FotoDuel: Volkswagen Golf GTI ClubSport vs. ClubSport S

Dat de Volkswagen Golf GTI ClubSport S ons letterlijk uit onze sokken heeft geblazen, mag blijken uit de negen minuten durende lofrede die we aan de pocket rocket hebben opgedragen. Maar hoe verhoudt de ClubSport zonder S zich eigenlijk tot zijn nu al iconische broer die het voorwielaangedreven ronderecord op de ‘Ring pakte? Je leest en ziet het vooral in deze dubbele fotospecial, die fotograaf Gerd Moors en ondergetekende aan de ClubSport-broers gewijd hebben.

Ze mogen er dan wel gelijkaardig uitzien (met louter andere velgen en verschillende opschriften op dorpels en remklauwen), in de praktijk liggen de ClubSport zonder en met S verder uit mekaar. Beschouw de eerste gerust als een scherpere iteratie van de GTI Performance, terwijl de ClubSport S wel een andere wagen lijkt. Kan ook moeilijk anders als zowel de motor als de ophanging helemaal herwerkt zijn om een rondetijd van 7:47.19 minuten in de Eifelse asfalt te branden.

Welke van de twee je verkiest – of beter: ‘verkoos’ gezien de Golf 7 ondertussen vervangen is door de 7,5 – hing af van je gezinssamenstelling. Beperkte die zich tot twee personen, dan was de ClubSport S ideaal – temeer omdat die enkel als driedeurs te hebben was. De gewone ClubSport was ook als vijfdeurs beschikbaar, inclusief achterbank die de S-versie ontbeerde om bijna 40 kilo te besparen. Spreekt voor zich dat Volkswagen enkel een manuele bak voorzag op de S, terwijl de standaard ClubSport ook met een DSG-automaat te hebben was.

Tot aan de B-stijlen zijn de ClubSport S en niet-S evenwel identiek. Dat betekent: uitmuntende Recaro’s met alcantara-accenten op het stuur en de versnellingspook, evenals de gekende armada aan comfort- en veiligheidsfeatures die je in elke goed uitgeruste Golf aantreft. Eenmaal de buit op de ‘Ring binnen was, wisten de Volkswagen-ingenieurs immers dat ze achter- en onderin genoeg gedaan hadden om het record veilig te stellen – zonder de ClubSport S zo spartaans te maken als de RenaulSport Mégane R26R.

We schreven het hierboven al: om te rijden doet het tweetal – ondanks gelijkaardige typebenaming en grondvesten – beduidend anders aan. De ClubSport voelt als een GTI die op 11 gedraaid is, de S als eentje die verder dan 12 gaat. Met dank aan de vrijer ademende motor en het agressieve Michelin Cup 2-rubber dat de sper efficïenter laten werken. De niet-S voelt pas echt gezwind aan vanaf  derde versnelling, wanneer de motor een overboost-functie ontsluit die van de 265 paarden 290 stuks maakt gedurende tien seconden. De ClubSport S voelt hoe dan ook 310 pk sterk aan, altijd en overal.

Verder nog verschillen? Het meest opvallende van allemaal, om precies te zijn. Je verwacht immers niet dat een gestripte circuitracer comfortabel is, laat staan geschikt voor dagelijks gebruik, maar net dat is wel het geval. Omdat de oude Nordschleife zoveel zonken en hoogteverschillen telt, moest de ophanging van de S forse compressies aankunnen. Met als gevolg dat de Comfort-stand prima geschikt is voor Belgische betonbanen, terwijl de niet-S (op andere dempers en veren) opvallend stugger overkomt.

Streep onder de rekening? Maak daar om te beginnen gerust ‘forse’ rekening van. Nieuw kostte de ClubSport immers 34.890 euro voor opties. Een goed uitgerust exemplaar, zoals de rode op de foto’s, tikte makkelijk de 45K aan, wat natuurlijk veel geld is voor een hot hatch. Hoeveel de witte ClubSport S in België moest kosten, is nooit gecommuniceerd omdat alle 400 exemplaren (waarvan zomaar even 150 voor Engeland) uitverkocht waren nog voor het persbericht de wereld in ging. Wil je vandaag nog eentje in huis halen, dan ga je op zijn minst 50.000 euro moeten vrijmaken. Nog in te rijden exemplaren gaan zelfs voor 60.000 euro en meer. Een bom geld, maar je krijgt er wel één van de allerbeste voorwieltrekkers ooit voor in de plaats.

[Foto’s: Gerd Moors]

VOLKSWAGEN Golf GTI ClubSport

VOLKSWAGEN Golf GTI ClubSport S

Weggecijferd

Verdict

ClubSport
ClubSport S