Om het jaar 2022 goed in te zetten serveren we vandaag het verslag van onze roadtrip doorheen Wales en centraal Engeland. Een kruistocht van 2.500 kilometer, op zoek naar het geasfalteerde Walhalla.
Eigenlijk had deze trip al in het voorjaar van 2020 moeten plaatsvinden, maar dat kon door het C-woord helaas niet doorgaan. Tot twee keer toe schoven we met data, hotelboekingen en overzetboten tot het punt waarop we zelfs vier coronatesten voor lief namen en besloten dat september 2021 hét moment zou worden om een lang geleefde droom te realiseren.
Evo & Top Gear
Het idee voor deze trip volgde in de nasleep van ons Schotland-avontuur van drie jaar eerder. Van dezelfde bende Goodwood-fanaten kregen we tijdens de Goodwood Revival van 2019 tips over fraaie wegen in Wales. Een land dat al langer tot de verbeelding spreekt, aangezien Top Gear er vaak kampeert -met briljante beelden tot gevolg- en natuurlijk omwille van wegen als de Evo Triangle. Toegegeven, die laatste is inmiddels bezaaid met trajectcontroles, maar het blijft natuurlijk heilige grond.
Om in Wales te geraken namen we -net als voor onze Schotse trip- de nachtboot, deze keer tot in Hull. Ideaal omdat je op die manier goed uitgerust, fris gewassen en gesterkt door een ontbijt vroeg kan starten aan een eerste dag stuurplezier. Geen overbodige luxe gezien we meteen dik zes uur rijden voor de boeg hadden om Engeland van oost naar west te doorkruisen, met het eiland Angelsey als eerste bestemming in Wales. Langs die eerste etappe lag ook het Engelse nationaalpark Peak District, een heuvelachtig gebied van bijna 1.500 vierkante kilometer dat eveneens bekend staat om zijn uitdagende wegen.
Wat research op Britse fora leerde dat we naast het uitkijkpunt Monsal Head ook de wegen Cat ‘n’ Fiddle Road, Winnats Pass en Snake Pass moesten aanstippen. Dat deze stroken asfalt -ondanks stukken met trajectcontroles- fantastisch zijn, staat buiten kijf. Met name de Cat ‘n’ Fiddle Road, genoemd naar een lokale pub langs het traject, kronkelt 20 kilometer lang heerlijk door het groene, glooiende landschap. Een waar plezier voor mens en machine. Echter, het groene Peak District zit geografisch gevangen tussen Sheffield, Leeds en Manchester met zowel pendelverkeer als overjaarse dagtrippers in een Dacia tot gevolg, zodat we zelden vrijuit hebben kunnen rijden. Jammer, want het potentieel ligt er zeker…
Wales
Het eilandje Angelsey, helemaal bovenaan Wales, doet terugdenken aan het idyllische Isle of Skye in Schotland. Kustlijnen met rotsachtige natuurpracht, leuke binnenwegen, pittoreske dorpjes en vuurtorens: Angelsey heeft het allemaal. Als bonus is er zelfs het Angelsey Circuit met zeezicht; de omloop die Fifth Gear als thuiscircuit gebruikte. Vervolgens trekken we zuidelijker, doorheen Snowdonia. Enfin, zo staat het inderdaad op de kaarten, maar Raindonia had eveneens gekund, waardoor we blij zijn dat er niemand op semi-slicks staat…
Snowdonia zou de hoogste toppen (tot 1.085m) met de mooiste vergezichten van Wales moeten hebben, maar in de mist en de regen valt daar weinig van te zien. Meer dan -euhm- drie schapen valt er tijdens onze passage niet te bespeuren. Dit natuurpark van dik 2.000 vierkante kilometer staat nochtans te boek als hét rijdersparadijs, maar op een zondag in september is daar weinig van te merken. Drukte door wandelaars en mountainbikers zorgt ervoor dat we niet anders kunnen dan braafjes de ‘kudde’ te volgen.
