Bert ClaesHet Deutsche Tourenwagen Meistershaft (DTM) won begin jaren ’90 zodanig snel aan populariteit, dat Duitsland -en zelfs Europa- te klein werd voor het boomende racekampioenschap. Om de groei niet te stoppen – en het risico te lopen constructeurs en investeerders te verliezen – nam de FIA de organisatie over en werd de kalender opengetrokken met races over de hele wereld.
De wagens die het intussen nieuw gedoopte International Touringcar Championship zouden betwisten waren alles behalve traditionele toerwagens. In feite waren dit volbloed racers met carbonfiber koetswerkonderdelen en rasechte formule 1-technologie.
Alfa Romeo’s inzending, de 155 V6 TI DTM, maakte gebruik van een atmosferisch ademende 2.5 liter V6 die net geen 500 pk produceerde bij een duizelingwekkende 12.000 opm. Het vermogen werd via een paddleshift semi-automatische versnellingsbak naar de vier wielen gestuurd. Dit recept leidde tot 10 overwinningen voor de 155 in 1996, en een derde plaats in het kampioenschap voor Alessandro Nannini.
Davide Cironi van Drive Experience zag vorig jaar zijn jongensdroom in vervulling gaan, toen hij deze schitterende machine aan de tand mocht voelen. Zelf wist de Italiaan er dit nog over:
“Not an average racing car. A symbol, an icon, call it how you feel. I did not know whether to be more happy or intimidated during the weeks of waiting that separated me from this test on the track. Modena Autodromo, now our official proving ground, just a year ago. The Scuderia GT in Munich, for some absurd reason, asked me to spend a day on the curbs with their 155 2.5 V6 ti Ex Fisichella 1996”, – Davide Cirone.
Volume op 11 en vergeet eventueel ook niet om de ondertitels te activeren!