Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Je moet haast onder een steen hebben geleefd om niet te weten dat morgen het geld van de populaire staatsbon weer vrijkomt. Geld dat opnieuw in een financieel product kan worden geïnvesteerd of in alternatieve beleggingen, zoals een young- of oldtimer?

Met als doel de banksector te prikkelen tot het verhogen van de interest -en uiteraard om de omvangrijke schuldenberg te kunnen herfinancieren- besloot Minister Van Peteghem om vorig jaar een interessante staatsbon uit te geven. Eentje de dankzij de fiscale voordelen finaal zo interessant werd dat liefst 22 miljard euro (!) werd aangetrokken. Genoeg om de banken misnoegd te maken.

Fast forward één jaar en die bijna 22 miljard zal morgen plotsklaps terug op de Belgische zichtrekeningen worden gedropt. De nieuwe staatsbon is -zoals verwacht- niet meer zo interessant, verwacht wordt dat deze nog met moeite 1 miljard aan kapitaal zal kunnen losweken. Maar missie volbracht: bijna alle grootbanken kondigden eind vorige week mooie deals aan om vers geld aan te trekken. Inderdaad, de aantrekkelijke voorwaarden zijn er veelal enkel voor vers kapitaal, komende van de staatsbon of natuurlijk concurrerende financiële instellingen…

Toch hoeft het geld niet altijd naar banken of zelfs de beurs en edelmetalen -met trouwens een recordkoers voor goud- te vloeien. Naast vastgoed bleken ook alternatieve beleggingsproducten het laatste decennium hip. Gaande van horloges -hallo Rolex (gekocht met zwart geld?)- tot young- en oldtimers. Alhoewel beide markten opnieuw al even op hun retour lijken zou de interesse (zeker in België) zomaar plots kunnen aanwakkeren.

Als een beleggingsproduct heeft een wagen duidelijke voor- en nadelen. Enerzijds kan je er nog de ganse tijd tussen aan- en verkoop plezier van hebben (wat meestal toch iets beperkter is bij financiële producten…). Bovendien is het, in tegenstelling tot bijvoorbeeld vastgoed, redelijk makkelijk verplaatsbaar. Een oude Duitse sportwagen bijvoorbeeld, kan je eenvoudigweg online ook in Die Heimat gaan aanbieden. Klassiekers die nooit veiligheidstesten hebben ondergaan in de VS, zoals bijvoorbeeld een 964 RS of 968 CS, kunnen na 25 jaar niettemin ook daar worden geïmporteerd om vervolgens op nummerplaat te worden gezet. Andere zijde van de medaille zijn echter de onderhoudslasten en -kosten. Van een wagen met wat jaren op de teller kan je, zeker bij incourant gebruik, niet verwachten dat het -altijd- zorgeloze tijden worden. Trouwens, uit een onderzoek van de FIVA (Fédération Internationale du Véhicule Ancient) van drie jaar terug bleek dat de gemiddelde oldtimer slechts 13 keer per jaar uit de garage kwam en daarbij 1.160 kilometer aflegde. De gemiddelde waarde van de oldtimer bedroeg 26.200 euro, maar de helft was goedkoper dan 10.000 euro (wat uiteraard wijst op een erg sterke spreiding met mogelijks een aantal dure outliers).

Maar finaal is het als liefhebber jammer dat onze hobby degradeert tot beleggingsproduct, wat ook met youngtimers steeds meer het geval is. Met stijgende prijzen tot gevolg voor bijvoorbeeld een E46 M3, Ferrari F355 of 550 of zelfs een simpele MX-5 NA. Maar niettemin, welke wagen zou (of ga) jij kopen?