Meer teleurstelling volgt er in Portmeirion, waar men aan de kustlijn gepoogd heeft een Italiaans dorp na te bouwen. Kleurrijke kitsch is eerder het resultaat, een dure ‘tourist trap’ die echte Italianen nog meer pijn zal doen dan de met ananas bezaaide pizza. Wales daarentegen heeft charme te over, zoals de houten brug van ons hotel bewijst met poorten die zelfs anno 2021 nog bemand worden. Enfin, toch tot 18u terwijl we precies om 17u55 arriveerden. 10 minuten later was deze ervaring waarschijnlijk minder charmant geweest…
Uit het niets
Het volgende nationaal park op de route is Brecon Beacons. Maar ironisch genoeg beleven we daarvoor al massa’s plezier aan het stuur, op de verbindingswegen tussen Snowdonia en het natuurpark in kwestie. Tot wel 40 kilometer lang duiken we ongestoord van bocht naar bocht zonder een medeweggebruiker te spotten. Hemels! De Beacons zelf stellen ook niet teleur. Dat is dan met name te danken aan de Black Mountain Pass, die letterlijk uit het niets opduikt. Plots rij je een dorpje uit en zit je middenin dat typische heuvelachtig landschap met lage heidebegroeiing en briljante bochtencombinaties. We begrijpen best waarom de motards deze pas continu op- en afrijden.
Don’t be a dick
Tijd om Wales te verlaten en Engeland opnieuw in te duiken. We zetten koers richting de Cotswolds en opnieuw is de (binnen)weg ernaartoe beter dan de bestemming. De Cotswolds zijn zeker pittoresk met dorpjes als het -helaas- erg toeristische Bibury en de minder bekende – maar daardoor aangenamere- parel Lower Slaughter. Verder is ook Broadway Tower -een schilderachtig torentje van 20 meter hoog bovenop een 300 meter hoge heuvel – een tussenstop waard. Voor het rijplezier moet je echter niet meteen richting Cotswolds trekken. Lage maximale snelheden en drukke wegen staan niet synoniem voor rijplezier.
Toch is er nog een andere reden voor octaanliefhebber om deze kant uit te rijden. Caffeine & Machine werd anno 2015 boven de doopvont gehouden en breidt zijn scala aan activiteiten sindsdien gestaag uit. Koffiebar, restaurant, café, shop, (automotive) kunstgalerij en hotel – you name it. Zo kwamen we ‘s avonds toe bij een volle koer met voornamelijk Duitse vierwielers (geen angst, de themadagen wisselen constant) en tal van gezellige tentjes en eetkraampjes. Overal worden er praatjes geslagen, of je nu VW Polo of Cayman GT4 rijdt, want eenieder mag en moet trots zijn op zijn vierwieler. Don’t be a dick is dan ook dé slogan van Caffeine & Machine. Heerlijk sfeertje.
In nog grotere verbazing vallen we de volgende ochtend terwijl we ons overheerlijk ontbijt in het zonnetje verorberen. We blijven niet alleen (veel te lang) plakken bij de sympathieke uitbaters van Caffeine & Machine, maar ook bij de eigenaar van een Ferrari F12, de bestuurder van een beige youngtimer Rolls en… de snelwegpolitie! Loslopend wild én jagers, allen broederlijk verzameld voor een kop koffie en een goed gesprek. Bestond er in België ook maar zo’n magische plek…
C&C vormt hoe dan ook een mooi orgelpunt voor onze tocht. Een roadtrip die zeker niet te versmaden was en tevens doorspekt bleek met de nodige ironie en tegenstrijdigheid. Want alhoewel natuurpracht langs het gehele traject te vinden was, vonden we rijplezier toch vooral op weg naar de gekende routes en passen (beter dan ter plaatse). Kortom: hoe meer tijd we in het Verenigd Koninkrijk spenderen, hoe meer we er verliefd op worden.
Akkoord, je hebt sinds oktober een paspoort nodig voor het Verenigd Koninkrijk en 98 E5 wordt er nog amper aangeboden voor de oudjes (tip: ga voor de Shell tankstations). En ja, de wegen zijn er ook smal en soms in niet al te beste staat. Bovendien zit je met een ‘LHD’ aan de verkeerde kant van de weg, wat met name bij inhaalmanoeuvres en scherpe bochten naar links onhandig is. Meer nog, regelmatig is het er op de B-wegen druk door een gebrek aan (goed) openbaar vervoer en fietswegen.
Maar niettemin kan je er ook heel wat rijplezier beleven, tenminste als je geen beenharde racer of metersbrede supercar hebt. De GT86 voelt zich op dergelijke B-wegen dan ook perfect in zijn sas, met een strakke flow en de gekende levendigheid van het chassis. En van de ademnood die we in de de Alpen aanstipten, is er hier geen sprake. Je hoort het allicht al, we steken weldra opnieuw de Noordzee over…
MEER LEZEN:
Alpenkoorts: Roadtrip over Zwitserse en Italiaanse Alpen