“Oh ja,” zegt de PR van BMW nog terloops voor ik de deur van de hagelwitte BMW M4 Coupé dichttrek, “niet om jullie af te schrikken, maar jullie zijn toch met meer dan 200.000 euro aan materiaal onderweg.” Ze bedoelt het goed, maar ik kan de bezorgdheid van haar gezicht aflezen. Slik. “Toch maar even in het achterhoofd houden vandaag”, denk ik. Waarna ik collega Arno in de al even hagelwitte BMW i8 voor me volg.
Het moet gezegd: ons konvooi dat die dag vanuit Bornem over de A12 en E313 richting fotograaf Bert in Limburg trok, zag er bijzonder uit. Voorop: de BMW i8 in Kristallweiß met afwerking in BMW i Blau. Op de voet gevolgd – een keurige veiligheidsafstand in acht nemend uiteraard – door de BMW M4 Coupé in Alpinweiß, met een voor de BMW-importeur haast uitzonderlijke specificatie. Geen panoramisch dak, maar het standaard koolstofvezel dak. Geen M DKG, maar een manuele zesbak. Een M4 op maat van DRIVRs dus.
Toch gaat de i8 onderweg met de meeste aandacht lopen. Daar zit het The Sky Is The Limit-effect ongetwijfeld voor iets tussen, al moet je voorbij het futuristische koetswerk en de butterfly doors kijken om zijn echte troeven te ontdekken. De 1,5 liter grote driecilinder bijvoorbeeld, die je onder meer kent uit de Mini Cooper. In de i8 stuurt hij 231 pk en 320 Nm richting achterwielen, en wordt hij gekoppeld aan een zestrapsautomaat. Tel daarbij een elektromotor van 131 pk en 250 Nm die de voorwielen aandrijft, en je komt uit op een gecombineerd vermogen van 362 pk.
Verbluffend is vooral hoe de i8 beide aandrijfbronnen combineert. De overgangen zijn naadloos, het koppel instant, en de trekkracht ook bij hogere snelheden omnipresent. Wanneer het er in de omgeving van Zuid-Limburg wat bochtiger aan toegaat, weet de futuristische i8 zijn mannetje te staan. De demping op ruwer beton is bijzonder goed uitgekiend, en de balans blijft lang genoeg neutraal. Eens richting limiet gaat de BMW ondanks theoretische vierwielaandrijving lichtjes ondersturen, vooral onder invloed van het dunne twintigduimsrubber. Maar als dat gebeurt, gaat het al erg hard.
Niets van dat alles in de M4 natuurlijk, want die moet nog steeds 431 pk en 550 Nm richting achterwielen piloteren. In stadsverkeer is het daarom even zoeken in de rijparameters naar een docielere gasrespons, maar collega Arno en ik zijn het er snel over eens dat de M DKG bij fileverkeer een meer welgekomen afwisseling zou zijn dan de ruwe manuele zesbak. Switch naar attack-modus op de buitenbanen en de zesbak geraakt volledig in zijn element. De M4 Coupé voelt er ook een stuk samenhangender aan dan de Cabrio die we eerder reden, al blijft het nog steeds opletten voor de prikken die het koppel kan uitdelen.
Wat de i8 aan discretie en zakelijkheid aan de dag legt, probeert de M4 dan weer theatraal te verpakken. Denk namelijk het artificiële en door de speakers gepompte motorgeluid van de i8 weg – al klinkt hij van buitenaf hoegenaamd niet als een ratelende driecilinder – en je houdt een rijmachine over die alles klinisch en efficiënt verteert. Misschien niet het laatste woord in betrokkenheid – daarvoor ontbreekt het de i8 ook aan voldoende stuurfinesse – maar het samenspel van alle andere componenten verloopt zo vloeiend dat je dat door de vingers ziet.
De M4 is dan weer de brutalere en meest sensatiegerichte van beide kemphanen, die een ervaren hand vereist om gemend te worden. Tot spijt van wie het benijdt – voornamelijk van M-puristen – is de M4 de eerste afstammeling van de E30 die wat bastaardbloed aan de M3-bloedlijn toevoegt. En dat bastaardbloed maakt dat je ietwat op je honger blijft zitten als je deze F82 op dezelfde manier als een atmosferische Reihensechsers en V8 van weleer benadert. De focus ligt goed, maar de transparantie en verbondenheid met wat er in het vooronder schuilgaat, laten af en toe een steekje vallen.
Parkeer deze M4 Coupé echter tussen de rest van de huidige M-line-up, en met manuele zesbak en gewichtbesparend koolstofvezel dak heb je allicht de sleutels tot het meest DRIVR-gerichte M-product van dit moment in handen. Wie dan weer pure snelheid boven sportiviteit verkiest voor zijn 4-Reeks, kijkt beter richting 435i of zelfs richting Alpina. Voor wie het niet noodzakelijk een 4-Reeks moet zijn, bestaat er geen twijfel. De BMW i8 kwam op onze testdag namelijk zo verrassend competent uit de hoek, dat hij zowel bij Arno als mezelf de overwinning binnenhaalde. En da’s een mooie verdienste voor BMW’s i-divisie.
[Foto’s: Bert Claes – Met dank aan Arno Jaspers]
BMW i8
Plus | Min |
+ Efficiënte rijmachine | – Mist extra graad betrokkenheid |
BMW M4 Coupé
Plus | Min |
+ Snelheidsmonster | – Vreet achterbanden |
Weggecijferd
BMW i8 |
BMW M4 Coupé |
|
Motor | 1.5 3-in-lijn, turbo + elektromotor | 3.0 6-in-lijn, turbo |
Aandrijving | 4×4 | Achterwielen |
Overbrenging | 6-trapsautomaat | manuele 6-bak |
Vermogen | 362 pk | 431 pk |
Koppel | 320 Nm + 250 Nm | 550 Nm (1.850 – 5.500 tpm) |
Gewicht | 1.560 kg | 1.572 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 4,4 s | 4,3 s |
Topsnelheid | 250 km/h | 250 km/h |
Gem. testverbruik | 8,4 l/100 km | 11,9 l/100 km |
C02-uitstoot | 49 g/km | 204 g/km |
Prijs | 141.000 euro | 79.350 euro |
Verdict
BMW i8 | |
BMW M4 Coupé |