Formule 1-piloot, all-round Good Guy en Gentleman Driver Jochen Mass is op 4 mei jongstleden overleden aan de gevolgen van een beroerte. Als eerbetoon publiceert DRIVR een reportage van Ken Divjak die in 2015 een dag op stap mocht met de racelegende tijdens de Zoute Grand Prix. Dit verhaal verscheen eerder in Autowereld magazine en wordt hier met toestemming gereproduceerd.
Sommige dingen moet je ons geen twee keer vragen. Bijvoorbeeld of we een dagje op de spreekwoordelijke lappen willen met oud-F1-piloot Jochen Mass in een unieke Mercedes 190 SLR uit 1956. Retorisch antwoord: waar tekenen we het afstand van verhaal?
“Dit kan niet kloppen”, zegt onze gastheer op een licht geënerveerde toon. Welgeteld zes minuten na het startschot op de Zeedijk van Knokke staan de Mercedes 190 SLR, racelegende Jochen Mass en ondergetekende stil op de parking van de Royal Zoute Golf Club, terwijl het roadbook ons linea recta uit het centrum had moeten leiden. “Zin in een partijtje golf?” opper ik om het snel vormende ijs tussen mij en de 69-jarige Duitser te breken. Waarop Mass laconiek antwoordt dat zijn handicap geen hulp nodig heeft, maar mijn skills als navigator precies wel. Goed dat we nog maar 64 pagina’s bolletje-pijlinstructies te gaan hebben…
‘Geen choke, geen synchro’s en remmen uit 1956′
De ochtend was nochtans goed begonnen. Omdat de oud-F1-piloot het te nat vond om de dakloze 190 van de Mercedes-concessie naar de dijk te sturen, viel die eer onverwacht mij te beurt. “Geen choke, geen synchro’s en remmen uit 1956” waren de enige instructies die nog door het geknetter van de race-uitlaat filterden, waarna de poort openging en het avontuur kon beginnen. Voor mij reed de unieke C111 Versuchswagen die eveneens naar de start van Zoute Rally moest. De Mercedes 380 Special Roadster uit 1933 bleef achter in de werkplaats, om het concours d’élégance later op het weekend te sieren. Stuttgart had duidelijk kosten noch moeite gespaard om zijn stempel op de 2015-editie van de Zoute GP te drukken.
Maar zoals wel vaker met dit soort verrassingen was er een angel: om aan de startmeet te geraken, moesten we door de plensregen én de ochtendspits. Nota bene zonder dak of noemenswaardige voorruit, aangezien de Rennabteilung die luxe-items in 1956 geschrapt had voor de Grand Prix van Macau. Douglas Steane won toen zijn klasse met een identieke wagen, hoewel de basis-190 SL eigenlijk nooit bedoeld was om te racen. Op de smalle Lippenslaan had S-MB-19H nochtans veel weg van een koerswagen, met zijn opgefokte viercilinder die om de haverklap naar adem snakte door de lage snelheden. Het stuur maakte een opvallend vage indruk, terwijl de remmen van de 300.000 euro dure SLR niet echt leken te werken. Veel vertrouwen gaf het in ieder geval niet voor een roadbook door de Vlaamse Ardennen met een racer aan het stuur.
Museumpiloot par excellence
Een dik uur later blijken mijn zorgen van een andere aard. Waar zijn we in hemelsnaam in de fout gegaan om nu al -na welgeteld vier instructies- op een doodlopende parking te eindigen? We overlopen de bolletje-pijlschetsen samen en concluderen dat het roadbook fout moet zijn. Een assumptie die initieel versterkt wordt door het feit dat we her en der nog verdwaalde deelnemers zien rondcirkelen. Een zwaantje probeert de knoop te ontwarren, maar zegt er veiligheidshalve bij dat de wagens van overal lijken te komen. Dit draait vierkant. Maar om nu al terug naar de start te rijden en onze blunder publiekelijk toe te geven, daar zijn we nog niet klaar voor. Bovendien zou Derek Bell, die deze Zoute GP met een oude Bentley rijdt, niet meer bijkomen van het lachen…
In de hoop om weer op de route te landen, gooit Mass het stuur om en probeert hij de uitvalsweg van vorig jaar. De Le Mans-winnaar van 1989 is al aan zijn derde Zoute GP toe, telkens als officieel museumpiloot voor Mercedes. “Dat doe ik eigenlijk al sinds de jaren 90”, vertelt hij terwijl we het centrum van de mondaine badstad voor de vierde keer doorkruisen, “toen ik samen met Michael Schumacher voor het Sauber Mercedes-team uitkwam in het World Sports-Prototype Championship’” Een hobby dat hem al achter het stuur van alle kroonjuwelen uit de Mercedes-collectie heeft gezet, tot aan de 300 SLR van Stirling Moss uit de Mille Miglia toe. Vandaag zit hij helaas opgescheept met een oen die na drie kwartier rondjes rijden moet toegeven dat er niets anders opzit dan de start opnieuw te nemen op de Zeedijk.
