Naar aanleiding van onze peiling naar het automobiele langetermijngeheugen van ons lezerspubliek stelde ik me onlangs de vraag waarom men in lang vervlogen tijden gele koplampen monteerde in Frankrijk. En vooral: waar die zo plots heen zijn gegaan. Eind jaren tachtig telde ik, tijdens eindeloze zomerse Autoroute-passages op de achterbank van vaders reeds lang ter ziele gegane Peugeot 205, de gele schijnsels die ons tegemoet kwamen. Bij recentere bezoeken aan La Ville Lumière en omstreken was er van dit eens zo evident Franse fenomeen niets meer te bekennen. Bijna was ik het vergeten, tot Caspers voorzet mijn nieuwsgierigheid weer aanscherpte. Time to do some digging…
Uit mijn noeste opzoekwerk kwam het volgende naar boven: de gele koplampen zijn in Frankrijk ingevoerd tijdens de Tweede Wereldoorlog, opdat de lokale troepenmacht gemakkelijk het verschil zou kunnen zien tussen de auto’s van de eigen bevolking en die van de Duitse invadeur. Niemand die er blijkbaar bij had stilgestaan dat die gele vlekjes in de verte wel erg trefzekere doelwitten zouden vormen voor de Nazi-artillerie. Zut alors!
Ondanks dit falen bleven de Fransen ook na de oorlog hardnekkig vasthouden aan de eigenwijze verkeersmaatregel. Officieel omdat geel licht minder verblindend was voor tegenliggers dan wit licht – een valabele reden overigens, want het gele schijnsel is het resultaat van het elimineren van blauw licht uit het spectrum, dat vanwege zijn korte golflengte veel gemakkelijker in alle richtingen ‘breekt’ wanneer het op regen, mist of sneeuw valt. Maar de lichten stoorden ook minder omdat de gele lampbehuizingen van toen zo’n 15 procent van de lichtbundel tegenhielden. Het licht dat ze verspreidden was met andere woorden minder intens, maar bijgevolg ook minder verhelderend in normale nachtelijke omstandigheden.
En dus lijkt de échte reden waarom men in Frankrijk zo aan de gele lampen gehecht was dezelfde als waarom je er op sommige plaatsen nog steeds gehurkt boven een gat in de vloer je behoefte moet doen: gewoon omdat dat nu eenmaal Frans is. Niet verwonderlijk dus dat er in een steeds opener Europa meer en meer klachten kwamen van buitenlanders die ‘s nachts rijden in Frankrijk gevaarlijk vonden wegens de inadequate verlichting van de lokale wagens. En dus besliste de Europese Commissie in 1994 om, in het kader van homogenisering van de markten, een einde te maken aan deze bizarre episode uit de autogeschiedenis – ironisch genoeg net op het moment dat moderne technologieën de nadelen van de gele lampen grotendeels ongedaan konden maken. Onder invloed van de rallysuccessen van geel verlichte Peugeots was het inmiddels zelfs in onze contreien een rage geworden om je tuffertje om te bouwen tot rallywagen met behulp van een koppel gele verstralers.
Afschaffing of niet; de verplichting tot wit licht beperkte zich uitsluitend tot wagens geproduceerd na 1994. En omdat DS’en en deux-chevaux‘tjes schijnbaar voor eeuwig zullen blijven rondhobbelen, priemt er op het Franse platteland hier en daar nog steeds een gelige waas tussen de wijnstokken door. Eens per jaar keren de gele lichten trouwens traditiegetrouw terug naar Frankrijk, in een klein stadje met een grote naam voor octaanverslaafden. Maar dat mogen jullie zelf aanvullen in de commentaren.