Met forse importheffingen hoopt president Trump de toestroom van goederen naar de VS een halt toe te roepen om zo producten van Amerikaanse bodem zuurstof te geven. Een uiterst simplistische visie, maar zal ze ook Europese exotische vierwielers sterk treffen?
Met de invoertarieven gericht op met name Europese en Chinese producten poogt Trump een zogenaamde economische ‘onbalans’ te herstellen. Dat hij in dat simplistische denkkader daarbij het overwicht aan Amerikaanse (IT-)diensten niet mee in rekening neemt is al een manco. Nog erger voor zijn eigen bevolking is dat hij zo ook de prijs van grondstoffen en andere inputs voor de Amerikaanse industrie genadeloos de hoogte injaagt. De Amerikaanse consument zal dit dus sowieso voelen in zijn portemonnee, zelfs bij aanschaf van ‘Amerikaanse’ producten. Ook al omdat alledaagse producten als textiel niet plots in de VS zullen worden geproduceerd. Of zoals ik eerder deze week nog treffend op Instagram zag: “That ‘Make America great again cap’ is now 100 dollars, it’s made in China”.
Ook GM zal even hard lijden
Voor de meeste Europese autobouwers moet een invoerheffing van 25% op wagens op het eerste zicht geen bloedbad worden. BMW bouwt bijvoorbeeld in Spartanburg (South Carolina) -de grootste fabriek van het merk trouwens- reeds zijn meest populaire Amerikaanse modellen lokaal. Maar het kan ook daarop ironisch genoeg geconfronteerd worden met invoerheffingen -als tegenreactie- wanneer het die SUVs naar andere plekken in de wereld wenst te verschepen. Mercedes-Benz zit dan weer in Vance, Alabama en weet ook ongeveer de helft van de verkoop zo lokaal, in de VS, te produceren. Zelfs Amerikaanse constructeurs als GM importeren ook circa de helft van hun VS-verkoop en zullen dus ongeveer even hard te lijden hebben als hun Europese tegenhangers.
Voor kleinere, exotische constructeurs -die vaak de leukere DRIVRs leveren- is dat een ander paar mouwen. Gegeven hun lage productieaantallen is het oprichten van een lokale productie-eenheid minder evident/efficiënt (om aan de nodige schaalvoordelen te komen). Zelfs Jaguar Land Rover importeert trouwens 100% van de in de VS verkochte wagens…
Uncle Trump… euhm Sam
Voor Jaguar Land Rover is dat temeer een probleem daar anno 2024 de VS goed was voor 23% van hun wereldwijde verkoop. Voor BMW en Mercedes was dat maar 16%, voor VW zelfs maar 8%. Er zijn bepaalde exotische constructeurs, en dan met name Maserati, die sterk afhankelijk zijn van de Amerikaanse markt. Van elke 100 geproduceerde ‘drietanden’, vertrekken er 42 richting Uncle Trump euhm… Sam. Voor meeste constructeurs is deze verhouding echter eerder één op vier en wat nog bemoedigender is, dit aandeel neemt veelal af. Daar waar de helft van alle Porsches in het verleden nog richting VS vertrok (zelfs nog 41% anno 2000), is dat aandeel -ondanks een recordaantal in 2024 van 76.167 stuks- afgenomen door de opkomst van belangrijke markten in China (die weliswaar ook onder druk staat) en het Midden-Oosten. De acties van Trump doen anno 2025 dus minder pijn door die alternatieve afzetmarkten.
Bovendien zijn het de invoerders die deze heffingen dienen te betalen. En terwijl in het geval van PCNA (Porsche Cars North America, Inc.) gaat om een dochteronderneming van constructeur Porsche, gaat dit niet op voor alle invoerders. De heffingen zullen bijgevolg ook Amerikaanse bedrijven treffen die Europese goederen (auto’s) invoeren, en onder druk van autobouwers zullen finaal ook zij een deel van hun marges moeten laten varen om de heffingen op te vangen.
Tot slot heeft het decennialang opbouwen van een reputatie (alsook differentiatie) ervoor gezorgd dat de willingness to pay voor een Europese sportwagen -zoals een Porsche- de prijsgevoeligheid heeft beïnvloed. Zelfs met deels doorgerekende importtarieven is het dus goed mogelijk dat gegoede Amerikaanse burgers nog steeds de weinige Amerikaanse alternatieven zullen laten staan om voor een Europese sportwagen kiezen.