Gelukkig voor ons is het volledige deelnemersveld al vertrokken en de startopstelling nagenoeg verlaten. “En nu voor echt”, grapt Mass terwijl hij het roadbook in handen neemt en plots een kreet van verluchting slaat. “Krijg nu iets, we zijn gewoon te vroeg afgeslagen!”, kraait hij bijna euforisch. Bij de allereerste instructie dus, die geen 80 meter maar 800 meter na de start ingaat. Komt ervan als het roadbook pas de laatste minuut ontvangt, terwijl de meeste deelnemers er al een avond op gestudeerd hebben. Daarin staat namelijk duidelijk dat 0.80 niet voor 80 meter staat maar voor 800 meter, wat natuurlijk een fameus verschil is. De afwijkende getallen die er cursief bij staan, zijn de afstanden in mijlen voor auto’s met het stuur rechts. Les geleerd.
Hollandermop
Drie kwartier later dan voorzien trapt Mass de SLR op zijn staart om wat verloren tijd goed te maken. Eerste versnelling: wielspin. Tweede gang: overstuur. Derde verzet: een vuile onderbroek. Hij heeft het duidelijk nog niet verleerd, ook niet om zijn actie met een understatement te signeren. “Het ligt precies nog wat nat”, giechelt hij het door de ploffende uitlaat heen. Gelukkig zijn de hemelsluizen ondertussen gesloten en komt het zonnetje erdoor richting Vlaamse Ardennen. Dat Mass het naar zijn zin krijgt, merk je aan zijn rechter wijsvinger die constant de hoogte in gaat om de fans langs de weg te begroeten – of ze nu bewonderend naar onze zilverpeil kijken dan wel morrend op hun akker staan. Na een half uurtje rijden kan er zelfs een mopje vanaf: “Weet je wat een Hollander krijgt als die na zeven keer eindelijk zijn rijbewijs haalt? Een gele plaat!”. Hilariteit alom, ijs gebroken.
Onze SLR is intussen ook warmgedraaid. Dat zie je aan het gemak waarmee de viercilinder zich uit de toerenkelder hijst om daarna vliegensvlug naar de begrenzer te sprinten. “Mercedes heeft voor de gelegenheid een korte eindoverbrenging gemonteerd, ontwikkeld voor klimkoersen”, becommentarieert Mass. Daardoor gaat de 190 er als een peil uit een boog vandoor, maar draaien we aan 120 km/u wel bijna 5000 toeren. Schakelen gaat trouwens opvallend soepel, met een ranke pook die zich boterzacht door het H-patroon laat leiden. Alleen voor de achteruitversnelling moet je via tweede passeren, anders knarsen de tanden van de vierbak. Onder de zware voet van Mass blijken de remmen zelfs te werken, wat een hele geruststelling is.
De oud-coureur rijdt trouwens opvallend braaf. Alleen wachten staat niet in zijn woordenboek, want op iedere kruising probeert hij stiekem een paar auto’s voorbij te steken – telkens met dat vingertje in de aanslag. Of hij dat tijdens de Mille Miglia heeft opgepikt, wil ik wel eens weten? “De Zoute GP is niet te vergelijken met de Mille”, zegt hij lachend. “In Italië wordt er nog echt hard gereden, terwijl de motards van de politie je wat graag op sleeptouw nemen.” Richting Ronse lijkt het anders ook zonder zwaantjes te lukken. Want ondanks ons oponthoud bij de start arriveren we lang niet als laatste aan de lunchstop. Op de vraag waarom we iets later zijn, antwoordt Mass dat we nog wat beelden moesten schieten terwijl hij me met een knipoog naar het buffet loodst. Een echte gentleman driver.
