NASCAR heeft in Europa nooit het grote succes gekend. Wij geraken al snel verveeld van naar een paar honderd rondjes te kijken op een simpele ovaal, terwijl we hier het summum aan uitdagende racecircuits voor onze voeten hebben liggen. Toch was NASCAR de moeite om te volgen, en al zeker in de heydays van de jaren ’90.
NASCAR kent een uitgebreide historiek, maar het was pas met de terugval van sportwagen racen eind jaren ’80, dat NASCAR meer aandacht begon te krijgen van media en grote sponsors. Een zekere Tom Cruise had dit ook zeer goed in de smiezen, en kon de filmcrew van Top Gun overtuigen de NASCAR-film “Days Of Thunder” te draaien. Het grote publiek smulde van de rivaliteit, kleurrijke wagens, en de spectaculaire crashes. NASCAR werd op korte tijd de nummer één sport in de VS, en trok zelfs meer toeschouwers dan de American Football.
Figuren als een Dale Earnhardt en Jeff Gordon hielpen hier natuurlijk ook aan mee. Earnhardt was de oude rot die niet terugdeinsde voor een welgemikte tik onder de noemer “rubbing is racing”, terwijl de newbie Jeff Gordon gewoon een uitzonderlijk talent bleek. Dale “The Intimidator” Earnhardt was niet snel onder de indruk van nieuwelingen die nog niets bewezen hadden, maar in Jeff “Flash” Gordon zag hij diep vanbinnen een rivaal. Hij liet het nooit bewust uitschijnen, maar zijn uitgesproken meningen over de jonge Californiër spraken boekdelen.

