Ken Divjak
Ligt het aan ons, of krijgt de Focus ST doorgaans minder aandacht dan de toegankelijke Fiesta ST en de hardcore Focus RS? Wat er ook van zij, dat cliché zou met de nieuwe Focus ST 280 wel een danig kunnen veranderen. Want die, zo konden we in avant-première op de Lommel Proving Ground ontdekken, heeft zijn arsenaal danig verstevigd om de gevestigde waarden van antwoord te dienen.
Wie kent ze nog allemaal? Van de eerste generatie Focus maakte Ford’s Special Vehicle Team in 2002 een ST170, met een door Cosworth getunede 2.0-liter viercilinder van 170 pk. Voor de tweede editie werd de vijfcilinder turbo van Volvo geadopteerd, die de Focus ST tot een sportieve cruiser met 225 pk promoveerde. Nummer drie viel ten prooi aan de downsizing-trend en rooide het met tweeliter turbobenzine van 250 pk, naast een nieuwe dieselversie die het ST-rijden met 185 paarden iets economischer maakte.
RS-motor
De nieuwste Focus ST tapt weer uit een ander vaatje, door de 2,3-liter grote viercilinder van de uitgaande RS te lenen. Weliswaar gedowntuned naar 280 pk, maar nog steeds goed voor 420 Nm koppel tussen 3.000 en 4.000 toeren. Genoeg, aldus Ford, om de RS over 400 meter te evenaren en zelfs betere tussensprints voor te leggen. De 100-markering passeer je dan ook in minder dan 6 seconden, terwijl de naald pas (elektronisch) bij 250 km/u stopt. Volgens de ingenieurs zou er zelfs 275 km/u inzitten, dankzij de verbeterde stroomlijn.
Onder de gekliefde carrosserie huist het nieuwe C2-platform, dat weer eens wat lichter en stijver is geworden om het zelfs in ST-toepassing zonder verstevigingen te kunnen doen. Een ideale basis om een sportversie op te bouwen, te beginnen met de toepassingen van adaptieve dempers. Een first voor de Focus, maar tegelijk een optie die je moet ontsluiten door het Performance Pack te nemen. Zonder dat pakket zitten de dempers er weliswaar op, je kan de vruchten er niet van plukken omdat de rijmodi er niet mee verbonden zijn…
eLSD
Want jawel, net als de Fiesta ST ontsnapt de Focus niet aan een drive selector, die een hele reeks parameters tegelijk aanpast. Zoals er zijn: stuurweerstand, gasrespons, ESP-werking, de adaptieve dempers en het eLSD. Dat laatste is een elektronische sperfunctie die in de versnellingsbak verwerkt zit en het vermogen tot 100% tussen de voorwielen kan verdelen, bijgestaan door torque vectoring op de remmen. Tegelijk past het systeem ook de hardheid van de adaptieve dempers aan die zich erg vergevingsgezind tonen in de Normal-modus, zelfs op de optionele 235/35/19-banden met Michelin PS4S-rubber.
Switchen tussen de rijmodi doe je voortaan op het stuur, met een sneltoets voor de Sport-stand. Die setting toont zich nog steeds meegaand, maar voegt wat stuurscherpte toe zonder het geheel nerveus te maken. Pas in de Track Modus wordt de ST stugger, terwijl het gewicht van de primaire bedieningsorganen navenant toeneemt.
Al bij al zijn de standen goed afgewogen, ook al ontbreekt er een knop om je settings te individualiseren. Zo kan de automatische tussengasfunctie (van Sport en Track) bijvoorbeeld niet uitgeschakeld worden. Bedenk evenwel dat de pedalen van de Focus wederom te ver uit mekaar staan om makkelijk te tip-hielen en je begrijpt waarom dat geen ramp is.
Tip-in
Eenmaal op snelheid – die de koppelrijke motor met een fijne rush naar de begrenzer genereert – kan je genieten van een prima zitpositie, bijgestaan door verbeterde Recaro’s die zachter zijn en je tegelijk beter ondersteunen. De stuurafstelling is niet overdreven scherp, met wat ingebouwd onderstuur, maar wel eerlijk genoeg om de sportbanden tot hun gripgrens en erover te belasten. Bij het insturen helpt de achterkant trouwens een beetje mee (‘tip-in’ in Ford-taal), terwijl je daarna alle opties hebt om de achterkant nog meer in het spel te brengen. Uit de kunst noemen we zo’n balans.
De koetswerkbewegingen mogen dan wel iets losser zijn dan bij pakweg een Honda Civic Type-R, het voelt allemaal vloeiender en daardoor ook minder vermoeiend aan. Alsof je de Focus ST niet door een bocht moet worstelen, maar subtiel mag geleiden. Voor de remmen staat er voor het eerst een Electric Brake Booster paraat, die de pedaaldruk bij herhaalde vertragingen constant houdt.
Eenmaal de banden heet staan, wordt de voorkant wel wat zoekerig onder vollast. Een probleem dat zich op de openbare weg niet snel zal stellen, omdat de koeling daar beter is dan op een Mickey Mouse-circuit. En het geluid? Dat wordt deze keer echt synthetisch gegenereerd, maar is van het beste dat we al met Engine Sound Enhancement gehoord hebben.
Jekyll & Hyde
De Focus ST zal dus vooral in de smaak vallen bij kopers die de Fiesta ST iets te hardcore (of natuurlijk te klein) vinden voor dagelijks gebruik. Daarvoor zorgen vooral de adaptieve dempers, maar ook het koppelrijke karakter van de turbobenzine die deze Focus ST breder inzetbaar maakt.
Bij Ford noemen ze dat het Jekyll & Hyde-gehalte, dat alleen maar met een getrapte sportknop te realiseren valt. Als het resultaat in alle standen evenwel zo gedegen is als bij de nieuwe ST, dan nemen we de knoppenwinkel er graag bij. Dat kan trouwens ook als Clipper, die het weliswaar zonder de adaptieve dempers moet rooien. Over de diesel-ST met 190 pk zwijgen we liever tot we hem eens in België gereden hebben, maar de benzineversie zit dus alvast meer dan snor.
PS: Ford biedt de eerste 100 BeLux-klanten die een nieuwe Focus ST bestellen gratis een unieke ‘High Performance Drive Training’ van een halve dag aan op Ford Lommel Proving Ground.
FORD Focus ST 2.3 EcoBoost 280 (manueel)
MOTOR: vier-in-lijn, turbobenzine, CILINDERINHOUD: 2261 cc, MAX. VERMOGEN: 280 pk (bij 5.500 tpm), MAX. KOPPEL: 420 Nm (tussen 3.000-4.000 tpm), AFMETINGEN L/B/H: 4,38/1,97/1,45 m, LEEGGEWICHT: 1508 kg, VERSNELLINGEN: 6, manueel, AANDRIJVING: voorwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 7,9 l/100 km (179 g CO2/km), BANDEN: 235/35 R19 – Michelin Pilot Sport 4S, TOPSNELHEID: 250 km/u, 0-100 KM/H: 5,8 s, VANAFPRIJS: 36.227 euro, SCORE: 4,5/5