Een klassiek WEC-seizoen hebben we dit jaar niet gehad. Gelukkig kunnen we wel (na)genieten van het beste dat het kampioenschap van de lange-afstandsraces ons de laatste jaren gebracht heeft.
Recent keken we nog met weemoed terug naar het einde van de jaren ’90, toen de startgrid op Le Mans gevuld was met tal van reële uitdagers voor de algemene overwinning. Toch hoeven we eigenlijk niet zo ver terug te gaan voor felle duels. Het afgelopen decennium keken we immers met open mond naar de races binnen het WEC-kampioenschap, waarvan de 24 uur van Le Mans de toprace is.
Diversiteit troef
Was er eerst nog Peugeot om het schijnbaar ongenaakbare Audi enkele zweetdruppels op het voorhoofd te bezorgen -en in 2009 zelfs te verschalken op Le Mans- dan zorgde de komst van Toyota en Porsche pas echt voor spannende duels. Ook al ging het om races van 6 of zelfs 24 uur, de duels om de eerste plaats deden soms vermoeden dat het louter sprintraces betrof. Daarenboven werden de clinhes aangewakkerd door de diversiteit van de verschillende LMP1-prototypes: we zagen V8 tegen V6 en zelfs V4, diesel versus benzine en zorgvuldig ingezette hybrid-boost om inhalen mogelijk te maken.
Toegegeven, LMP1-prototypes waren en zijn mogelijk niet zo mooi als de GT1’s van weleer. Maar het zijn wel technologische meesterstukjes die ons verstommen met hun prestaties en tot flink wat old fashion wheel-to-wheel duels hebben geleid…