Een kind van de zee
Op de terugweg naar Knokke belanden we in een konvooi met een viertal wagens die duidelijk niet aan hun eerste bolletje-pijlrit toe zijn. Het tempo ligt hoog genoeg om Mass niet te enerveren en schappelijk genoeg om wat te converseren, over zijn band met België en die met de zee in het bijzonder. “Al sinds mijn beginjaren kom ik geregeld naar hier om vrienden te ontmoeten en natuurlijk om te rijden”, klinkt het met een verzorgd Brits accent. “Bovendien voel ik mij altijd goed aan het water”, voegt de in Zuid-Frankrijk woonachtige Duitser er aan toe. “Ik ben namelijk zeeman van opleiding, al koos ik die richting eerder uit avontuurlijke overwegingen dan uit rationele.” Of hij ooit op zee vertoefd heeft? “Ikzelf eigenlijk niet, maar mijn grootvader wel – net als mijn oudste zoon die kapitein is op een driemaster die tussen de Caraïben en de Middellandse Zee pendelt.”
Tegenwoordig zit Mass meer in het vliegtuig dan in de wagen, immer op weg naar een ander evenement. “Dinsdagavond ben ik teruggekeerd van de Porsche Reunion in Amerika, woensdagochtend ben ik naar Knokke vertrokken”, klinkt het. Of hij dan nog altijd met plezier achter het stuur kruipt? “Zeker en vast, ik heb de rit van 1200 kilometer in één keer afgehaspeld.” Saai vindt hij moderne auto’s trouwens niet, maar wel hypercompetent. Al heeft dat waarschijnlijk alles met zijn dienstwagen te maken -een splinternieuwe Mercedes S-Klasse- terwijl zijn andere werkgever al eens een 911 aan de Côte d’Azur parkeert. “Als ik thuiskom, staat er normaal een GT3 voor me klaar, dus vervelen doet het nooit”, zegt de piloot met een knipoog.
Gevraagd naar zijn favoriete wagens blijken vooral de prewars vandaag zijn voorkeur weg te dragen. Echte monsters met 600 paarden die hun tijd ver vooruit waren en begin 20ste eeuw als F1-bolides fungeerden, ook al bestond die discipline toen nog niet. Mass reed van 1973 tot 1982 in de koningsklasse maar wist er eigenlijk geen potten te breken, in tegenstelling tot de sport- en toerwagenklasses die hij wel naar zijn hand zette. Toch blijft de Formule 1 hem boeien, zelfs in die mate dat hij het voor de kwakkelende discipline in het algemeen en Bernie Ecclestone in het bijzonder opneemt. “Akkoord” klinkt het daarover, “de F1 is aan een renaissance toe”. “Maar je kan het niet allemaal op Ecclestone steken. Hij is niet meer dan het gezicht van de investeringsmaatschappij die bakken geld aan de F1 verdient. Een orgaan dat soms inderdaad vergeet wat racen is, maar er terloops wel een wereldsport van gemaakt heeft waar geen andere discipline aan kan tippen. Daarom zal de F1 altijd blijven bestaan, in welke vorm dan ook.”
Flying Mile
Tien uur en meer dan 200 kilometer veldwegen later denderen we Het Zoute weer binnen, klaar om onze 170 pk sterke SLR triomfantelijk over de Flying Mile te jagen. Alleen blijkt dat publieksevenement om 19u al afgelopen. De enige die nog bij de finish staat, is Mass’ oude vriend Derek Bell die ons met een intonatierijke Where the bllody hell have you been? komt begroeten. Even denk ik dat Jochen onze foto-excuus weer gaat bovenhalen, maar dan biecht hij onze schaamachtige misser van vanochtend integraal op, waarna Bell met een nog straffer verhaal komt aanzetten. Blijkt dat de meervoudige Le Mans-winnaar zich aan het einde van de 400 metersprint verkeken heeft op het zware stuur van de peperdure Bentley Blue Train uit 1930. Heftig gesticulerend illustreert hij het hardnekkige onderstuur dat hem gelukkig alleen een lekke band heeft gekost, samen met heel wat kijklustigen. Boys will be boys zeggen ze in het Engels, net zoals de straffe verhalen altijd zullen blijven. Blij dat we aan dat laatste mochten bijdragen.
PALMARES JOCHEN MASS:
Nationaliteit: Duits
Geboortedatum: 30/09/1946
Actieve jaren: 1973-1995
F1-starts: 105
F1-overwinningen: 1 (GP van Spanje 1975)
F1-Podiumplaatsen: 8
Andere successen: 24u van Spa (1972), World Sportscar Championship (1972), Coppa Florio (1975), 6u van Dijon (1975), Jim Clark Memorial Race (1977), Circuito del Mugello 1000 km (1985), 12u van Sebring (1987), 24u van Le Mans (1989)