Hoewel het technisch gezien niet helemaal de 100e editie van het Brusselse autosalon is, gaan we er voor de gelegenheid graag in mee. Want terwijl heel wat klassieke expo’s de duimen hebben moeten leggen, zijn de zalen van de Heizel dit jaar toch maar weer bezet. Ook al is het concept lichtjes aangepast met het oog op efficiëntie en het verminderen van de organisatorische kostprijs. Maar niet getreurd. Want op Volvo en Mercedes na, zijn alle gevestigde waarden aanwezig.
Abarth 500e
Je zal maar de opdracht hebben gekregen om de immer populaire Abarth 500 om te toveren tot een pure EV. En toch hebben de Italianen het geprobeerd. De nieuwe Abarth 500e zal voorlopig blijven bestaan naast de versie interne verbrandingsmotor, maar tapt audiogewijs uit een ander vaatje. Dankzij een specifiek ontworpen sound generator belooft Abarth dat deze 500e toch een karakteristieke sound zal hebben. Benieuwd.
Op het vlak van prestaties komt de opvallende Acid groene verschijning (andere kleurtjes zijn beschikbaar) vlot uit de hoek dankzij een 154 pk en 235 Nm sterke elektromotor die toelaat om in slechts 7s naar de 100 km/h te sprinten en – wanneer het wat rustiger mag – een rijbereik van 320 km toelaat. Volgens Abarth is de elektrische Cinquecento op het thuiscircuit van Balocco daarmee zelfs sneller dan de benzineversie. Drie verschillende rijmodi en twee koetswerkvarianten (coupé en cabrio) zijn per direct beschikbaar. En dat voor een vanafprijs van voorlopig 38.000 euro voor de lanceringsversie Scorpionissima.
Alfa Romeo Giulia & Stelvio facelift
Met respectievelijk 7 en 6 jaar op de teller zijn de Alfa Giulia en Stelvio niet meer van de jongste. Maar hoe je het ook draait of keert, het blijven twee dynamische toppers binnen hun genre. Ook nu nog. Knap dus dat Alfa beide modellen niet vergeten is en ze trakteert op een deugddoende facelift met invloeden van de kleine crossover Tonale. De faceliftmodellen krijgen daarmee voor het eerst full LED-koplampen met dynamische matrixtechnologie, net als een vernieuwde tellerpartij met 12,3 inch display en verbeterde connectiviteitstoepassingen.
Opvallend is wel dat twee motorisaties niet langer beschikbaar zijn en de line-up nog enkel bestaat uit een 2.0-liter benzine met 280 pk en een 2,2-liter diesel met 160 of 210 pk. De vernieuwde Alfa Romeo Giulia en Stelvio zullen beschikbaar zijn in de uitrustingsniveau’s Super, Sprint, Ti, Veloce en Competizione. Verwacht wordt dat de extra potente versies Giulia Quadrifoglio Verde en Stelvio Quadrifoglio Verde binnenkort een gelijke behandeling krijgen. Behalve de nieuwe Giulia en Stelvio siert de Alfa-stand nog de gloednieuwe Tonale Q4 plug-in hybride.
Alpine A110 R
Terwijl Lotus de echte lichtgewichtsportwagen vaarwel heeft gezegd, haalt Alpine nog eens uit door een extra licht versie van de evergreen A110 op de markt te zetten. Deze heet A110 R en refereert naar het radicale dieet van de sportieveling uit Dieppe. Een mix van carbon koetswerkpanelen, lichter meubilair en ophangingsonderdelen maakt dat de R nog eens 34 kg minder weegt dan het vederlichte standaardexemplaar (met aerodynamische carbon kit). Of 1.082 kg om precies te zijn.
De 1.8-liter viercilinder benzine levert net als in de A110 S 300 pk en 340 Nm aan de achteras via een standaard 7-traps automaat met dubbele koppeling. Goed voor een sprint naar de 100 km/h in slecht 3,9 s en een topsnelheid van 285 km/h. Nadeel van al dat fraais is dat de vanafprijs van 105.000 euro die de A110 R meteen in erg exclusief gezelschap torpedeert. Al kan voor zij die dat willen nog exclusiever met de op 32 exemplaren gelimiteerde A110 R Fernando Alonso-editie waarvan er naar verluidt 2 exemplaren naar de BeLux-markt komen. Elk met een prijskaartje van minstens 147.000 euro.
BMW 3.0 CSL, M2 Coupé & M3 Touring
De BMW-stand telt dit jaar een pak sportief geweld met enerzijds de nieuwe seriemodellen M2 en M3 Touring maar ook de op 50 exemplaren gelimiteerde 3.0 CSL. Zeg maar BMW’s verjaardagscadeau aan zichzelf en aan 50 – letterlijk en figuurlijk – erg gefortuneerde klanten/fanaten. Gebaseerd op de standaard M4 CSL krijgt de 3.0 CSL een specifiek uit carbon opgetrokken koetswerk dat knipoogt aan de mythische CSL coupé van weleer. Alle exemplaren worden bovendien standaard met handbak en zonder achterbank geleverd.
