Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Drie klassieke Cupra’s rijden en de dag met het heetste scheurijzer uit de Spaanse renstal eindigen? We hebben al ergere vrijdagen meegemaakt.

Zeg nu zelf: een persuitnodiging die de snelste Leon aan een drietal ‘historics’ uit het Spaanse fabrieksmuseum lieert, dat kom je niet elke dag tegen. En toch is het precies wat Seat op een zonnige vrijdag de ether in stuurde, getekend Cupra oftewel de performancepoot van de VAG-dochter die sinds het Salon van Genève op eigen benen staat. Op een alleenstaande model van de Cup Racing-divisie (te weten de Ateca) is het nog even wachten, maar het betekent niet dat de Spaanse peperfabriek zijn strepen in het verleden nog niet verdiend heeft.

Getuige daarvan om te beginnen de ‘Cupra 4’ van de eerste generatie Leon. Een model dat 20 jaar na datum nog altijd niet gedateerd aandoet, laat staan qua rijbeleving. Maar we lopen vooruit. Om tot de Cupra 4 te komen versleet Seat een hele reeks sportieve Leons, gaande van de 20 VT (die later als Cupra en ook als FR gebadged werd) tot aan de Cupra R die wel 209 paarden uit zijn geblazen 1.8 vierpitter puurde. De Cupra 4 was – op geselecteerde markten – de kers op de taart, met een 2,8 liter grote V6-motor die alle vier de wielen kon aandrijven via een Haldex-koppeling. Goed voor 204 pk maar bovenal 270 Nm vanaf een schappelijke 3200 toeren.

Op het wat bolle dashboard na doet de Leon 1 ook vanbinnen nog modern aan. De sportstoelen steunen opvallend goed en bieden meer dan voldoende verstelmogelijkheden. Zelfs het stuur kan naar je toe, wat voor die tijd lang geen zekerheid was. De 24-klepper start met het kwalitatieve timbre dat je van een zespitter verwacht, terwijl de zesbak nog steeds bij de betere van de klas hoort. Koppeling omhoog en rijden maar. Eerst op het overvloedige koppel dat de compacte Leon heerlijk volwassen doet aanvoelen, daarna met wat meer toeren om de V6 beter te horen. En ondertussen toont de V6-versie zich overtuigend comfortabel, waardoor je eerder het gevoel hebt met een GT dan met een GTI onderweg te zijn. Eentje die nog verassend kwiek stuurt voor zijn leeftijd en best wat hoofden doet draaien in maagdelijk wit.

Even wit maar iets minder maagdelijk is de volgende Cupra-kandidaat: de Ibiza 1.8 GTI-16V. Op de keper genomen is dit het eerste product van Seat Sport dat de toenaam Cupra kreeg in 1996, vandaar ook dat het submerk in 2016 zijn twintigste verjaardag kon vieren. Onder de kap van de Polo-kloon zit een atmosferische 1.8 16-klepper die zijn 129 paarden op een redelijk klassieke manier produceert, namelijk bovenin het toerenbereik.

Om vooruit te gaan, moet je dus toeren maken – wat door de rauwe 1.8 gecounterd wordt met een sportieve ronk en toereikende prestaties. Het koppelcijfer bedraagt ‘slechts’ 162 Nm bij 4000 toeren. Maar 1015 kilo is dan ook niet echt veel, waardoor de 100 toch in 8,9 seconden passeert en de top 206 km/u bedraagt. Ter referentie: de Leon doet dezelfde test in 7,3 seconden en haalt vlot de 235 km/u.

Rijdynamisch springt de Ibiza er iets minder uit, met een eerder stugge ophanging en een stuurafstelling die best wat armkracht en -geworstel verlangt. Duidelijk een brugje tussen modern en oud, wat ons naadloos bij de hoofdschotel van deze testdag brengt: de zeldzame Ronda Crono 2000 uit het gezegende jaar 1984. In die tijd was Seat in een bitsige rechtzaak met Fiat verwikkeld over plagiaat. Toen de Spanjaarden hun gelijk kregen, bouwden ze erop los met de Ronda – tot aan de zeldzame Crono 2000 toe.

Die kreeg een soort van Frankenstein-motor met een onderblok van Fiat en een cilinderkop van Porsche, waarna er plots 120 briesende hengsten uit kwamen. Meer dan genoeg om de sub-1000 kilo hatchback met GTI-manieren te zegenen en hem wel 190 km/u snel te maken, ook dankzij een vijfde verzet. Dat de overige vier versnellingen eerder diagonaal dan recht op mekaar gestapeld zijn, en dat zowel stuur als remmen nogal vaag aandoen, draagt alleen maar bij aan het banzai-karakter van de jaren 80. Maar toch: wat een rel van een motor in een filigrane carrosserie. Iets voor echte mannen, met grote cojones.

Het toetje van de dag presenteert zich in de vorm van de Leon Cupra R, die hier aantreedt met een manuele zesbak en Cup2-baden. Genoeg tijd of kilometers om een gegrond oordeel te vellen, hebben we ditmaal niet. Maar de R-variant voelt meteen reactiever aan dan de standaard Cupra-versie die redelijk anoniem is, zeker in 4Drive ST-specificatie met DSG-automaat.

Door een gewijzigde stuur- en ophanginsggeometrie stuurt de R ook gretiger in, geholpen door de plakkerige Michelins. De sper tussen de voorwielen doet zijn uiterste best om de vlotte gangwissels bij te benen en – durven we het te schrijven – de Leon R een bank richting de sublieme Volkswagen Golf ClubSport S te laten schuiven. Een achterbank om precies te zijn, want die zit er in de even krachtige Leon Cupra R nog wel in. Meer van dattum, Seat – ahum – Cupra!