De laatste jaren bracht ik mijn schaarse vakantiedagen veelal door met het aanschouwen van moderne langeafstandsraces, brullende Group B-wagens, Le Mans Classic of de Mille Miglia. Allemaal ten zeerste aan te raden, maar deze evenementen moeten niettemin een voor een het hoofd buigen voor de Goodwood Revival. Combineer immers Engelse vriendelijkheid en humor met een klassieke omgeving en iconische racers die tot de limiet (en ver erover) worden gedreven, en je hebt een topevenement dat niet alleen doorwinterde petrolheads zal plezieren.
Tickets check, tent check, sixties-outfit check, hoge verwachtingen double check. Via de ferry, immers nog steeds flink goedkoper dan de Eurotunnel en je kan er bovendien even verpozen na een eerste etappe met de wagen, zetten we koers naar Engeland. Aan boord is al te merken dat we op het juiste pad zitten; we delen de ferry onder andere met een klassieke Alfa 1750 GTV, een 550 Maranello en een signal green 997 GT3 RS.
Eenmaal ter plaatse kunnen we onze tent nog net opzetten voor de duisternis valt, om vervolgens onze benen onder de tafel van een uitstekend lokaal café te steken. Heerlijk toch zo’n ouderwetse Engelse pub, en al helemaal wanneer het tjokvol zit met autoliefhebbers die graag een praatje slaan over hun pride and joy. Met onder andere een NSX, een E-Type, een Mark II en een vroege 356 pré-A Knickscheibe – die ondanks meer dan 60 lentes nog steeds dagelijks voor woon-werkverkeer wordt gebruikt – voor de deur blijkt er dan ook genoeg voer voor geanimeerde discussies.
Na een kort nachtje en een stevig ontbijt is het eindelijk zover om naar het circuit van Goodwood af te zakken. Wanneer je langs de parkings loopt, kan je jezelf afvragen of het wel de moeite is om een ticket voor elk van de drie dagen te kopen. Want aan al het fraais dat hier verzameld is, kan je al een dag vol bewondering spenderen. En dan hebben we het niet alleen over de specifieke klassiekerparking, ook op de reguliere parking kom je pareltjes als een F40 of 964 Carrera RS tegen.
Op het festivalterrein gaat het feest pas echt van start. Terwijl enkele Spitfires overvliegen (waaronder eentje die meedeed aan D-day) kom je toe in een leuk sixties dorp met onder andere een handig Tesco grootwarenhuis en een charmante garage van Porsche. Dat haast iedereen zich naar de tijdsgeest kleedt, voegt extra beleving aan het evenement toe. Bovendien weet de Goodwood Revival op die manier ook op grote schaal vrouwen te intrigeren. Doordat de focus niet enkel op wagens ligt maar op het gehele idylissche tijdsbeeld van een tijdperk waarin niets nog onmogelijk leek, spreekt een véél breder publiek aan dan traditionele evenementen gericht op enkel autoliefhebbers.
Een uitgebreide lofzang dus, en dan zijn we nog niet aan het echte paradepaardje van de Revival gekomen: de intensieve races. Waar er bij Le Mans Classic wel enkele rijders met bakken talent en veel zin in spektakel tussen zitten (zoals Chris Harris en David Hart), stikt het van dergelijke types in Goodwood. Aan vorig lijstje mogen we in Engeland dan ook volgende namen toevoegen: Tom Kristenssen, Jackie Oliver, Tiff Needell, Jason Plato, Jochen Mass, Derek Bell, Steve Soper en Andy Priaulx.
Ondanks de waarde van vele oudjes worden bochten duchtig afgesneden, valt er steeds sideways actie te bewonderen en zijn de onderlinge duels fel. En daarbij gaat het trouwens lang niet altijd even goed. Zo is voor mijn neus een GT40 zwaar van de baan gegaan en verloor de 250 GT SWB Breadvan tijdens qualifying de controle in Lavant Corner, waarna die werd geramd door een E-type. Daags nadien was de Breadvan opnieuw opgelapt voor de race, om tijdens de eerste bocht wederom een flinke tik te incasseren. Haast alle wagens moesten op maandag, gezegend met de nodige lipstick traces, een trip naar de betere carrossier maken.
Het circuit laat – ondanks een lengte van slechts 3,8 kilometer – zulk spektakel toe door een aaneenschakeling van mooie, overzichtelijke en snelle bochten. Als toeschouwer wordt je bij de actie betrokken door de geringe afstand tot het circuit en het ontbreken van hoge veiligheidsomheiningen. Louter de aanduiding ‘Racing can be dangerous‘ wordt terloops meegegeven. Tijdens de parade ter ere van Bruce McLaren, die er in 1970 het leven liet, sta je evenwel stil bij de keerzijde van de golden era of racing.
Toch is het moeilijk om niet lyrisch te worden van Goodwood Revival. Maar eerlijkheidshalve dien ik wel enkele kleine kanttekeningen te maken. Enkel de Goodwood Members krijgen toegang tot leuke staanplaatsen; all Goodwooders are equal but some are more equal than others dus. Tevens brengen de legendarische vliegtuigen, in tegenstelling tot de races, weinig spektakel met zich mee. Volgens ingewijden werd er in het verleden wel erg laag over het publiek gevlogen en waren mooie onderlinge dogfights courant, maar zijn de veiligheidsmaatregelen verhoogd na de recente crash tijdens Shoreham airshow.
Desalniettemin is de slotsom ruim positief, en brengt Goodwood Revival een immens plezier voor een breed publiek. Zowel de Revival als de Members Meeting zijn sterk aan te raden voor eenieder die enkele dagen wenst te genieten van het beste uit de vroeg na-oorlogse periode. Mijn hoge verwachtingen zijn dan ook geheel ingelost, en ik zal in 2016 opnieuw present zijn.
[Foto’s: Stijn Braes]