Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

TIP: Lees eerst deel 1 van dit reisverslag!

Ik besefte het nog niet toen ik veel te vroeg ontwaakte door het rumoer van de wat jongere gasten in de jeugdherberg, maar dag twee van onze reis door Europa zou a day of firsts worden. Niet alleen zou ik voor het eerst in mijn leven een Veyron spotten op de openbare weg en mij op Italiaanse bodem begeven, ik zou er bovendien zelf naartoe rijden in ‘mijn’ allereerste Porsche!

Dag 2: De Alpen, de Stelviopas en de start van de Mille Miglia

De kennismaking met Louise – Hans’ 911 3.0 SC – verliep, geheel volgens (zijn) verwachtingen, wat onwennig. Wie moderne wagens gewend is, moet nu eenmaal even acclimatiseren aan de stroef- en directheid van de bedieningsorganen. Ik kreeg bovendien maar weinig hulp van Louises versnellingsbak, die zijn gloriejaren duidelijk al een tijdje achter de rug had. Schakelen bleek een ware (arm)worsteling, want de lange pook weigerde geregeld in de zorgvuldig gekozen (want onduidelijk gepositioneerde) versnelling te klikken. Eens daarin gedwongen, leek hij dan weer weinig zin te hebben om zijn knusse thuis vaarwel te zeggen. De luchtgekoelde drieliterboxer achter mij was intussen niet alleen wakker geworden met een karakteristieke roffel, maar – in tegenstelling tot zijn verrukte menner – ook met een kanjer van een ochtendhumeur.

Eenmaal op bedrijfstemperatuur en -snelheid begon de 911 langzaamaan onder mijn vel te kruipen. Toch bleef ik op mijn hoede, want de ligging van de motor helemaal achterin maakt hem een notoir listige metgezel. Bovendien neigt al dat gewicht op de achteras onder acceleratie naar onderstuur, terwijl het servoloze stuur onder lastwissels fluctueert tussen loodzwaar en zweverig licht . Duidelijk een wagen die je moet léren rijden.

Gelukkig zou ik daartoe ook de gelegenheid krijgen: voor we het wisten, bevonden we ons hoog in Alpen, waar nog verse sneeuw lag van de nacht tevoren. Het enige wat de brede grijns op mijn gezicht binnen de grenzen van het karikaturale hield, was het drukke verkeer op de passen – voornamelijk Duitsers die op (verlengd) weekend vertrokken. Oorspronkelijk was het plan om die zwerm te omzeilen via de legendarische Stelviopas – volgens Top Gear de mooiste weg ter wereld – maar die bleek gesloten wegens nog steeds boven de sneeuwgrens. Dan maar even gestopt aan een idyllisch stuwmeer, waar een eenzame kerktoren boven het wateroppervlak uitpriemde als stille getuige van de verdronken dorpen op de bodem. De ideale gelegenheid voor enkele kiekjes, een autowissel en een GPS-herberekening van ‘snelste’ naar ‘kortste route’.

Zoals gehoopt, duurde het niet lang voor TomTom ons naar een wagenbreed, meanderend weggetje zonder enig verkeer stuurde. Een pittoresk tafereeltje, geflankeerd door uitgestrekte Alpenweiden en voorzien van een uitzicht als op een Tirolse postkaart. En, van zodra onze minikolonne in zicht kwam, van twee brullende boxers – met onze excuses voor de lokale fauna. Pas toen er rook begon te kringelen uit Louises remschijven, besloten we wijselijk terug de zuidwaartse verkeersstroom op te zoeken.

Die bracht ons al snel naar de westelijke oever van het Gardameer, waar ik mij terug schikte in mijn rol als copiloot. Wát een eerste 911-rit! Ik kreeg het er zowaar warm van – al kan dat ook iets te maken hebben gehad met de Italiaanse middagzon en Chloés ventilatiesysteem, dat zich had vastgezet op Scorchio. Maar ach, ook dat hoort erbij.

Een uurtje zweten later werd ons gezelschap iets bijzonders gewaar. Een zweem van spanning in de lucht, gepaard met steeds frequentere spots van andere Porsches en Ferrari’s die dezelfde richting uitgingen als wij, en uiteindelijk culminerend in een adembenemende ontmoeting met de imposante Bugatti Veyron. In mijn kinderlijk enthousiasme vergat ik helaas mijn fototoestel aan te zetten alvorens op de ontspanner te duwen – weg bewijsmateriaal. Hoe dan ook was er geen twijfel mogelijk: we naderden het bruisende Brescia, waar schijnbaar heel autominnend Europa convergeerde voor de start van de Mille Miglia.

Eenmaal aangekomen en beide 911’s gestald, bleek het edelmetaal op de weg slechts een voorproefje. Bijna 400 antieke rallywagens stonden klaar voor vertrek in het stadscentrum, waaronder exemplaren en zelfs merken waarvan ik nog nooit gehoord had. Weinig verwonderlijk, gezien het jongst toegelaten bouwjaar: 1957, het jaar waarin de Mille Miglia voor het laatst als pure snelheidsrace georganiseerd werd, en vervolgens afgevoerd wegens twaalf dodelijke slachtoffers.

In 1977 keerde la corsa piu bella del mondo terug in de vorm van een regelmatigheidsrally – nog steeds tegen de klok, maar aan een (legale) gemiddelde richtsnelheid in plaats van zo hard mogelijk. Ter referentie: in 1955 zette Stirling Moss het record in zijn #722 Mercedes 300 SLR, met een gemiddelde snelheid van 157,65 km/h over 1.600 km – op niet-afgesloten openbare wegen! Onder de deelnemers spotten we trouwens die andere beroemde SLR, Fangio’s #658, met aan het stuur voormalig F1-piloot Jochen Maas, gevolgd door onze eigen Koen Wauters in een Porsche 550 Spyder. Zelfs die verbleekte echter bij het zicht van een stuk of twintig SL 300 Gullwings – kostprijs: een slordig miljoen per stuk. Definitely a night to remember…

[Tekst & foto’s: Pieter Fret]

WORDT VERVOLGD…