‘Of we geen Mazda MX-5 Cup wilden rijden?’ Dat moet je ons geen twee keer vragen!
Of toch niet als we ons buikgevoel volgen. De realiteit is dat niemand op de redactie echt ervaring heeft met het mano a mano gaan op de piste. Nu hebben we quasi allemaal wel als eens op circuit gereden en/of zelfs een trackday gedaan. Maar effectief racen? Dat is een ander paar mouwen. Zeker wanneer je weet dat het Nederlands MX-5 Cup-kampioenschap bijzonder competitief is. En dat niet alleen vanwege de Cup-formule waarbij iedereen (op enkele details na) zo goed als met een identieke auto aan de start komt. Maar ook omdat de meeste rijders intussen al jaren vertrouwd zijn met de MX-5, de omloop en racen in het algemeen. En daar moest ondergetekende zich dus zomaar eventjes in gaan mengen. Als dat maar goed afloopt.
Plaats van het gebeuren zou uiteindelijk Zandvoort worden of Circuit Park Zandvoort zoals de piste officieel heet. Een legendarische omloop in de duinen van Noord-Nederland die vanaf volgend jaar opnieuw op de F1-kalender staat – zij het in een licht gewijzigde configuratie. Kortom, dé kans om het Zandvoort zoals we het momenteel kennen nog eens aan de lijve te ondervinden. Met knappe curves zoals de Tarzanbocht, Scheivlak en Audi S een must voor elke petrolhead.
Pas de dag van de vrije training wordt duidelijk hoe monumentaal de opdracht is. Want op een trainingssessie in een oudere MX-5 NC na heb ik geen enkele ervaring met de auto. Ik kom met andere woorden aan de start in een nieuwe auto (op slicks godbetert!), op een nieuw circuit en zonder race-ervaring. Daardoor stel ik mijzelf maar één echte opdracht. Beter doen dan de media-auto van Mazda Nederland. Maar aangezien die dat weekend bestuurd wordt door een wel heel erg onervaren lid van het Koningshuis (Prinses Laurentien van Oranje-Nassau om precies te zijn) zou dat geen probleem mogen zijn. Toch?
Vuurdoop
Maar op vrijdag is het dus tijd voor onze vuurdoop achter het stuur van de meest recente generatie MX-5 Cup (ND). De met een Belgische tricolore getooide auto is technisch identiek aan die van de andere deelnemers en is vrij te koop voor nauwelijks 31.500 euro (plus taksen). Een habbekrats voor wat in sé echt wel een serieuze racer is. De basis mag dan wel afkomstig zijn het reguliere straatmodel (zijnde de nieuwe en 184 pk sterke 2,0-liter), voorts heeft de Cup-versie nog maar weinig meer van doen met de straatauto. Zo werd er bijna 200 kg gewicht gestript. Inclusief de stoffen kap, de zijruiten en het complete interieur. Werd er een FIA-gekeurde rolkooi geïnstalleerd, zit de batterij voortaan in de koffer en is het autootje uiteraard voorzien van alle andere veiligheidsvoorschriften. Zijn legendarische betrouwbaarheid krijg je er zomaar bovenop.
Daarnaast werd ook de ophanging volledig herzien met nieuwe Intrax-coilovers, dikkere anti-rolstangen, stijvere bussen en Uniball ophanging. Is er rem-, differentieel- en versnellingsbakkoeling, een aangepaste sportuitlaat en zijn er de nodige extra chassisverstevigingen. Niettegenstaande tikt de meest recente MX-5 Cup af op 960 kg. Of nog steeds vlot onder de magische grens van een ton. Daarmee profileert de raceversie zich als de perfecte link met de straatauto.
In de praktijk zijn de verschillen niettemin groot. En dan vooral door de ophanging die uiteraard stukken serieuzer is dan die van de straatauto. Een echte drempel is er niet aangezien de aandrijflijn helemaal standaard is en dus nog steeds een lichte koppeling heeft, net als een strak schakelende zesbak die rechtstreeks onder het pookje zit.
“Bij het analyseren van de telemetrie wordt duidelijk waar zich de pijnpunten bevinden. Vooral bij het remmen verlies ik heel wat tijd door het te progressief gebruik van het middelste pedaal.”
Kleine teleurstelling
Bij mijn wissel op de helft van de nauwelijks 40 minuten durende vrij training loopt het echter al mis. Mijn copiloot Jean-Christophe Herminaire (Vers L’Avenir) is immers een stuk kleiner dan ondergetekende waardoor ik verplicht ben de baan op te gaan in diens minder gunstige zitpositie. Het gevolg? Een lang niet ideale uitgangspositie die vooral tussengas geven in de remzones bijzonder moeilijk maakt. Maar we roeien met de riemen die we hebben en weten er uiteindelijk toch nog eens 2:08.846 uit te persen. Bijna 11 seconden trager dan de zeven snelste MX-5 Cups van het pak. Het ligt met andere woorden bijzonder dicht op elkaar.
