Boekentips geven we niet alleen tijdens de knusse wintermaanden. Ook aan het zwembad past wat octaanliteratuur opperbest. Onze huidige tip, een bijbel gewijd aan de gloriejaren van Ferrari, zouden we evenwel zoveel mogelijk beschermen tegen opspattend water…
Over Ferrari zijn reeds tal van boeken geschreven, sommige ervan hebben inmiddels een heus collectorsstatus bereikt. Ook met het boek “Ferrari 1960-1965 the Hallowed Years” kan dat wel eens het geval worden. Zelfs de (rode) kaft, met daarop vooraan twee iconische bolides en het klassieke geschrift op een gele achtergrond, ademt al helemaal de juiste sfeer uit.
De keuze voor deze specifieke horizon ’60-’65 is niet vreemd. Tijdens deze periode waren het immers boerenjaren voor Ferrari. Zo won het merk liefst zes keer op een rij Le Mans -gaande van de 250 TR (met motor voorin tot en met de 250 LM met centraal geplaatste motor), haalde het twee wereldtitels F1 (waaronder met de 156 ‘Sharknose’) binnen en was er natuurlijk ook de 250 GTO die losgelaten werd op de GT-racerij. Peak Ferrari, een periode waarop het imago zelfs vandaag de dag nog berust. Niet toevallig ook de periode die auteur William Huon, opgroeiend in de buurt van Reims, als jongeling volop beleefde. Persoonlijke verhalen, interviews, tabellen en resultaten geven samen met de uitstekende foto’s uit die tijd van Bernard Cahier een goed beeld van dit tijdperk.
Een beeld dat toelaat enorme paralellen te zien tussen toen en nu. En dat zeggen we niet alleen omdat Ferrari -voor het eerst sinds dat bewust jaar ’65- nog eens Le Mans won. 1960 bracht ook nieuwe regels met zich mee in de F1 én het sportwagenracen. In de F1 werd de cilinderinhoud bijvoorbeeld toegenepen naar 1.500cc voor en werd Ferrari uitgedaagd door -met name Britse specialisten- op het vlak van lichte, wendbare racers met middenmotor. Toen was Ferrari echter wel bij de pinken en regeerde het met de ‘Sharknose’ briljant. benieuwd of zoiets ook eindelijk weer te wachten staat in de F1? Trouwens, ook destijds al was er een storm aan protest over de té drukke agenda. Met bijvoorbeeld de logistieke nachtmerrie die een GP op Monaco en Zandvoort op opeenvolgende zondagen met zich meebracht. Enzo Ferrari liet dan ook zonder verpinken bepaalde races links liggen en baseerde zich op het belang van bepaalde markten. In Italië werd er sowieso steevast geracet, tot in de Targa Florio toe. Ook de 1000km van de Nürburgring stond, in een belangrijke exportmarkt als Duitsland, op de kalender. Maar naar ons geliefde Goodwood en diens Tourist Trophy zouden geen officiële Ferrari’s afzakken: “Lapping a 2,4 mile circuit [Goodwood] for hours on end isn’t a sport, it’s a circus!” liet Enzo optekenen in L’Automobile… Of hoe de economische realiteit zelfs in het Italië van de jaren ’60 reeds van doorslaggevend belang was.
Voor ons Belgen is dit boek extra bijzonder omdat nogal wat landgenoten vanop de eerste rij meeschreven aan deze mooie pagina’s in de geschiedenis van het fiere merk. Zoals Willy Mairesse, “Beurlys” (Jean Blaton) maar uiteraard ook Paul Frère en Olivier Gendebien. Deze laatste twee wonnen Le Mans in ’60 voor Ferrari, en Gendebien zou in totaal zelfs vier keer Le Mans winnen in dienst van Ferrari. Tot slot nog een allerlaatste tip aangaande dit meesterwerk, kijk goed rond waar deze te kopen want we hebben prijzen gezien die variëren van dik 70 tot dik 130 euro…
MEER LEZEN: