Bert ClaesHalfweg de jaren ’80 werd Moneytron uit de grond gestampt, een beursbeleggingsbedrijf dat schijnbaar eindeloze winsten kon genereren. Aan het roer stond Jean-Pierre Van Rossem, een econoom die de beurshandel trachtte te voorspellen aan de hand van wiskundige modellen.
Eén voor één vonden kapitaalkrachtige investeerders hun weg naar Moneytron, ook al was het vooral Van Rossem’s eigen bankrekening die daar baat bij had. Toch bleven de investeerders in hem geloven, mede door de flamboyante manier waarmee van Rossem zich voortdurend in de kijker wist te werken.
Het vergaarde kapitaal besteedde de West-Vlaming het liefst aan zijn grote passie: auto’s, of meer specifiek: Ferrari’s. Op zijn hoogtepunt bezat hij er -naar eigen zeggen- meer dan honderd, waaronder een uiterst zeldzame 250 GTO en een 512M. Eind jaren ’80 zag hij commercieel potentieel in Onyx, een Formule 1-team dat op de sukkel was. Aanvankelijk pompte Van Rossem enkele miljoenen dollars in het team, maar nadat een deel daarvan spoorloos verdween, gooide Van Rossem het over een andere boeg. Hij zou opnieuw een enorme som in het team steken, onder voorwaarde dat hij deze keer de nieuwe teameigenaar werd.