Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Naar de lancering van een nieuwe/gefacelifte GT3 wordt inmiddels al 25 jaar telkens reikhalzend uitgekeken door het gros van de octaanliefhebbers. Grootse nieuwigheden zijn er deze keer niet, tenzij de (potentiële) forse verhoging van het aantal zitplaatsen alsook… de prijs. De vraag die op sociale media dan ook de laatste dagen opduikt: wordt de GT3 stilaan te duur?

Over de uitgaande versie waren wij -net als vele anderen- lyrisch. Het is dan ook een scherpe, snerpende, meeslepende rijdersauto. De GT3 bekleedt een unieke positie op de markt door de atmosferische, hoogtoerige krachtbron en de mogelijkheid om nog met een handbak te worden uitgerust. Items waarvoor vandaag de dag een premium kan worden gevraagd. Maar wanneer is trop te veel?

Wat is er nieuw?

Allereerst, voor het eerst brengt een nieuwe GT3 geen stijging in vermogen met zich mee. Met de agressiever nokkenassen uit de RS worden nog steeds 510 paarden uit de gekende 4-liter boxer geknepen, het maximale koppel ging echter wel met 20 eenheden achteruit tot nog 450 Nm. Dit laatste mogelijk omwille van de steeds strengere normen waaraan ook dergelijke sporters moeten zien te voldoen. De nieuwigheden schuilen zich vooral in de onderstelaanpassingen, met onder andere soepelere dempers die het rijcomfort meer richting de -erg gesmaakte- ST dienen te brengen, een acht procent kortere eindoverbrenging voor zowel de PDK als de handgeschakelde versnellingsbak, nieuwe bumpers en lichten alsook het verdwijnen van de analoge toerenteller én die mogelijkheid tot vier zitplaatsen voor de GT3 Touring. Dat laatste was al langer een populaire mod voor oudere GT3’s op fora als Rennlist en Porsche liet er zich eindelijk door inspireren.

De GT3 Touring -stiekem toch altijd onze favoriet geweest- is ook verkrijgbaar met een zogenaamd Leichtbau-pakket. Dit pakket is gespiegeld aan het Weissach-pakket met gewichtsbesparende items van de GT3 met spoiler, en beschikt ook over magnesium wielen, de verkorte versnellingspook van de S/T en een ‘Leichtbau’-aanduiding in de wagen. De nieuwe GT3 is weldra bestelbaar met een prijskaartje van 230.790 euro.

En wat dan aangaande die prijsstijgingen?

Onderstaande Belgische tarieven tonen de startprijzen bij elke nieuwe iteratie van de GT3. Gaande van de eerste 996 GT3 MKI in 1999 (toen nog eigenlijk in BEF), over de MKII in 2003 en met vervolgens telkens de twee versies van de 997, 991 alsook inmiddels 992. Let op, ook tussenin stegen de tarieven soms nog. Zoals bij de jongste 992.1 GT3 die ook tijdens diens korte carrière de gehanteerde vraagprijs significant zag stijgen. Maar inderdaad, een GT3 bestellen is finaal bijna 2,5 keer duurder geworden op 25 jaar tijd, waarbij het gros van de tariefstijgingen voornamelijk in recentere jaren voorkwamen.

Dat vraagt uiteraard om concrete vergelijkingen om alles in perspectief te zetten en relatief te bekijken. Allereerst kunnen we de levensduurte als maatstaf nemen door middel van de consumptieprijsindex. Deze index kan inderdaad een deel van de tariefstijgingen verklaren, want zeker de laatste jaren heeft inflatie zowat alle producten en diensten duurder gemaakt. Niettemin blijven we met een duidelijke discrepantie zitten wanneer we de zwarte ‘GT3-lijn’ vergelijken met de stippellijn. Tijd dus om wat andere automodellen erbij te halen die ook in ’99 reeds in de prijslijsten stonden. Denken we uiteraard aan de Carrera, het basisticketje om toe te treden tot de magie van de Porsche 911. Maar ook de instap-Ferrari met middenmotor, initieel nog de 360 maar gaandeweg over F430, 458, F488 en F8 tot de (V6 hybride) 296 van 2024. Als courantere modellen kozen we voor de good old BMW 320d vierdeurs alsook de vijfdeurs Renault Clio benzine instapper.

Niet onverwacht misschien blijft de Clio finaal kort in de buurt van de algemene stijging in levensduurte. Het gros van de bevolking moet immers een courante B-segmenter kunnen blijven betalen. Dat blijkt opvallend genoeg ook het geval voor de 911 Carrera, die daardoor misschien nog steeds als ‘koopje’ kan worden aanzien? Bovenaan vinden we, misschien niet onverwacht, de GT3 alsook de middenmotor Ferrari kort bij elkaar. Supersporters die hun charme dus steeds duurder laten betalen. Of dat ook anno 2025 nog een succesvolle strategie zal blijken is echter de vraag. Vorige week nog moest LVMH zijn verwachtingen voor 2025 bijstellen toen bleek dat ook voor luxemerken prijsverhogingen niet tot in de hemel kunnen reiken. Benieuwd dus of de gegoede autoliefhebbers de passie blijvend gaan laten spreken, of Porsche margeverwachtingen van richting de 20% dient op te bergen.