamde ‘911’ van Ulf Poschardt.
Een goed boek over de 911 uitkiezen is door het gigantische aanbod niet eenvoudig. De invalshoeken zijn dan ook vaak zo divers als de 911 zelf. Aanraders zijn onder andere de boeken van Peter Morgan, die goed voorzien zijn van facts, figures, aandachtspunten en aankooptips. Voor de doorwinterde connaisseur die dieper wenst in te gaan op de technische evolutie van de 911, is het werk van onze eigen Paul Frère (Porsche 911 Story) onmisbaar te noemen. Deze reeks werd trouwens na het heengaan van onze favoriete autocoureur/journalist/testpiloot/acteur verdergezet door Tony Dron en zit inmiddels al aan zijn negende editie. Gericht op onderhoud, herstellingen en aanpassingen zijn de telefoongidsdikke boeken van Adrian Streather dan weer een must. Gaat de interesse eerder uit naar de racegeschiedenis van de Elfer, dan dien je ‘Porsche 911 Rallye- un Rennsportwagen’ van Jörg Austen in huis te halen.
Het boek dat we jullie vandaag voorschotelen, 911 van Ulf Poschardt dus, is echter radicaal anders dan alles wat we hierboven opsomden. En daar is de achtergrond van de auteur, namelijk de filosofie, niet vreemd aan. Alhoewel het ontstaan van Porsche en de evolutie van de 911 wel in grote lijnen worden weergegeven, gaat Ulf Poschardt dieper in op de personen en leefwereld omtrent Porsche en meer specifiek de 911. Verwacht dus geen prentjesboek of een boek vol met specificaties maar eerder een interessante reflectie over de Elfer binnen onze westerse maatschappij. Daardoor leest het boek bijna als een roman.
Het boek schetst mooi hoe de fraaie en guitige 356 na WOII de lieveling werd van de Duitse adel en liberale industriëlen . Klein, bescheiden en sober hoorde de uitstraling in het veranderde Duitsland te zijn. In die tijd werd Porsche ook de keuze bij uitstek onder de geëmancipeerde carrièrevrouwen, waarbij het merkmagazine Christophorus in de vroege jaren ’50 al uitgebreid uitpakte met deze zelfstandige en succesvolle vrouwen die wel eens graag risico’s namen in het leven.
Vervolgens wordt de verandering in uitstraling weergeven, hoe de 911 geleidelijk aan zijn onschuld verloor en zich agressiever toonde. Deze evolutie wordt tevens weergegeven aan de hand van voorbeelden uit de film- en reclamewereld. Daarnaast wordt ook het belang van de harde kern in de aanhang van Porsche beklemtoond, zeg maar de puristen. Hoewel hun aantallen eigenlijk verwaarloosbaar zijn, krijgt hun mening veel weerklank in het boek.
‘911’ doet de realiteit soms wel wat geweld aan, door de zaken te zwart-wit voor te stellen. Mede door de hedendaagse diversiteit aan modellen bestaat er helemaal niet zoiets als dé temporele 911 rijder. De eigenaar van een GT3 of RS die zijn wagen vooral heeft aangeschaft om snelle circuitkilometers mee af te malen, gaat bijvoorbeeld meer dan waarschijnlijk een andere band met zijn wagen hebben dan de eigenaar van een Carrera die wordt gebruikt voor woon-werkverkeer. Tot slot laat de vertaling vanuit het Duits naar het Nederlands hier en daar wat steekjes vallen.
Zij die een origineel, aangenaam leesbaar boek wensen voor donkere winteravonden, doen er niettemin goed aan 911 van Ulf Poschardt op hun koffietafel te leggen. Het boek biedt een originele blik op de evolutie van de rol én de betekenis van de Elfer in de westere maatschappij.