OPGELET: Aan deze gastbijdrage hangt een disclaimer vast!
Voor zij die onlangs de schoolbanken voorgoed verlieten kabbelt de laatste zorgeloze zomervakantie rustig verder. Toch hangt hen meer dan een donderwolk boven het hoofd: Ze zullen enerzijds hun plaats op de arbeidsmarkt moeten veroveren – en dat is in het huidig economisch klimaat geen sinecure – en anderzijds het probleem moeten overbruggen van de verplaatsing woon-werk. Gelukkig is er een oplossing.
Gelukkig zullen velen beroep kunnen doen op het openbaar vervoer. Contradictorisch genoeg een aanrader voor de octaanliefhebber, en dus niet de wagen. Dit ondanks het bijeen gepropt zitten met ambtenaren, inclusief hun ochtendhumeur en krachtige lijfgeur. En dan zijn er nog de roddelende tantes met een Flair op de schoot. Deze niet bepaald sierlijke wijze van vervoer betekent als autoliefhebber immers dat je niet gedwongen wordt een zuinige kilometervreter te kopen, maar dat de keuze verruimd kan worden richting fijner sturende bolides.
Door flink wat kilometers te malen ga je met een benzinebommetje dat, zelfs met goede wil, 10 liter per 100 kilometer verbruikt snel ontgoocheld en blut zijn. Hoe groot de liefde ook is, aan kilometers in druk verkeer over slechte en oninspirerende wegen heb je zelfs met de leukste wagen ter wereld geen plezier.
Wat dan wel aanschaffen indien je niet over een firmawagen beschikt en kilometers malen toch onvermijdelijk is? Je bent jong, dus de aanschafprijs moet meer dan redelijk zijn. Het oog wil ook wat, je wilt niet dezelfde wagen rijden als je ouders maar langs de andere kant opteer je toch voor sober sportief in plaats van met een luidruchtige tuningkar op het werk te verschijnen. En buiten zuinig in gebruik en praktisch wil je ook dat het weggedrag zo nu en dan een glimlach op je gezicht tovert. Als het gaat om zuinige en betrouwbare diesels van enkele jaren oud, komen we snel bij de VAG-groep uit. Een Golf TDI ligt voor de hand, maar de Golf V’s zijn nog steeds duur op de tweedehandsmarkt en de Golf IV was weliswaar erg zorgvuldig in elkaar gezet maar het chassis ervan is allesbehalve inspirerend.
De Ibiza kan een leuk alternatief lijken. Dezelfde motoren van de Golf in een lichter koetswerk, resulteert niet enkel in betere verbruikcijfers, ook de prestaties varen er wel bij. Maar die kleine bommetjes blijken in realiteit wel erg benepen, met een haast onbruikbare achterbank en een koffer die amper een bierbak kan slikken (wat een goed getrainde ex-student toch vlot moet kunnen). Bovendien is de demping wel erg oncomfortabel, de vering wat springerig en worden schaafwondjes (door onder andere steenslag) snel overmeesterd door roest.
Wel een uitstekend voorbeeld van een goede keuze is de Ford Focus van de eerste generatie. Yup, we hebben het dan over het verkoopskanon waarvan het innoverende New Edge-design sterk brak met de klassieke Escorts van weleer. Bovendien was dit het eerste basismodel van Ford – RS’en en co buiten beschouwing gelaten – dat werd geprezen om zijn wegligging. Klinkt niet slecht maar nog niet overtuigd? Geen probleem, want na de facelift was er in België ook de nog leukere Duval-editie. Leuk zo’n plaatje op dash en kofferklep van Belgische rallytrots, nog steeds de enige (hoe lang nog voor Thierry Neuville?) Belgische winnaar van een WRC-manche. Weliswaar aan het stuur van een Citroën.
Gelukkig biedt de Focus Duval meer dan een blitse naam. De fraaie 17″ met laag rubber errond springen als eerste in het oog. Wat subtiele opsmuk en de lagere rijhoogte maken het plaatje compleet. De Eibach-ophanging tilt het gezonde weggedrag van de Focus naar een nog hoger niveau. Combineer dit met de (zeldzamere) 115 pk TDCI in plaats van de courante maar wat suffere 100 pk en je hebt een heus pretpakketje. Toegegeven, het wordt nooit een Clio RS. Daar is met name de motor te soft voor. 10,6 seconden naar 100 km/u en een dikke 195 km/u als maximumsnelheid zijn voldoende maar ook niet meer dan dat. Maar de bochtensnelheid en het stuurgevoel is er wel, menig BMW-rijder gaat opkijken als een sober dieseltje uit de middenklasse van een aantal jaren terug een op- of afrit vlotter neemt.
Andere sterke punten zijn de praktische aspecten. Binnenin is aangenaam vertoeven voor zelfs meer de twee personen en dan rest er nog 350 liter bagageruimte achterin. Dit is net het handige aan wagens uit het C-segment, met hun lengte van een goede 4 meter (4,17 meter in dit geval) zijn ze zowel voldoende ruim als compact genoeg om vlot te manoeuvreren in krappe stadskernen. Verder is een verbruik van een goede 6 liter per 100 kilometer haalbaar bij een normale, vlotte rijstijl.
Resten er nog slechts enkele opmerkingen en raadgevingen. Een goede Focus Duval kan gevonden worden voor een 3.000 à 6.000 euro, afhankelijk van de staat en de kilometerstand. Ze zijn vaak erg goed aangekleed, met bijvoorbeeld leuke opties als lederen zetels (die de tand des tijds erg goed doorstaan). Het monteren van goede banden is erg belangrijk (geen budgetmerken dus) om de kwaliteiten van de Focus Duval naar boven te halen. Niet alleen met het oog op grip, maar voornamelijk voor het comfort, anders kunnen rolgeluiden op snelwegen storend worden, en het verbruik. Verder zijn een setje winterbanden sterk aan te raden, een Focus I houdt helemaal niet van de combinatie 215 ZR17 en sneeuw.
Kortom het is aangenaam leven met een Focus Duval, een mooi compromis tussen ruimte, budget en een snuifje rijplezier Enkel je geweten moet omkunnen met het eeuwige dieselroet in de achteruitkijkspiegel.