De afgelopen tijd was er de nodige commotie op het vlak van mobiliteitsvisie. Met enerzijds de vraag om een nultoleratie aangaande alcoholgebruik na -alweer- enkele weekendongelukken en daarnaast de recordfiles die smeken om een systeem van rekeningrijden. Met daar middenin een regering die opteert voor een status quo.
Na het Waes-debacle blijft het opvallend dat mensen (stom)dronken achter het stuur blijven kruipen en zo levens én vrijheden op het spel blijven zetten. De huidige limiet van 0,5 promille -die een courante maatstaf is in meeste West-Europese landen- komt immers grosso modo overeen met twee ‘pintjes’ en laat de burger nog enige vorm van vrijheid. Tegenstanders, waaronder VIAS, krijgen door de veelvuldige ongelukken onder invloed echter steeds meer ruchtbaarheid. Jammer dan ook dat we als volwassenen niet verantwoord kunnen omgaan met de huidige vrijheden. Niet dat er aan de grens van 0,5 promille nooit mag worden geraakt, sommige landen zijn reeds naar 0,2 promille opgeschoven (Zweden, Noorwegen, Estland en Polen), maar een absolute nultoleratie -zoals in Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Roemenië, zou de slinger plots wel helemaal doen omslaan.
Immers, zelfs als BOB is het momenteel een luxe om aan het begin van een avond nog een glas mee te kunnen aperitieven om vervolgens daarna nuchter te blijven en veilig (eenieder) naar huis te rijden. Die vrijheid verliezen zou, zeker in een bourgondisch land doodjammer zijn. Immers, zo’n nultollerantie heeft verstrekkende gevolgen. Wat na een zware avond? Wanneer is het allerlaatst restje weer uit je bloed verdwenen? Moeten we eerst telkens zelf een alcoholtest afleggen? Ik hoor in mijn hoofd renner Contador weer “cero, cero, cero…” zeggen, wijzend op de 0,00000000005 gram per milliliter doping die bij hem werd vastgesteld (en volgens hem kwam van besmet vlees).
Volgend heikel punt is het fileleed. Uit recente cijfers blijkt dat dit probleem anno 2024 bij ons immers groter was dan ooit. Jawel, ondanks de sterkere inburgering van thuiswerk zitten we met drukkere wegen dan voor de pandemie. Er zijn uiteraard grote werven, maar de trend sinds de pandemie is duidelijk oplopend. Al lang wordt er daarom gepleit om een vorm van rekeningrijden in te voeren. Afgelopen zomer nog kwam er een berekend voorstel van de KU Leuven om mobiliteit in België in al zijn facetten te herbekijken. En recent onderzoek door experts van Transport & Mobility Leuven en het Center for Applied Public Economics (CAPE) van de UCL Saint-Louis wees nog eens in die richting, met circa 10% minder fileleed. Waarbij de overheid de inkomsten zou kunnen gebruiken om het openbaar vervoer eindelijk te moderniseren en (godzijdank) te verbeteren.
Opvallend genoeg is Ben Weyts duidelijk geen voorstander (meer). Anno 2017 wist hij ons nog te melden dat er werk gemaakt zou worden van een kilometerheffing, maar de politieke moed om dit door te duwen ontbreekt kennelijk. Bij VRT NWS klonk het op 19 april jongstleden nog dat de werkende Vlaming de dupe zou worden “We zouden werken minder lonend maken, terwijl we Vlamingen die werken net willen belonen in plaats van bestraffen. Daarom vinden wij het geen goed idee om dat systeem in te voeren.” Opvallend, want niet alleen VIAS maar zelfs VOKA is duidelijke voorstander (daarbij wijzend op de positieve effecten op de economie). Weyts vergeet daarbij kennelijk dat er ook zoiets is als tijdswaarde en dat rekeningrijden net de ‘werkende mens’ zou kunnen helpen om sneller op het werk te geraken.
Door rijden tijdens de spits duurder te maken zouden anderen via ‘nudging’ in vele gevallen opteren voor minder dure momenten in de daluren. Maar dat is voor Weyts kennelijk te moeilijk om aan de burger uitgelegd te krijgen. Nochtans, niet zelden zie ik rond het spitsuur mensen van de derde leeftijd met fietsen achterop de wagen richting kust trekken. Dit zou op dergelijke wijze ontmoedigd worden, net als het gaan bonken met winkelkarren op de deuren van de Aldi om 8u30. Maar op een dergelijke optimalisering/spreiding van het verkeer moeten we dus de komende jaren niet rekenen en we kunnen ons dus best mentaal voorbereiden op nog véél meer fileleed. Momenteel, ‘net’ na de verkiezingen, zitten we immers in ‘money time’ om plannen te verwezenlijken. Want voor je het weet zitten alle partijen weer in verkiezingsmodus, met angst om de kiezer tegen de haren in te strijken…