Toen de Alfa Romeo 4C in 2013 gelanceerd werd voor een basisprijs van 51.500€, was menig alfisti een tevreden mens. Eindelijk was er weer een betaalbare, goed ogende en performante sportwagen uit de fabrieken van Turijn beschikbaar. De spartaanse tweezitter met carbon monocoque was zelfs een concurrent voor de Lotus Elise S, ook al stuurde die laatste net iets scherper. Anno 2016 neem je de 4C pas voor 63.200 euro mee naar huis, maar wat krijg je daar allemaal voor in de plaats?
Kort samengevat: een reeks optische upgrades in de vorm van nieuwe koolstofvezel elementen, al moet je daarvoor in de optielijst gaan tasten. Zo is onze testwagen voorzien van de nieuwe voorbumper met carbon inlaten (1.200 €) en een stel bijkomende luchthappers in de flanken (1.450 €). Met bijna 3.000 € is het carbonnen dak niet alleen de duurste nieuwkomer in de brochure, maar wellicht het meest in het oog springende. Een forse gewichtsbesparing moet je echter niet verwachten, het origineel dak van de 4C was ook al van kunststof, daar het geen onderdeel van de dragende structuur is.
Die carbon-gekte trekt zich ook binnenin verder, met de mogelijkheid om de middenconsole (350 €) en de ventilatiekanalen (700 €) in koolstofvezel te laten uitvoeren. Verder zijn enkele exclusieve opties voor de spider, zoals het bruin lederen interieur (1.950 €) en de Giallo Prototipo koetswerkkleur (600 €), nu ook op de coupé beschikbaar. Dat maakt het geheel natuurlijk een stuk meer opvallend, maar Italiaanse sportwagens zijn nu eenmaal geen toonbeeld van subtiliteit. Niet subtiel, maar wel bloedmooi. Reden genoeg dus om nog eens een uitgebreide fotoshoot aan deze mini-Ferrari te wijden. Geniet er van!
[Fotografie: Gerd Moors]