Vanwege mijn tijd en het feit dat het verplaatsen van de racekuip de nodige tijd vergt wordt beslist dat ik de 20 minuten durende kwalificatie voor mijn rekening neem. Tijd om nog wat seconden sneller te gaan dus. Ware het niet dat ik de eerste vier van mijn laps moet wijden aan het inrijden van de nieuwe Pagid-remblokjes en daardoor kostbare (leer)tijd verlies. Het resultaat? Tijdens de volgende vijf rondjes krijg ik maar twee rondjes zonder verkeer waardoor ik mijn snelste tijd slechts met een halve seconde verbeter. Over een kleine teleurstelling gesproken. Zeker omdat ik mij niet langer kan verstoppen achter het excuus van de zitpositie.
“Met een kleine deuk in het ego – maar vooral zonder averij – kan ik de race snel verderzetten en terug jacht maken op de drie plaatsen die ik verloren heb.”
Bij het analyseren van de telemetrie wordt duidelijk waar zich de pijnpunten bevinden. Vooral bij het remmen verlies ik heel wat tijd door het te progressief gebruik van het middelste pedaal. Tevens moet ik nog harder remmen en vooral meer vertrouwen hebben op de laterale grip van de Hankook-slicks. Een kwestie van ervaring zeg maar want op zich zit het goed wat betreft de rijlijn en dus parcourskennis. Niet in het minst dankzij de nodige virtuele rondjes op Assetto Corsa.
Raceday!
Het is 6 uur ’s morgens wanneer de wekker gaat en ik mij mag opmaken voor mijn allereerste race. Geen sinecure met nauwelijks 40 minuten zittijd en daarbovenop nog eens regenachtige omstandigheden waardoor de kans reëel is dat het ook nog eens mijn eerste regenrace wordt. Bijna twee uur later volgt de bevestiging en worden de slicks ingeruild voor regenbanden. Daarmee ligt de (laterale) grip niet zo hoog wat misschien wel in mijn voordeel speelt.
Wanneer stipt om 8 uur in de morgen de lichten uitgaan en de 20 deelnemers zich aan hun eerste van twee 30 minuten durende sprintraces wagen word ik meteen al op een zoveelste ‘rookie mistake’ gewezen. Zo heb ik nooit een (race)start geoefend. Laat staan in de regen waardoor ik met een grote hoeveelheid wielspin vertrek en zo een ideale kans mis om snel meters goed te maken. Toch slaag ik er in om in de Tarzanbocht via de buitenkant een concurrent in te halen, net als in de daaropvolgende combinatie van Gerlach- en Hugenholtzbocht waar ik er nog eens twee concurrenten voorbij ga. Daardoor schuif ik op van P18 naar P15 en blijf ik vooral dicht in het pak rijden waardoor ik zicht heb op mijn voorliggers.
Daar voel ik al snel dat ik in de tweede helft van het pak niet echt moet onderdoen qua snelheid en dus kans maak om nog verder op te schuiven. Maar net wanneer ik beetje bij beetje dichterbij kruip en mij klaarmaak voor de volgende inhaalpoging neem ik de gladde Marlborobocht iets te optimistisch waardoor ik in een oogwenk achterstevoren sta. Met een kleine deuk in het ego – maar vooral zonder averij – kan ik de race snel verderzetten en terug jacht maken op de drie plaatsen die ik verloren heb.
Tweede spin
Twee daarvan weet ik al snel terug te pakken maar nummer drie is letterlijk en figuurlijk uit het zicht verdwenen. Zeker wanneer ik op twee rondes van de geruite vlag in een alles-of-nietspoging net iets te laat in de ankers ga na het lange rechte stuk, en nogmaals achterstevoren sta in de befaamde Tarzanbocht. Gelukkig zonder het verlies van een positie. Maar daardoor ligt mijn eindpositie van P16 wel min of meer vast en zit mijn eerste raceavontuur er op. Dat het verdorie snel voorbij is gegaan!
Intussen hebben de kijklustigen echter wel waar voor hun geld gekregen. Want meer dan ooit lag het dicht op elkaar met maar liefst acht kandidaten die voor P1 aan het vechten waren. Daarbij lag quasi iedere ronde een andere deelnemer aan kop en wisselden de posities voortdurend wat het spektakel alleen maar groter maakte. Ook voor de racers zelf. Iets wat ik alleen maar kan onderschrijven. Het smaakt met andere woorden naar meer. Zeker omdat de achterwielaangedreven MX-5 zowat het perfecte lanceerplatform is. Maar ook open is én vooral betaalbaar. En daarmee nestelt de MX-5 Cup zich in een unieke categorie raceauto’s. Net als de straatversie, zeg maar.
Niettegenstaande wringt het ook een beetje want mits wat extra training en vertrouwen ben ik zeker dat ik nog een pak sneller kon zijn. Zeker na het bekijken van de beelden van snellere mannen. Al ben ik ook dankbaar voor de unieke opportuniteit en voor het vertrouwen van Mazda België. Dat ik bovendien niet als laatste ben geëindigd in een klasse waar zo goed als alle rijders veel meer ervaring hebben maakt veel goed. Het smaakt dus naar meer. Al zou ik evenzeer benieuwd zijn een Cup-achtige versie van de MX-5 voor de straat. Dat zou nog eens wat zijn, niet?
Onze race herbekijken? Dat kan via onderstaande video.
Met dank aan Mazda België (Peter Gemoets) en aan Jan Wouters, Annick, Patrick en Alain van MSTC voor de ondersteuning en setup van de wagen. Meer info op: Mazda-MX5Cup.nl.