Laten we meteen maar met de deur in huis vallen: De 4C Quadrifoglio zal er niet komen. Maar dat heeft FCA er niet van weerhouden om de doodgeboren extra sportieve 4C Q toe te voegen aan zijn gloednieuw museum Heritage Hub in Turijn, Italië.
Op het indrukwekkende museum zelf komen we later deze week nog uitgebreid terug. Maar de onverwachte primeur van de vaak gefluisterde, maar nooit geziene 4C Quadrifoglio krijgt in dit geval voorrang. Want naast het rijtje van 8C’s Compétizione en standaard 4C’s merkten we al gauw twee extra opvallende exemplaren op. Allebei rijkelijk voorzien van extra carbon spoilerwerk en andere koetswerkaddenda, typische velgen, de vernieuwde Alfa logo’s en uiteraard de befaamde Quadrifoglio Verde-badges.
Navraag bij de curator van de collectie, voormalige FIAT-designdirecteur Roberto Giolito, levert weinig extra informatie op. Want de voorts erg aimabele Italiaan, wil op beide modellen geen verdere commentaar geven. Officieel omdat de productie van de 4C intussen afgelopen is. Al weet niemand of dat nu ook écht het geval is. Zo zou je op bijzondere aanvraag nog steeds een 4C kunnen commanderen. En ook in de VS worden ze nog steeds geleverd. Zij het enkel in Spider-vorm. Wie zal het zeggen.
Nu is het lang niet uitzonderlijk dat merken experimenteren met toekomstige modellen en versies die er uiteindelijk niet zullen komen. De archieven bij onder andere BMW M en Porsche staan er vol van. Wat wel extreem uitzonderlijk is, is dat Alfa, of FCA zoals je wil, met de proto’s naar buiten komt. Bij zowat alle ander merken worden dit soort modellen immers vernietigd of zelfs vakkundig weggestoken, om pas decennia later in pers en publiek te verschijnen.
We zullen het dus moeten stellen met statische impressies. Want Giolito wil verder echt niets kwijt over beide modellen. De twee 4C’s, die we voor het gemak maar als Quadrifoglio’s bestempelen, een witte Spider en een rode Coupé, zien er een stuk bruter uit dan de standaard auto’s. Dit dankzij uitgebreid carbon spoilerwerk voor- en achteraan (inclusief een hoge, vaste kofferspoiler), dikke carbon zijschorten, een knoert van een diffuser met een dubbele centrale uitlaat en een resem extra koelsleuven, onder andere op de voorste koetswerkkap.
Het interieur van beide auto’s is op het eerste zich identiek aan dat van de standaard 4C. Al is het lang niet zeker of dat ook zo voorzien was op een eventueel productiemodel. Wat we wel kunnen vaststellen is dat het gebruikte carbon rondom van hoge kwaliteit is, en ook de rest van de auto op het eerste zicht ruim boven het stadium van het gemiddeld prototype zit. De kans dat de snellere, extra sportieve 4C Quadrifoglio dicht bij productie heeft gestaan, al dan niet op gelimiteerde basis, lijkt dus niet uitzonderlijk.
Wat dat betreft zat het met de basis immers al goed. De combinatie van een ultra stijf carbon chassis met turbomotor is zowat de ideale basis om het platform naar een volgend stadium te brengen. Maar hoeveel pk de 1.750 turbo benzina nu juist in deze Q produceerde zullen we vermoedelijk nooit weten. Net als de reden waarom de 4C Quadrifoglio er uiteindelijk niet gekomen is.
Al weet je uiteraard nooit met de Italianen. Want net zoals de twee prototypes plots uit het niets het daglicht mochten zien, kan dat net zo goed nog gebeuren met het verhaal en de specificaties achter twee van de meest bijzondere Alfa’s van de laatste decennia.