Voorin vinden we een tot 560 pk en 550 Nm gekieteld versie van het vertrouwde M-blok en standaard goodies zoals carbon keramische remmen, gouden 10-spaaksvelgen en tal van knipoogjes naar de geschiedenis van M GmbH. Hoeveel van de 50 exemplaren er uiteindelijk in ons land zullen terechtkomen is – in tegenstelling tot het prijskaartje van om en bij de 750.000 euro – een goed bewaard geheim. Wie het peperdure pareltje dus eens van dichtbij wilt zien haast zich beter naar de Heizel.
Honda Civic Type R (FL5)
We zitten er al langer over te jammeren, de hot hatches zijn met uitsterven bedreigd. Na onder andere Peugeot, Ford, Renault geeft ook Hyundai (met hun N-modellen) aan er in Europa de brui aan te willen geven in afwachting van een elektrische sportieveling. Voor een hot hatch mag je dus, als je de Golf GTI links laat liggen, stilaan de portefeuille flink opentrekken voor bijvoorbeeld de Golf R, M135i, RS3 en A45 AMG of deze Honda Civic Type R. Want jawel een 55.000 euro zal Honda vragen voor deze voorwielaandrijver. In ruil daarvoor krijg je wel een compleet uitgeruste sporter, met enkel het Carbon Pack (aan 4.000 euro) of het Illumination Pack (1.500 euro voor wat rode verlichting) als mogelijke aankledingen.
Deze nieuwe FL5-generatie kan echter ook flink wat troeven op tafel leggen. Allereerst heeft het K20C1-blok de nodige wijzigingen ondergaan met onder andere een kleinere turbo, lichter vliegwiel en nieuwe uitlaatlijn. Inmiddels zorgt deze viercilinder voor een gezonde 329 pk en een maximaal koppel van 420 Nm (vanaf 2.200 toeren). Ook de ophanging, bediening van de handbak (jaja, zoiets bestaat nog anno 2023!) als aerodynamica werden aangepast. Dit laatste zorgt inmiddels voor 90 kilogram aan downforce bij 200 km/u. Belangrijker misschien nog is dat de styling wat soberder is geworden, minder boy racer en meer een discrete hatch waarmee je ook op het werk of bij de schoonouders kan verschijnen. Tenzij je zoiets een verlies aan karakter vindt…
Lamborghini Huracan Sterrato
Het antwoord op de vraag die niemand gesteld heeft. Dat is de Lamborghini Huracan Sterrato – Italiaans voor onverharde weg. Want wat de Porsche 911 Dakar is voor de 911 Carrera, is de Sterrato voor de Huracan coupé. De Huracan Sterrato staat standaard 44 mm hoger bij een toegenomen spoorbreedte van 30 mm voor- en 34 mm achteraan, terwijl de standaard 19-duimers specifieke terreinbanden krijgen. Andere eye-catchers zijn een specifieke bodykit. Net als handige hulpverlichting en een snorkel die – in tegenstelling tot bij de Huracan STO – wel functioneel zou zijn.
Lamborghini hoopt 1.499 klanten te kunnen overtuigen van wat nu al de meest controversiële Huracan van ze allemaal is. Onderhuids zijn de technische wijzingen echter een pak beperkter gebleven met een tot 610 pk teruggeschroefde atmosferische V10 een nieuwe rijmodus onder de noemer ‘Rally’. Kostprijs voor dat alles? Om en bij de 280.000 euro plus opties en personalisering.
Lotus Emira & Eletre
Het Lotus-gamma is op bijzonder korte tijd getransformeerd van evergreens Elise, Exige en Evora naar wat er dit jaar op de stand zal staan, namelijk Emira en Eletre. Die eerste is een bijzonder doorgedreven herwerking van de wijlen Evora terwijl die laatste een pak meer aanleunt bij de toekomst van het merk. Namelijk puur elektrisch. Technisch gezien is de Eletre intussen al de tweede puur elektrische Lotus na hypercar Evija. Maar aangezien die laatste eerder als concept lijkt te bestaan, zal de SUV Eletre voor de meesten de eerst echte tastbare Lotus EV zijn.
Controversieel is de Eletre zeker. Enerzijds vanwege het hoge gewicht van bijna 2,7 ton, anderzijds omdat de complete filosofie van de puur elektrische SUV bijzonder ver weg ligt van wat we van het merk gewoon zijn. Laat staan de filosofie van zijn wijlen oprichter Colin Chapman. Of de gewaagde nieuwe richting van het Britse merk het nodige succes zal kennen valt af te wachten. Maar intussen kan je wel nog bij ze terecht voor de Emira. Lotus’ laatste sportieve tweezitter met verbrandingsmotor.
McLaren Artura
Dat McLaren momenteel in zwaar weer verkeert werd pijnlijk duidelijk toen de Artura het levenslicht zag. McLaren’s eerste in serie geproduceerde plug-in hybride kende een bijzondere woelige start met zelfs een productiestop tot gevolg. Onder leiding van een nieuwe CEO werd orde op zaken gesteld waardoor de vervanger van de 570S een nieuw elan en toekomstperspectief moet geven aan het Britse supercarmerk.
