Eind 1964 sloegen Carrol Shelby en Alejandro de Tomaso de handen in mekaar om een nieuwe wagen te ontwikkelen voor de North American Sports Car Races (later Can-Am). Shelby wilde deelnemen, maar zijn Cobra kon niet tippen aan de snelheid van de Mclarens en Chaparrals met hun machtige 5-liter blokken. De Tomaso zou een nieuwe 7-liter motor ontwikkelen, terwijl Shelby’s designteam onder leiding van Peter Brock de T-70 racewagen zou bouwen. De deal draaide echter uit op een fiasco, omdat De Tomaso er niet in slaagde de geplande batch van vijf wagens binnen de termijn op te leveren.
In zijn eer gekrenkt, besloot de Argentijn een nieuwe productie-sportwagen te bouwen, op basis van het T70-chassis. De naam ‘Mangusta’ (Mangoest in Nederlands) was een sneer naar Shelby, omdat een Mangoest gekend is om Cobra-slangen te kunnen doden. Niemand minder dan Giorgetto Giugiaro werd aangesteld om een koets te pennen over het aangepast racechassis. Het resultaat is misschien niet de bekendste, maar wel één van de mooiste vierwielers die ooit bij Giugiaro uit de pen liep. Van de vierhonderd exemplaren die ooit uit de fabriek rolden, schieten er vandaag maar nog iets meer dan de helft over, waardoor het spotten van een Mangusta haast even moeilijk wordt als zijn dierlijke evenknie.
Bron: Shannons Insurance