De 680 pk sterke plug-in hybride is een technologische krachtpatser die door zijn unieke combinatie van carbon monocoque, twin-turbo 120° 3.0-liter V6 en elektromotor, ongeziene prestaties brengt bovenop een puur elektrisch rijbereik van maximaal 30 km. Behalve een PHEV-aandrijving introduceert de Artura ook een nieuw infotainmentsysteem met over-the-air-updates en een rijdersgeorienteerde cockpit die in tegenstelling tot bijvoorbeeld Ferrari, wél nog de nadruk legt op fysieke knoppen en schakelaars.
Opel Astra GSe
Opel’s GSe-badge is terug van weggeweest. Het acroniem staan niet langer voor Grand Sport Einspritzung (zoals bij de Commodore en Monza het geval was) maar voor Grand Sport electric. Als eerste in de rij van extra sportieve modellen vinden we de nieuwe Astra en (facelift) Grandland. De visueel scherp gelijnde Astra oogst echter de meeste lof en is er telkens met een 225 pk sterke plug-in hybride aandrijflijn die, samen met een 10 mm lager koetswerk en specifieke ophanging, voor een welgekomen dosis sportiviteit binnen het Blitz-gamma moet zorgen.
Behalve visuele addenda heeft iedere Astra GSe ook recht op een specifieke afstelling voor het ESP en een interieurafwerking met opvallende stiksel en veelvuldig gebruik van Alcantara. Een setje opvallende en specifieke 18-duims lichtmetalen velgen zorgen tenslotte voor de finishing touch. De Astra GSe is er zowel als vijfdeurs hatchback als verlengde versie Sports Tourer met een puur elektrisch rijbereik van 63-64 km (WLTP).
Porsche 911 GT3 RS (992)
Een van de meest tot verbeelding sprekende sportievelingen van het Salon 2023 is zonder meer de nieuwe Porsche GT3 RS. De eerste RS van de 992-generatie is in alle opzichten extremer dan ooit en leunt dichter dan ooit aan bij pure circuitversies Cup en RSR. Kijk daarvoor maar naar de waanzinnige achtervleugel met luchtrem- en DRS-functie of het feit dat de voorste kofferruimte is ingeruild voor aerodynamische efficiëntie. Het resultaat daarvan is liefst 860 kg (!) downforce bij 285 km/h, meer dan bij een GT3 Cup of zelfs de McLaren Senna…
Andere spitsvondigheden zijn de vergaande instelbaarheid van zowel de ophanging als het differentieel, de tractiecontrole en ESP en de aerodynamica. Kortom, de nieuwe RS is meer Renn Sport dan ooit. Ook al mag je er technisch gezien nog de straat mee op. Vanafprijs voor al dat technisch vernuft? 240.187 euro. Of toch voor wie er eentje te pakken krijgt.
Tesla Model S Plaid
In hoeverre de Tesla Model S Plaid echt sportief kunt noemen is voer voor discussie. Maar dat de door Franz von Holzhausen ontworpen puur elektrische sedan meer dan 10 jaar nog steeds zijn mannetje kan staan, zegt voldoende. Met de tot nu toe snelste versie Plaid (een verwijzing naar de cultklassieker Spaceballs) bewijst Tesla dat de (batterij)technologie van de Model S nog steeds cutting edge is. Met duizelingwekkende prestaties tot gevolg.
De ruim 1.000 pk sterke Model S Plaid sprint dankzij zijn 3 elektrotoren in nauwelijks 2,1 s naar 100 km/h en snelt door naar een topsnelheid van maar liefst 322 km/h. Cijfers waarmee de vijfzitssedan niet alleen menig supercar naar de kroon steekt maar ook andere pijlsnelle EV’s die vaak een miljoen euro of (veel) meer kosten. Des te straffer dus dat Tesla ‘slechts’ 140.000 euro vraagt voor al dat vernuft.
Toyota Supra MT
De vijfde generatie Toyota Supra was van meet af aan controversieel vanwege de nauwe samenwerking met BMW. De in Oostenrijk gebouwde coupé deelt nu eenmaal heel wat techniek met zustermodel Z4 waardoor de Supra zich nooit echt heeft kunnen onderscheiden van de Duitse roadster. Die twijfel heeft zich kennelijk ook georkestreerd is de twijfelende verkoop van de Toyota. Bijkomende kritiek was er ook op het ontbreken van een handbak. Maar daar is met de komst van de Supra M(anual)T(ransmission) eindelijk verandering in gekomen.
De Supra MT heeft recht op een specifieke, door Toyota aangepast handbak, die de sportiviteit en het karakter van de Supra naar nieuwe hoogtes moet brengen. De handbak is bovendien altijd gelinkt aan de 3.0 turbo zes-in-lijn en is op de koop toe ook nog eens zo’n 4.000 euro goedkoper dan de versie met automaat. Ook al komt de versie met handbak standaard met iets minder uitrusting. Toch zijn de eerste kritieken op de komst van de handbak erg positief. Is dit de Supra zoals ‘ie altijd al had moeten zijn?
Meer info & tickets via: autosalon.be